Artikel 3a

Laatste versie

1. Deze wet verstaat onder dienstbetrekking de dienstbetrekking en de arbeidsverhouding die als zodanig wordt beschouwd ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Werkloosheidswet en die als zodanig geldt ingevolge de Ziekenfondswet.

2. De werknemer die een uitkering ontvangt op grond van de verplichte verzekering krachtens de Ziektewet, de verplichte verzekering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de verplichte verzekering dan wel hoofdstuk IV van de Werkloosheidswet, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet, wordt tijdens de duur van die uitkering geacht in dienstbetrekking te staan tot het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De werknemer die geen ziekengeld ontvangt op grond van artikel 29, eerste lid, van de Ziektewet maar wel toeslag op grond van de Toeslagenwet, wordt voor de toepassing van de eerste zin geacht een uitkering te ontvangen op grond van de verplichte verzekering krachtens de Ziektewet.

3. De werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, aan wie uitkering wordt betaald op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van die wet, wordt tijdens de duur van die uitkering geacht in dienstbetrekking te staan tot het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2006]