Terug naar bibliotheek
Vertaling : NL
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
TITEL I. RECHTEN EN VRIJHEDEN
Artikel 13. Recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel

Artikel 13. Recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel

Laatste versie

Een ieder wiens rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn vermeld, zijn geschonden, heeft recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel voor een nationale instantie, ook indien deze schending is begaan door personen in de uitoefening van hun ambtelijke functie.

Uitleg in duidelijke taal

Een ieder wiens rechten en vrijheden die in dit Verdrag zijn vermeld, zijn geschonden, heeft recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel voor een nationale instantie, ook indien deze schending is begaan door personen in de uitoefening van hun ambtelijke functie.

Dit artikel bepaalt dat eenieder van wie de rechten en vrijheden, zoals vastgelegd in dit Verdrag, zijn geschonden, recht heeft op een daadwerkelijk rechtsmiddel bij een nationale instantie. Dit recht geldt ook wanneer de schending is begaan door personen die handelden in de uitoefening van hun ambtelijke functie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad183x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:913 - Hoge Raad - 12 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:91312 juni 2023Dit wetsartikel wordt 20 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad229x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL5629 - Militariabeurs Ciney: rechtmatigheid van opsporing door Nederlandse ambtenaren in het buitenland - 4 oktober 2010

ECLI:NL:HR:2010:BL56294 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtmatigheid van opsporingshandelingen door Nederlandse ambtenaren in het buitenland wordt getoetst aan Nederlands recht. Een schending van de soevereiniteit van de vreemde staat is daarbij in beginsel niet relevant voor de strafzaak van de verdachte, aangezien dit de belangen van die staat beschermt.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht, Volkenrecht
Hoge Raad100x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:736 - Opheffing erfdienstbaarheid: geen belangenafweging bij onteigening - 27 maart 2014

ECLI:NL:HR:2014:73627 maart 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de beoordeling van de opheffing van een erfdienstbaarheid op grond van artikel 5:79 BW, ook in het kader van een onteigening (art. 44 Ow), wordt uitsluitend gekeken naar het (redelijk) belang van de eigenaar van het heersende erf. De belangen van het dienende erf spelen geen rol.

Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Vastgoedrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad65x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2006 - Hoge Raad - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:200619 december 2019Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Klimaatzaak Urgenda, Urgenda Arrest

Hoge Raad87x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5635 - Hoge Raad - 27 april 2000

ECLI:NL:HR:2000:AA563527 april 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Arbeidsrecht, Letselschaderecht
Hoge Raad81x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:463 - Uitlevering, uitlokking en de rechterlijke toetsing van art. 6 EVRM - 20 maart 2017

ECLI:NL:HR:2017:46320 maart 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt de bevoegdheidsverdeling in uitleveringszaken. De uitleveringsrechter oordeelt over een voltooide schending van art. 6 EVRM bij uitlevering ter executie, maar in beginsel niet bij uitlevering ter vervolging, tenzij een effectief rechtsmiddel in de verzoekende staat ontbreekt.

StrafrechtInternationaal Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad69x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BQ9880 - Huisrecht kraker: strafrechtelijke ontruiming vereist voorafgaande rechterlijke toets - 27 oktober 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ988027 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Ook krakers hebben huisrecht (art. 8 EVRM). Een strafrechtelijke ontruiming op basis van art. 551a Sv is een ernstige inbreuk. Daarom moet de kraker in beginsel de mogelijkheid hebben om de proportionaliteit van de ontruiming vooraf door de voorzieningenrechter te laten toetsen via een kort geding.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad80x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0655 - Uitlokking door CIE-informant: niet-ontvankelijkheid OM wegens schending Tallon-criterium - 28 juni 2010

ECLI:NL:HR:2010:BL065528 juni 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het Openbaar Ministerie is niet-ontvankelijk wanneer een verdachte door een burgerinformant wordt uitgelokt tot strafbare feiten waarop zijn opzet niet was gericht. Dit vormverzuim, veroorzaakt door gebrekkige controle door de CIE en het OM, vormt een ernstige schending van het recht op een eerlijk proces.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:192 - Hoge Raad - 12 februari 2024

ECLI:NL:HR:2024:19212 februari 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad44x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV7387 - Hoge Raad - 14 september 2006

ECLI:NL:HR:2006:AV738714 september 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Volkenrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht