Artikel 76 (Beperkingen kredietvergoeding consumentenkrediet)
1. Het is de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten verboden enige andere vorm van kredietvergoeding te bedingen, in rekening te brengen of te aanvaarden dan:
a. een vergoeding die verschuldigd is bij afwikkeling overeenkomstig de betalingsregeling van de kredietovereenkomst; b. een vergoeding die verschuldigd wordt ingeval de kredietnemer, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling ingevolge de kredietovereenkomst.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt, ten einde het aanvaarden door de kredietgever van te grote risico’s tegen te gaan, de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding vastgesteld en worden regels gegeven betreffende de tijdstippen waarop de kredietvergoeding in rekening wordt gebracht.
3. De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding wordt uitgedrukt in een geldsom, een percentage of in enige andere vorm. Deze kan verschillen naar gelang van de hoogte van de kredietsom, de looptijd van de kredietovereenkomst, mede in verband met de termijnen van aflossing, de vorm van de kredietvergoeding bedoeld in lid 1, en het al dan niet variabel zijn van de kredietvergoeding.
4. Het is de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten verboden een hogere kredietvergoeding in rekening te brengen, te bedingen of te aanvaarden dan wel de kredietvergoeding op een ander tijdstip in rekening te brengen dan in gevolge de leden 2 en 3 is toegelaten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het is de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten verboden enige andere vorm van kredietvergoeding te bedingen, in rekening te brengen of te aanvaarden dan:
Dit betekent dat het de kredietverstrekker en de verkoper van goederen of diensten niet is toegestaan om een andere soort kredietvergoeding af te spreken, te berekenen of te accepteren dan de hieronder genoemde vormen.
a. een vergoeding die verschuldigd is bij afwikkeling overeenkomstig de betalingsregeling van de kredietovereenkomst;
Dit betreft een vergoeding die betaald moet worden wanneer de kredietovereenkomst wordt afgerond volgens de afgesproken betalingsregeling.
b. een vergoeding die verschuldigd wordt ingeval de kredietnemer, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling ingevolge de kredietovereenkomst.
Dit betreft een vergoeding die betaald moet worden als de kredietnemer, nadat hij formeel in gebreke is gesteld, zijn betalingsverplichtingen volgens de kredietovereenkomst niet nakomt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt, ten einde het aanvaarden door de kredietgever van te grote risico’s tegen te gaan, de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding vastgesteld en worden regels gegeven betreffende de tijdstippen waarop de kredietvergoeding in rekening wordt gebracht.
Dit lid stelt dat via een algemene maatregel van bestuur de maximaal toegestane kredietvergoeding wordt bepaald. Dit gebeurt om te voorkomen dat kredietverstrekkers te grote financiële risico's nemen. In dezelfde maatregel worden ook regels vastgelegd over wanneer de kredietvergoeding in rekening mag worden gebracht.
3. De ten hoogste toegelaten kredietvergoeding wordt uitgedrukt in een geldsom, een percentage of in enige andere vorm. Deze kan verschillen naar gelang van de hoogte van de kredietsom, de looptijd van de kredietovereenkomst, mede in verband met de termijnen van aflossing, de vorm van de kredietvergoeding bedoeld in lid 1, en het al dan niet variabel zijn van de kredietvergoeding.
Dit betekent dat de maximaal toegestane kredietvergoeding kan worden weergegeven als een specifiek bedrag, een percentage, of op een andere manier. De hoogte van deze vergoeding kan variëren afhankelijk van verschillende factoren, zoals de hoogte van het geleende bedrag (kredietsom), de duur van de lening (looptijd), de aflossingstermijnen, het type kredietvergoeding zoals genoemd in lid 1, en of de kredietvergoeding een vast of variabel bedrag is.
4. Het is de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten verboden een hogere kredietvergoeding in rekening te brengen, te bedingen of te aanvaarden dan wel de kredietvergoeding op een ander tijdstip in rekening te brengen dan in gevolge de leden 2 en 3 is toegelaten.
Dit lid verbiedt de kredietverstrekker en de leverancier van goederen of diensten om een kredietvergoeding te vragen, af te spreken of te accepteren die hoger is dan toegestaan volgens de regels in lid 2 en 3. Het is ook verboden de kredietvergoeding op een ander moment in rekening te brengen dan wat volgens diezelfde leden is toegestaan.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:778 - Achteraf-betaalservice: wanneer is uitstel van betaling een consumentenkrediet?
De Hoge Raad kwalificeert een achteraf-betaalservice als kredietovereenkomst. Een 'payment fee' telt als kredietkost. De vraag of wettelijke vertragingsrente en incassokosten ook als kredietkosten gelden, en daarmee de meeste achteraf-betaalservices onder de richtlijn vallen, wordt voorgelegd aan het Hof van Justitie EU.
ECLI:NL:HR:2023:1006 - AfterPay: Vallen incassokosten en vertragingsrente onder de Richtlijn consumentenkrediet?
De Hoge Raad vraagt het HvJEU of vertragingsrente en incassokosten 'kosten van het krediet' zijn. Dit antwoord bepaalt of achteraf-betaaldiensten zoals AfterPay onder de strenge regels van de Richtlijn consumentenkrediet vallen of onder een uitzondering voor krediet met onbetekenende kosten.