Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 2a. Consumentenkredietovereenkomsten
Afdeling 2. Overige bepalingen betreffende consumentenkredietovereenkomsten
Artikel 75

Artikel 75 (Reikwijdte overige bepalingen consumentenkrediet)

Laatste versie

1. Onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling gelden voor de daar bedoelde kredietovereenkomsten voorts de volgende bepalingen met dien verstande dat de artikelen 77 lid 1 onder a, behoudens voor zover het betreft bedingen tot eenzijdige verhoging van de kredietvergoeding, en onder c, 79, 80 en 81 niet gelden voor kredietovereenkomsten waarvan de kredietsom meer dan € 40.000 bedraagt.

2. Onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling gelden van de onderhavige afdeling voor kredietovereenkomsten waarbij de betalingen van de consument plaatsvinden binnen drie maanden nadat de geldsom ter beschikking is gesteld, onderscheidenlijk nadat met het verschaffen van het genot van de zaak of het verlenen van de dienst een aanvang is gemaakt, uitsluitend de artikelen 76 en 77 lid 1 aanhef en onder a.

3. In afwijking van het eerste lid, geldt deze afdeling niet voor de overeenkomst betreffende effectenkrediet.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling gelden voor de daar bedoelde kredietovereenkomsten voorts de volgende bepalingen met dien verstande dat de artikelen 77 lid 1 onder a, behoudens voor zover het betreft bedingen tot eenzijdige verhoging van de kredietvergoeding, en onder c, 79, 80 en 81 niet gelden voor kredietovereenkomsten waarvan de kredietsom meer dan € 40.000 bedraagt.

Dit lid bepaalt dat, onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling, voor de kredietovereenkomsten die in die vorige afdeling worden bedoeld, tevens de bepalingen van deze huidige afdeling (Afdeling 2) gelden. Hierbij geldt echter de voorwaarde dat de artikelen 77 lid 1 onder a (met uitzondering van bedingen die een eenzijdige verhoging van de kredietvergoeding betreffen), en onder c, alsmede de artikelen 79, 80 en 81, niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten waarvan de kredietsom meer dan € 40.000 bedraagt.

2. Onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling gelden van de onderhavige afdeling voor kredietovereenkomsten waarbij de betalingen van de consument plaatsvinden binnen drie maanden nadat de geldsom ter beschikking is gesteld, onderscheidenlijk nadat met het verschaffen van het genot van de zaak of het verlenen van de dienst een aanvang is gemaakt, uitsluitend de artikelen 76 en 77 lid 1 aanhef en onder a.

Dit lid stelt dat, onverminderd de bepalingen van de vorige afdeling, van de bepalingen uit deze huidige afdeling (Afdeling 2) slechts enkele specifiek genoemde artikelen van toepassing zijn op bepaalde kredietovereenkomsten. Dit betreft kredietovereenkomsten waarbij de consument de betalingen verricht binnen een termijn van drie maanden nadat de geldsom ter beschikking is gesteld, of, naar gelang het geval, nadat een aanvang is gemaakt met het verschaffen van het genot van de zaak of het verlenen van de dienst. Voor dergelijke kredietovereenkomsten zijn uitsluitend de artikelen 76 en 77 lid 1, aanhef en onder a, van deze afdeling van toepassing.

3. In afwijking van het eerste lid, geldt deze afdeling niet voor de overeenkomst betreffende effectenkrediet.

Dit lid introduceert een afwijking op wat in het eerste lid is gesteld. Het bepaalt dat deze gehele afdeling (Afdeling 2) niet van toepassing is op overeenkomsten die betrekking hebben op effectenkrediet.