Artikel 914 (Informatieverstrekking standstill-periode franchiseovereenkomst)
1. De verstrekking van de informatie, bedoeld in artikel 913, tweede, derde en vierde lid, geschiedt ten minste vier weken voor het sluiten van de franchiseovereenkomst.
2. Tijdens deze termijn gaat de franchisegever niet over tot:
a. wijziging van het ontwerp van de franchiseovereenkomst, tenzij deze wijziging tot voordeel van de franchisenemer strekt; b. het sluiten met de franchisenemer van de franchiseovereenkomst of enige daarmee onlosmakelijk verbonden te achten overeenkomst, met uitzondering van een overeenkomst tot geheimhouding door de beoogd franchisenemer van de vertrouwelijke informatie die de franchisegever met het oog op het sluiten van de franchiseovereenkomst heeft verstrekt; of c. het aanzetten tot het doen van betalingen of investeringen door de beoogd franchisenemer die samenhangen met de nog te sluiten franchiseovereenkomst.
3. Het eerste en tweede lid gelden niet ten aanzien van:
a. het sluiten van een volgende franchiseovereenkomst tussen dezelfde partijen inzake dezelfde franchiseformule; b. het sluiten van een volgende franchiseovereenkomst als bedoeld in onderdeel a, als deze wordt gesloten tussen dezelfde franchisegever en een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van de franchisenemer of een aan hem verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2.
Uitleg in duidelijke taal
1. De verstrekking van de informatie, bedoeld in artikel 913, tweede, derde en vierde lid, geschiedt ten minste vier weken voor het sluiten van de franchiseovereenkomst.
Dit betekent dat de franchisegever de informatie die genoemd wordt in artikel 913, specifiek in het tweede, derde en vierde lid van dat artikel, minimaal vier weken voordat de franchiseovereenkomst wordt gesloten, moet verstrekken aan de beoogd franchisenemer.
2. Tijdens deze termijn gaat de franchisegever niet over tot:
Dit lid specificeert dat gedurende de eerdergenoemde termijn van ten minste vier weken, de franchisegever bepaalde handelingen niet mag verrichten. Deze handelingen zijn:
a. wijziging van het ontwerp van de franchiseovereenkomst, tenzij deze wijziging tot voordeel van de franchisenemer strekt;
De franchisegever mag het ontwerp van de franchiseovereenkomst niet wijzigen, behalve als een dergelijke wijziging in het voordeel is van de franchisenemer.
b. het sluiten met de franchisenemer van de franchiseovereenkomst of enige daarmee onlosmakelijk verbonden te achten overeenkomst, met uitzondering van een overeenkomst tot geheimhouding door de beoogd franchisenemer van de vertrouwelijke informatie die de franchisegever met het oog op het sluiten van de franchiseovereenkomst heeft verstrekt; of
De franchisegever mag gedurende deze termijn de franchiseovereenkomst zelf, of enige andere overeenkomst die als onlosmakelijk daarmee verbonden wordt beschouwd, niet sluiten met de franchisenemer. Een uitzondering hierop is een overeenkomst waarin de beoogd franchisenemer zich verplicht tot geheimhouding van de vertrouwelijke informatie die de franchisegever heeft gegeven met de intentie om de franchiseovereenkomst te sluiten.
c. het aanzetten tot het doen van betalingen of investeringen door de beoogd franchisenemer die samenhangen met de nog te sluiten franchiseovereenkomst.
De franchisegever mag de beoogd franchisenemer niet aanzetten tot het doen van betalingen of het maken van investeringen die verband houden met de franchiseovereenkomst die nog gesloten moet worden.
3. Het eerste en tweede lid gelden niet ten aanzien van:
Dit lid geeft aan dat de regels uit het eerste lid (over de termijn van informatieverstrekking) en het tweede lid (over de handelingen die de franchisegever niet mag verrichten) niet van toepassing zijn in de volgende situaties:
a. het sluiten van een volgende franchiseovereenkomst tussen dezelfde partijen inzake dezelfde franchiseformule;
De regels gelden niet wanneer dezelfde partijen een volgende franchiseovereenkomst sluiten die betrekking heeft op dezelfde franchiseformule.
b. het sluiten van een volgende franchiseovereenkomst als bedoeld in onderdeel a, als deze wordt gesloten tussen dezelfde franchisegever en een dochtermaatschappij als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van de franchisenemer of een aan hem verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2.
De regels gelden evenmin bij het sluiten van een volgende franchiseovereenkomst zoals omschreven onder a, indien deze overeenkomst wordt gesloten tussen dezelfde franchisegever en een dochtermaatschappij van de franchisenemer (zoals gedefinieerd in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) of een groepsmaatschappij die aan de franchisenemer verbonden is (zoals gedefinieerd in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek).