Artikel 17
1 Aan lijfsvisitatie door de inspecteur zijn onderworpen, personen die aanwezig zijn in of op de in de artikelen 12 en 14 bedoelde entrepots, ruimten voor tijdelijke opslag, plaatsen, spoorwegemplacementen, havens, luchthavens, terreinen, gebouwen, erven en vervoermiddelen of deze locaties of vervoermiddelen juist hebben verlaten.
2 De in het eerste lid bedoelde personen zijn op vordering van de inspecteur gehouden stil te staan en deze te volgen naar een door hem aangewezen plaats.
3 Op vordering van de inspecteur zijn reizigers, die zich bevinden in een vervoermiddel dat juist het douanegebied van de Gemeenschap is binnengekomen of dat bestemd is om aanstonds te vertrekken om dat douanegebied te verlaten, gehouden hun plaats- of vervoerbewijs te vertonen. Deze verplichting geldt eveneens voor reizigers die een dergelijk vervoermiddel juist hebben verlaten dan wel die op het punt staan daarin te worden opgenomen.
4 Lijfsvisitatie geschiedt door personen van hetzelfde geslacht als dat van de persoon die aan visitatie wordt onderworpen.
Details
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:BY5321
ECLI:NL:HR:2013:BY5322
ECLI:NL:HR:2007:AZ8795
ECLI:NL:HR:2010:BM6857
ECLI:NL:HR:2016:2768 - Vormverzuim bij telefoontap: Hoge Raad stelt strenge eisen aan motivering bewijsuitsluiting
De Hoge Raad oordeelt dat een vrijspraak na bewijsuitsluiting wegens een vormverzuim onvoldoende is gemotiveerd. Een hof moet een op de specifieke zaak toegesneden afweging maken van de factoren uit art. 359a Sv en kan niet volstaan met algemene bewoordingen.
ECLI:NL:HR:2017:242 - Onvoldoende motivering bewijsuitsluiting na onrechtmatige fouillering
De Hoge Raad vernietigt een arrest wegens onvoldoende motivering van bewijsuitsluiting. Het hof had een op de specifieke zaak toegesneden afweging moeten maken en het concrete nadeel voor de verdachte moeten vaststellen, in plaats van algemene formuleringen te gebruiken.
ECLI:NL:HR:2016:2247 - Onrechtmatige fouillering en de motiveringseisen voor bewijsuitsluiting
Na een onrechtmatige fouillering is bewijsuitsluiting niet vanzelfsprekend. Het gerechtshof moet de beslissing daartoe toereikend motiveren aan de hand van de factoren van artikel 359a Sv. Een algemene verwijzing naar de ernst van het verzuim en het voorkomen van toekomstige inbreuken is onvoldoende.