Artikel 3. Verbod van foltering
Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
Uitleg in duidelijke taal
Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
Dit artikel bepaalt dat het verboden is om een persoon te onderwerpen aan folteringen. Daarnaast mag niemand worden onderworpen aan behandelingen of bestraffingen die als onmenselijk of vernederend worden beschouwd.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv - 30 november 2020
De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.
ECLI:NL:HR:2019:376 - Onterecht EBI-regime en de drempel voor immateriële schadevergoeding - 14 maart 2019
Een onrechtmatig verzwaard detentieregime leidt niet automatisch tot een recht op immateriële schadevergoeding. De benadeelde moet een 'aantasting in de persoon' aannemelijk maken, wat niet volgt uit de enkele schending van een grondrecht. De reeds ontvangen standaardtegemoetkoming kan volstaan.
ECLI:NL:HR:2019:1278 - Hoge Raad - 18 juli 2019
ECLI:NL:RVS:2024:4037 - Raad van State - 8 oktober 2024
ECLI:NL:HR:2004:AF6988 - Hoge Raad - 6 mei 2004
ECLI:NL:HR:2017:3185 - Hoge Raad - 18 december 2017
ECLI:NL:HR:2019:600 - Hoge Raad - 22 april 2019
ECLI:NL:RVS:2024:870 - Raad van State - 28 februari 2024
ECLI:NL:HR:2019:601 - Hoge Raad - 22 april 2019
ECLI:NL:HR:2012:BW5328 - Opvang uitgeprocedeerde minderjarigen: zorgplicht Staat bij weigerachtige ouders - 20 september 2012
De Staat heeft een rechtsplicht om te voorzien in adequate opvang en verzorging voor uitgeprocedeerde minderjarige vreemdelingen, ook als hun ouders uitzetting tegenwerken. De gedragingen van de ouders kunnen de kinderen niet worden toegerekend. Een scheiding van de kinderen van hun moeder is niet zonder meer gerechtvaardigd.