Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. Van de artikelen 931, 932, 935 lid 2, 936 en 939 kan niet worden afgeweken.

Dit betekent letterlijk dat partijen bij een overeenkomst niet mogen afspreken om de regels uit de artikelen 931, 932, 935 lid 2, 936 en 939 anders toe te passen of buiten werking te stellen. Elke afspraak die hiervan afwijkt, is ongeldig.

2. Van de artikelen 933, eerste lid, eerste zin, 937, 940 leden 1, 3, 5 en 6, 941 leden 1, 2, 4 en 5 en 942 kan niet ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde worden afgeweken.

Dit betekent letterlijk dat van de regels in de artikelen 933, eerste lid, eerste zin, 937, 940 leden 1, 3, 5 en 6, 941 leden 1, 2, 4 en 5 en 942 niet mag worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de verzekeringnemer (de persoon die de verzekering afsluit) of de tot uitkering gerechtigde (de persoon die recht heeft op de uitkering). Afwijken mag wel, maar alleen als dit in het voordeel is van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde.

3. Van de artikelen 928 tot en met 930, 934 en 940 leden 2 en 4 kan niet ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde worden afgeweken indien de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is en hij de verzekering sluit anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

Dit betekent letterlijk dat van de regels in de artikelen 928 tot en met 930, 934 en 940 leden 2 en 4 niet mag worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde, wanneer aan een specifieke voorwaarde is voldaan: namelijk als de verzekeringnemer een natuurlijk persoon is (een individu) en deze persoon de verzekering afsluit buiten de context van zijn of haar beroep of bedrijf (dus als consument).