Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 3. Verbod van foltering

Artikel 3. Verbod van foltering

Laatste versie

Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

Uitleg in duidelijke taal

Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

Dit artikel bepaalt dat het verboden is om een persoon te onderwerpen aan folteringen. Daarnaast mag niemand worden onderworpen aan behandelingen of bestraffingen die als onmenselijk of vernederend worden beschouwd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad520x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv

ECLI:NL:HR:2020:18891 december 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad384x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:376 - Onterecht EBI-regime en de drempel voor immateriële schadevergoeding

ECLI:NL:HR:2019:37615 maart 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een onrechtmatig verzwaard detentieregime leidt niet automatisch tot een recht op immateriële schadevergoeding. De benadeelde moet een 'aantasting in de persoon' aannemelijk maken, wat niet volgt uit de enkele schending van een grondrecht. De reeds ontvangen standaardtegemoetkoming kan volstaan.

Civiel RechtLetselschaderecht, Verbintenissenrecht
StrafrechtPenitentiair Strafrecht
Hoge Raad217x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1278

ECLI:NL:HR:2019:127819 juli 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad73x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:600

ECLI:NL:HR:2019:60023 april 2019Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad61x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3185

ECLI:NL:HR:2017:318519 december 2017Dit wetsartikel wordt 25 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad79x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:463 - Uitlevering, uitlokking en de rechterlijke toetsing van art. 6 EVRM

ECLI:NL:HR:2017:46321 maart 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling in uitleveringszaken. De uitleveringsrechter oordeelt over een voltooide schending van art. 6 EVRM bij uitlevering ter executie, maar in beginsel niet bij uitlevering ter vervolging, tenzij een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt.

StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad67x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW5328

ECLI:NL:HR:2012:BW532821 september 2012Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:601

ECLI:NL:HR:2019:60123 april 2019Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4549

ECLI:NL:HR:2010:BK45499 april 2010Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
StaatsrechtGrondrechten, Verkiezingsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AF6988

ECLI:NL:HR:2004:AF69887 mei 2004Dit wetsartikel wordt 42 keer genoemd in deze uitspraak