Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 12. Aanneming van werk
Afdeling 2. Bijzondere bepalingen voor de bouw van een woning in opdracht van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf
Artikel 767

Artikel 767 (Betalingsverplichting bouw woning natuurlijk persoon)

Laatste versie

De opdrachtgever kan slechts worden verplicht tot het doen van betalingen die, althans bij benadering, overeenstemmen met de voortgang van de bouw of met de waarde van de aan hem overgedragen goederen, behoudens dat kan worden bedongen dat hij ter verzekering van de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag dat niet hoger is dan 10% van de aanneemsom, in depot stort bij een notaris dan wel voor dit bedrag vervangende zekerheid stelt. Het teveel betaalde geldt als onverschuldigd betaald.

Uitleg in duidelijke taal

De opdrachtgever kan slechts worden verplicht tot het doen van betalingen die, althans bij benadering, overeenstemmen met de voortgang van de bouw of met de waarde van de aan hem overgedragen goederen, behoudens dat kan worden bedongen dat hij ter verzekering van de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag dat niet hoger is dan 10% van de aanneemsom, in depot stort bij een notaris dan wel voor dit bedrag vervangende zekerheid stelt. Het teveel betaalde geldt als onverschuldigd betaald.

Dit artikel bepaalt dat de opdrachtgever slechts kan worden verplicht tot het verrichten van betalingen. Deze betalingen moeten, althans bij benadering, overeenstemmen met de voortgang van de bouw of met de waarde van de goederen die al aan de opdrachtgever zijn overgedragen. Hierop geldt een uitzondering (behoudens): er kan worden bedongen dat de opdrachtgever ter verzekering van de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag bij een notaris in depot stort. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan 10% van de aanneemsom. In plaats daarvan mag de opdrachtgever ook vervangende zekerheid stellen voor dit bedrag. Indien de opdrachtgever meer betaalt dan vereist, geldt het teveel betaalde als onverschuldigd betaald.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad73x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:769 - Erfpacht Amsterdam: Grenzen ambtshalve toetsing en geldigheid canonherziening

ECLI:NL:HR:2016:76929 april 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De verplichting voor de rechter om algemene voorwaarden ambtshalve op onredelijkheid te toetsen conform Richtlijn 93/13/EEG geldt niet voor erfpachtovereenkomsten gesloten vóór 31 december 1994. Een canonherzieningsbepaling door deskundigen voldoet aan het bepaalbaarheidsvereiste en is geen geschilbeslechting.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Europees Civiel Recht, Vastgoedrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2729 - Faillissement en Aanneming: Curator's Vordering uit Ongerechtvaardigde Verrijking na Niet-Gestanddoening

ECLI:NL:HR:2016:27292 december 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een curator een aannemingsovereenkomst niet gestand doet (art. 37 Fw), verliest hij niet het recht om een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking in te stellen voor reeds verricht, maar contractueel nog niet opeisbaar werk, tenzij de overeenkomst dit expliciet uitsluit.

Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1954 - Vervangende Schadevergoeding: Tegenprestatie Ontstaat Niet Automatisch

ECLI:NL:HR:2020:19544 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een schuldeiser in een wederkerige overeenkomst kiest voor vervangende schadevergoeding, verandert zijn eigen tegenprestatie niet. De contractuele voorwaarden voor het ontstaan van die tegenprestatie blijven gelden en worden gekoppeld aan de nakoming van de nieuwe verbintenis tot schadevergoeding.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Insolventierecht, Bouwrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1938:13

ECLI:NL:HR:1938:1310 juni 1938Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1937:184

ECLI:NL:HR:1937:18429 januari 1937Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak