Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 16. Franchise
Artikel 920

Artikel 920 (Franchiseovereenkomst goodwill en non-concurrentiebeding)

Laatste versie

1. De franchiseovereenkomst bepaalt in ieder geval:

a. de wijze waarop wordt vastgesteld:

of goodwill aanwezig is in de onderneming van de franchisenemer; zo ja, welke omvang deze heeft; en in welke mate deze aan de franchisegever is toe te rekenen;

b. op welke wijze goodwill die redelijkerwijs is toe te rekenen aan de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst aan de franchisenemer wordt vergoed, indien de franchisegever de franchiseonderneming van de betreffende franchisenemer overneemt om deze onderneming zelfstandig voort te zetten, danwel over te dragen aan een derde met wie de franchisegever een franchiseovereenkomst sluit.

2. Een beding dat de franchisenemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de franchiseovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig als:

a. het op schrift is gesteld; b. de beperking tot uitoefening van werkzaamheden enkel betrekking heeft op goederen of diensten die concurreren met de goederen of diensten waarop de franchiseovereenkomst betrekking heeft; c. de beperking onmisbaar is om de door de franchisegever aan de franchisenemer overgedragen knowhow te beschermen; d. het de duur van een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst niet overschrijdt; en e. de geografische reikwijdte niet ruimer is dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchiseformule op grond van de betreffende franchiseovereenkomst heeft geëxploiteerd.

Uitleg in duidelijke taal

1. De franchiseovereenkomst bepaalt in ieder geval:

Dit betekent dat de franchiseovereenkomst ten minste de volgende zaken moet vastleggen:

a. de wijze waarop wordt vastgesteld:

Dit specificieert dat de overeenkomst moet beschrijven hoe bepaald zal worden:

of goodwill aanwezig is in de onderneming van de franchisenemer;

Dit houdt in: of er goodwill bestaat binnen de onderneming van de franchisenemer.

zo ja, welke omvang deze heeft; en

Dit houdt in: indien er goodwill aanwezig is, wat de grootte of waarde (omvang) daarvan is; en

in welke mate deze aan de franchisegever is toe te rekenen;

Dit houdt in: welk deel van de goodwill kan worden toegeschreven aan de inspanningen of bijdrage van de franchisegever.

b. op welke wijze goodwill die redelijkerwijs is toe te rekenen aan de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst aan de franchisenemer wordt vergoed, indien de franchisegever de franchiseonderneming van de betreffende franchisenemer overneemt om deze onderneming zelfstandig voort te zetten, danwel over te dragen aan een derde met wie de franchisegever een franchiseovereenkomst sluit.

Dit betekent dat de overeenkomst moet aangeven hoe goodwill, die redelijkerwijs aan de franchisenemer kan worden toegeschreven, aan de franchisenemer wordt betaald (vergoed) wanneer de franchiseovereenkomst eindigt. Dit geldt specifiek in de situatie dat de franchisegever de franchiseonderneming van die franchisenemer overneemt met het doel deze onderneming zelf voort te zetten, of met het doel deze over te dragen aan een derde partij waarmee de franchisegever vervolgens een nieuwe franchiseovereenkomst aangaat.

2. Een beding dat de franchisenemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de franchiseovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig als:

Dit betekent dat een clausule (beding) in de franchiseovereenkomst die de franchisenemer na afloop van de overeenkomst verbiedt om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, alleen rechtsgeldig is indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a. het op schrift is gesteld;

Dit betekent: de beperking moet schriftelijk zijn vastgelegd.

b. de beperking tot uitoefening van werkzaamheden enkel betrekking heeft op goederen of diensten die concurreren met de goederen of diensten waarop de franchiseovereenkomst betrekking heeft;

Dit betekent: de beperking mag alleen gelden voor werkzaamheden die te maken hebben met goederen of diensten die direct concurreren met de goederen of diensten die het onderwerp waren van de franchiseovereenkomst.

c. de beperking onmisbaar is om de door de franchisegever aan de franchisenemer overgedragen knowhow te beschermen;

Dit betekent: de beperking moet absoluut noodzakelijk (onmisbaar) zijn om de specifieke kennis en expertise (knowhow) die de franchisegever aan de franchisenemer heeft verstrekt, te beschermen.

d. het de duur van een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst niet overschrijdt; en

Dit betekent: de beperking mag niet langer duren dan één jaar nadat de franchiseovereenkomst is beëindigd; en

e. de geografische reikwijdte niet ruimer is dan het gebied waarbinnen de franchisenemer de franchiseformule op grond van de betreffende franchiseovereenkomst heeft geëxploiteerd.

Dit betekent: het geografische gebied waarbinnen de beperking geldt, mag niet groter zijn dan het gebied waarin de franchisenemer, volgens de franchiseovereenkomst, de franchiseformule daadwerkelijk heeft gebruikt (geëxploiteerd).

Gerelateerde rechtspraak