Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 12. Aanneming van werk
Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen
Artikel 764

Artikel 764 (Opzegging aannemingsovereenkomst door opdrachtgever)

Laatste versie

1. De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen.

2. In geval van zulke opzegging zal hij de voor het gehele werk geldende prijs moeten betalen, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door de aannemer van het reeds voltooide werk. Indien de prijs afhankelijk was gesteld van de werkelijk door de aannemer te maken kosten, wordt de door de opdrachtgever verschuldigde prijs berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die de aannemer over het gehele werk zou hebben gemaakt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen.

Dit artikelonderdeel betekent dat de opdrachtgever (de persoon of entiteit die de opdracht heeft gegeven) te allen tijde (op elk moment) bevoegd is (het recht heeft) om de overeenkomst (de afspraak voor het werk) geheel of gedeeltelijk op te zeggen (volledig of voor een deel te beëindigen).

2. In geval van zulke opzegging zal hij de voor het gehele werk geldende prijs moeten betalen, verminderd met de besparingen die voor de aannemer uit de opzegging voortvloeien, tegen aflevering door de aannemer van het reeds voltooide werk. Indien de prijs afhankelijk was gesteld van de werkelijk door de aannemer te maken kosten, wordt de door de opdrachtgever verschuldigde prijs berekend op grondslag van de gemaakte kosten, de verrichte arbeid en de winst die de aannemer over het gehele werk zou hebben gemaakt.

Dit lid preciseert de financiële gevolgen van een dergelijke opzegging. De opdrachtgever zal de prijs moeten betalen die voor het gehele werk was afgesproken. Deze prijs wordt echter verminderd met de besparingen die voor de aannemer (de uitvoerder van het werk) uit de opzegging voortvloeien (ontstaan doordat het werk niet volledig wordt uitgevoerd). Deze betaling vindt plaats tegen aflevering (overdracht) door de aannemer van het reeds voltooide werk (het werk dat al klaar is). Indien de prijs oorspronkelijk afhankelijk was gesteld van de werkelijk door de aannemer te maken kosten, dan wordt de door de opdrachtgever verschuldigde prijs berekend. Deze berekening gebeurt op grondslag van (op basis van) de reeds gemaakte kosten, de reeds verrichte arbeid en de winst die de aannemer over het gehele werk zou hebben gemaakt (als de overeenkomst niet was opgezegd).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad37x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY8728 - Stelplicht en Mededelingsplicht Besparingen bij Opzegging Aanneming van Werk - 11 april 2013

ECLI:NL:HR:2013:BY872811 april 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De opdrachtgever draagt de stelplicht en bewijslast van besparingen na opzegging van een aannemingsovereenkomst (art. 7:764 lid 2 BW). Op de aannemer rust echter een belangrijke mededelingsplicht, waardoor hij onvoldoende onderbouwd verweer van de opdrachtgever moet weerleggen met concrete informatie over de besteding van vrijgekomen arbeidstijd.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:2206 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 8 juli 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:22068 juli 2024Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:4683 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 15 juli 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:468315 juli 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:5226 - Rechtbank Noord-Holland - 14 mei 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:522614 mei 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:2127 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 25 maart 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:212725 maart 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2023:12585 - Rechtbank Noord-Holland - 12 december 2023

ECLI:NL:RBNHO:2023:1258512 december 2023Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:9484 - Rechtbank Noord-Holland - 15 september 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:948415 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:906 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2024

ECLI:NL:PHR:2024:9065 september 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:2999 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 23 september 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:299923 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:1381 - Rechtbank Rotterdam - 14 februari 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:138114 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak