Artikel 754 (Waarschuwingsplicht aannemer onjuistheden opdracht gebreken)
1. De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren, alsmede fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.
2. Bij aanneming van een bouwwerk geschiedt een waarschuwing als bedoeld in lid 1 schriftelijk en ondubbelzinnig en wijst de aannemer de opdrachtgever tijdig op de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Uitleg in duidelijke taal
1. De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Hetzelfde geldt in geval van gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever, daaronder begrepen de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren, alsmede fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.
Dit lid stelt dat de aannemer de plicht heeft om de opdrachtgever te waarschuwen. Deze waarschuwingsplicht geldt zowel bij het aangaan van de overeenkomst als tijdens de uitvoering ervan. De aannemer moet waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht, op voorwaarde dat hij deze onjuistheden kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Dezelfde verplichting geldt voor gebreken en de ongeschiktheid van zaken die van de opdrachtgever afkomstig zijn. Dit omvat mede de grond waarop de opdrachtgever een werk laat uitvoeren, en ook fouten of gebreken in door de opdrachtgever aangeleverde documenten zoals plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken of uitvoeringsvoorschriften.
2. Bij aanneming van een bouwwerk geschiedt een waarschuwing als bedoeld in lid 1 schriftelijk en ondubbelzinnig en wijst de aannemer de opdrachtgever tijdig op de mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Dit lid preciseert dat, wanneer het de aanneming van een bouwwerk betreft, een waarschuwing zoals omschreven in lid 1 schriftelijk en ondubbelzinnig (dat wil zeggen: niet voor meerdere uitleg vatbaar) moet worden gegeven. Daarbij moet de aannemer de opdrachtgever tijdig attenderen op de mogelijke consequenties voor een correcte (deugdelijke) uitvoering van de overeenkomst. Van deze bepaling mag niet worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de opdrachtgever, indien de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (een consument).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1083 - Schadestaatprocedure: rechter is gebonden aan aansprakelijkheidsgrondslag uit hoofdprocedure - 18 juni 2020
De rechter in een schadestaatprocedure is gebonden aan de in de hoofdprocedure vastgestelde grondslag voor aansprakelijkheid. Een onbegrijpelijke uitleg van die grondslag, bijvoorbeeld door een tekortkoming anders te kwalificeren, leidt tot vernietiging in cassatie.