Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 7. Geen straf zonder wet

Artikel 7. Geen straf zonder wet

Laatste versie

1. Niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die, die ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was.

2. Dit artikel staat niet in de weg aan de berechting en bestraffing van iemand, die schuldig is aan een handelen of nalaten, dat ten tijde van het handelen of nalaten, een misdrijf was overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door de beschaafde volken worden erkend.

Uitleg in duidelijke taal

1. Niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die, die ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was.

Dit betekent letterlijk dat niemand mag worden veroordeeld vanwege een handelen of een nalaten, indien dat handelen of nalaten op het moment dat het plaatsvond (geschiedde) geen strafbaar feit vormde volgens het nationale of internationale recht. Tevens mag er geen zwaardere straf worden opgelegd dan de straf die van toepassing was op het moment dat het strafbare feit werd begaan.

2. Dit artikel staat niet in de weg aan de berechting en bestraffing van iemand, die schuldig is aan een handelen of nalaten, dat ten tijde van het handelen of nalaten, een misdrijf was overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen die door de beschaafde volken worden erkend.

Dit betekent letterlijk dat dit artikel de berechting en bestraffing niet verhindert van een persoon die schuldig is aan een handelen of nalaten, wanneer dat handelen of nalaten ten tijde dat het plaatsvond, een misdrijf was in overeenstemming met de algemene rechtsbeginselen die door de beschaafde volken worden erkend.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad401x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:914 - Overgangsrecht schadevergoedingsmaatregel: gijzeling vervangt hechtenis met onmiddellijke ingang

ECLI:NL:HR:2020:91426 mei 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De gunstigere regeling van gijzeling bij een schadevergoedingsmaatregel, die rekening houdt met betalingsonmacht, moet met onmiddellijke ingang worden toegepast. Een strijdige wettelijke overgangsbepaling wordt wegens strijd met verdragsrechtelijke beginselen door de Hoge Raad buiten toepassing gelaten.

StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad90x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP6878

ECLI:NL:HR:2011:BP687812 juli 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad69x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ9880

ECLI:NL:HR:2011:BQ988028 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1902

ECLI:NL:HR:2022:190220 december 2022Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AE5288

ECLI:NL:HR:2003:AE52888 juli 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP9449

ECLI:NL:HR:2011:BP944920 december 2011Dit wetsartikel wordt 27 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:850 - Verlenging proeftijd VI: overgangsrecht en de grenzen van artikel 7 EVRM

ECLI:NL:HR:2021:85015 juni 2021Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak

Verlenging van de proeftijd bij voorwaardelijke invrijheidsstelling heeft onmiddellijke werking en is in beginsel niet in strijd met art. 7 EVRM. Dit is anders als de aan de verlenging verbonden bijzondere voorwaarden, zoals vrijheidsbeneming, de facto een verzwaring van de oorspronkelijke straf inhouden.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtPenitentiair Strafrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX5063

ECLI:NL:HR:2012:BX506325 september 2012Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ4724

ECLI:NL:HR:2007:AZ472424 april 2007Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2465

ECLI:NL:HR:2015:24658 september 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten