Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 15. Afwijking in geval van noodtoestand

Artikel 15. Afwijking in geval van noodtoestand

Laatste versie

1. In tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, kan iedere Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen nemen die afwijken van zijn verplichtingen ingevolge dit Verdrag, voor zover de ernst van de situatie deze maatregelen strikt vereist en op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht.

2. De voorgaande bepaling staat geen enkele afwijking toe van artikel 2, behalve ingeval van dood als gevolg van rechtmatige oorlogshandelingen, en van de artikelen 3, 4, eerste lid, en 7.

3. Elke Hoge Verdragsluitende Partij die gebruik maakt van dit recht om af te wijken, moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa volledig op de hoogte houden van de genomen maatregelen en van de beweegredenen daarvoor. Zij moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa eveneens in kennis stellen van de datum waarop deze maatregelen hebben opgehouden van kracht te zijn en de bepalingen van het Verdrag opnieuw volledig worden toegepast.

Uitleg in duidelijke taal

1. In tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, kan iedere Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen nemen die afwijken van zijn verplichtingen ingevolge dit Verdrag, voor zover de ernst van de situatie deze maatregelen strikt vereist en op voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met andere verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht.

Dit betekent letterlijk: In tijd van oorlog, of in het geval van een andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, kan iedere Hoge Verdragsluitende Partij maatregelen nemen. Deze maatregelen mogen afwijken van de verplichtingen die voor die Partij gelden op grond van dit Verdrag. Dit is echter alleen toegestaan in de mate waarin de ernst van de situatie zulke maatregelen strikt noodzakelijk maakt, en op voorwaarde dat deze maatregelen niet in strijd zijn met andere verplichtingen die uit het internationale recht voortvloeien.

2. De voorgaande bepaling staat geen enkele afwijking toe van artikel 2, behalve ingeval van dood als gevolg van rechtmatige oorlogshandelingen, en van de artikelen 3, 4, eerste lid, en 7.

Dit betekent letterlijk: De voorgaande bepaling staat geen enkele afwijking toe van artikel 2, uitgezonderd in het geval van dood als gevolg van rechtmatige oorlogshandelingen. Tevens is geen afwijking toegestaan van de artikelen 3, 4, eerste lid, en 7.

3. Elke Hoge Verdragsluitende Partij die gebruik maakt van dit recht om af te wijken, moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa volledig op de hoogte houden van de genomen maatregelen en van de beweegredenen daarvoor. Zij moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa eveneens in kennis stellen van de datum waarop deze maatregelen hebben opgehouden van kracht te zijn en de bepalingen van het Verdrag opnieuw volledig worden toegepast.

Dit betekent letterlijk: Elke Hoge Verdragsluitende Partij die van dit recht om af te wijken gebruikmaakt, moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa volledig informeren over de genomen maatregelen en de redenen daarvoor. Die Partij moet de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa ook laten weten op welke datum deze maatregelen zijn gestopt van kracht te zijn en de bepalingen van het Verdrag weer volledig worden toegepast.