Artikel 940 (Opzegging en wijziging verzekeringsovereenkomst)
1. Bij opzegging tegen het einde van een verzekeringsperiode teneinde verlenging van de overeenkomst te verhinderen, wordt een termijn van twee maanden in acht genomen.
2. De verzekeringnemer en, tenzij het een persoonsverzekering betreft, de verzekeraar kunnen een overeenkomst die is aangegaan voor een periode van meer dan vijf jaar, of die voor zulk een periode is verlengd, opzeggen tegen het einde van elk vijfde jaar binnen die periode. Daarbij geldt de in lid 1 genoemde termijn.
3. Indien de verzekeraar de bevoegdheid heeft bedongen de overeenkomst tussentijds op te zeggen, komt de verzekeringnemer een gelijke bevoegdheid toe. Tenzij jegens hem is gehandeld met het opzet tot misleiding neemt de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer daarbij een termijn van twee maanden in acht. Indien een verzekering dekking biedt tegen schade veroorzaakt door risico’s als bedoeld in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht, kan, bij de verwezenlijking van een dergelijk risico of bij een dreiging van het ophanden zijn daarvan, de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer in afwijking van deze termijn van twee maanden, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van zeven dagen opzeggen. De verzekeraar kan slechts tussentijds opzeggen op in de overeenkomst vermelde gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de verzekeraar kan worden gevergd.
4. Indien de verzekeraar de voorwaarden van de overeenkomst ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde wijzigt, is de verzekeringnemer gerechtigd de overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en in ieder geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is meegedeeld.
5. De verzekeraar kan een persoonsverzekering niet beëindigen of wijzigen op grond van verzwaring van het gezondheidsrisico, voor zover dat is gelegen in de persoon van degeen, die de verzekering betreft.
6. De verzekeringnemer kan de overeenkomst steeds langs elektronische weg opzeggen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de verzending van opzeggingen langs elektronische weg.
7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Bij opzegging tegen het einde van een verzekeringsperiode teneinde verlenging van de overeenkomst te verhinderen, wordt een termijn van twee maanden in acht genomen.
Dit lid bepaalt dat wanneer een verzekeringsovereenkomst wordt opgezegd tegen het einde van een lopende verzekeringsperiode, met het doel te voorkomen dat de overeenkomst automatisch wordt verlengd, er een opzegtermijn van twee maanden in acht moet worden genomen.
2. De verzekeringnemer en, tenzij het een persoonsverzekering betreft, de verzekeraar kunnen een overeenkomst die is aangegaan voor een periode van meer dan vijf jaar, of die voor zulk een periode is verlengd, opzeggen tegen het einde van elk vijfde jaar binnen die periode. Daarbij geldt de in lid 1 genoemde termijn.
Dit lid stelt dat de verzekeringnemer en de verzekeraar (behalve als het een persoonsverzekering betreft) een overeenkomst die voor een periode van meer dan vijf jaar is aangegaan, of die voor een dergelijke periode is verlengd, kunnen opzeggen tegen het einde van elk vijfde jaar binnen die periode. Hierbij is de in lid 1 genoemde termijn van twee maanden van toepassing.
3. Indien de verzekeraar de bevoegdheid heeft bedongen de overeenkomst tussentijds op te zeggen, komt de verzekeringnemer een gelijke bevoegdheid toe. Tenzij jegens hem is gehandeld met het opzet tot misleiding neemt de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer daarbij een termijn van twee maanden in acht. Indien een verzekering dekking biedt tegen schade veroorzaakt door risico’s als bedoeld in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht, kan, bij de verwezenlijking van een dergelijk risico of bij een dreiging van het ophanden zijn daarvan, de verzekeraar onderscheidenlijk de verzekeringnemer in afwijking van deze termijn van twee maanden, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van zeven dagen opzeggen. De verzekeraar kan slechts tussentijds opzeggen op in de overeenkomst vermelde gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de verzekeraar kan worden gevergd.
Dit lid betekent dat als de verzekeraar in de overeenkomst de mogelijkheid heeft vastgelegd om de overeenkomst voortijdig te beëindigen, de verzekeringnemer dezelfde mogelijkheid krijgt. Zowel de verzekeraar als de verzekeringnemer moeten hierbij een termijn van twee maanden aanhouden, tenzij er sprake is van opzet tot misleiding jegens de partij die opzegt. Als een verzekering dekking biedt tegen schade door risico’s zoals omschreven in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht, en zo'n risico zich realiseert of dreigt te realiseren, dan kunnen de verzekeraar en de verzekeringnemer, afwijkend van de termijn van twee maanden, de overeenkomst opzeggen met een termijn van zeven dagen. De verzekeraar mag alleen tussentijds opzeggen op basis van gronden die in de overeenkomst staan en die van zodanige aard zijn dat van de verzekeraar niet langer verwacht kan worden aan de overeenkomst gebonden te zijn.
4. Indien de verzekeraar de voorwaarden van de overeenkomst ten nadele van de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde wijzigt, is de verzekeringnemer gerechtigd de overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en in ieder geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is meegedeeld.
Dit lid houdt in dat als de verzekeraar de voorwaarden van de overeenkomst wijzigt op een manier die nadelig is voor de verzekeringnemer of de persoon die recht heeft op een uitkering, de verzekeringnemer het recht heeft de overeenkomst op te zeggen. Deze opzegging kan plaatsvinden tegen de datum waarop de wijziging effectief wordt, en de verzekeringnemer heeft in elk geval één maand de tijd om op te zeggen nadat de wijziging aan hem is meegedeeld.
5. De verzekeraar kan een persoonsverzekering niet beëindigen of wijzigen op grond van verzwaring van het gezondheidsrisico, voor zover dat is gelegen in de persoon van degeen, die de verzekering betreft.
Dit lid bepaalt dat de verzekeraar een persoonsverzekering niet mag beëindigen of wijzigen vanwege een toename van het gezondheidsrisico, indien die toename van het risico voortkomt uit de persoon van degene die de verzekering betreft.
6. De verzekeringnemer kan de overeenkomst steeds langs elektronische weg opzeggen. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de verzending van opzeggingen langs elektronische weg.
Dit lid stelt dat de verzekeringnemer de overeenkomst altijd via elektronische middelen kan opzeggen. Het geeft ook aan dat er via een algemene maatregel van bestuur (een soort uitvoeringsbesluit) regels kunnen worden opgesteld met betrekking tot de manier waarop opzeggingen elektronisch verzonden moeten worden.
7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Dit lid specificeert dat het voorstel voor een algemene maatregel van bestuur, die op basis van het zesde lid wordt vastgesteld, niet eerder mag worden ingediend dan vier weken nadat het concept van die maatregel aan zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer der Staten-Generaal is voorgelegd.