Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL II. EUROPEES HOF VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS
Artikel 51. Voorrechten en immuniteiten van de rechters

Artikel 51. Voorrechten en immuniteiten van de rechters

Laatste versie

De rechters genieten, gedurende de uitoefening van hun functie, de voorrechten en immuniteiten bedoeld in artikel 40 van het Statuut van de Raad van Europa en de op grond van dat artikel gesloten overeenkomsten.

Uitleg in duidelijke taal

De rechters genieten, gedurende de uitoefening van hun functie, de voorrechten en immuniteiten bedoeld in artikel 40 van het Statuut van de Raad van Europa en de op grond van dat artikel gesloten overeenkomsten.

Dit artikel bepaalt dat de rechters, gedurende de periode dat zij hun functie uitoefenen, de voorrechten en immuniteiten genieten die zijn vastgelegd in artikel 40 van het Statuut van de Raad van Europa. Dit omvat tevens de overeenkomsten die zijn gesloten op basis van dat specifieke artikel.