Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. Degene aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijze mag aannemen dat deze toezending is geschied ten einde hem tot een koop te bewegen, is ongeacht enige andersluidende mededeling van de verzender jegens deze bevoegd de zaak om niet te behouden, tenzij het hem is toe te rekenen dat de toezending is geschied.

Dit lid bepaalt dat de persoon aan wie een zaak is toegezonden en die redelijkerwijze mag aannemen dat deze toezending is gebeurd met de bedoeling (ten einde) hem tot een koop te bewegen, het recht heeft (jegens de verzender bevoegd is) om de zaak om niet (dat wil zeggen: zonder te betalen) te behouden. Dit recht geldt ongeacht enige andersluidende mededeling van de verzender. Een uitzondering hierop is als het de ontvanger is toe te rekenen (aan zijn schuld te wijten is) dat de toezending heeft plaatsgevonden.

2. Geen verplichting tot betaling ontstaat voor een natuurlijke persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit, bij de ongevraagde levering van zaken, financiële producten, water, gas, elektriciteit, stadsverwarming, dan wel de ongevraagde verrichting van diensten, als bedoeld in artikel 193i onderdeel f van Boek 6. Het uitblijven van een reactie van een natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit, op de ongevraagde levering of verstrekking wordt niet als aanvaarding aangemerkt. Wordt desalniettemin een zaak toegezonden als bedoeld in de eerste zin, dan is het in lid 1 bepaalde omtrent de bevoegdheid, de zaak om niet te behouden, van overeenkomstige toepassing. Dit lid is van toepassing ongeacht of de verzender wordt vertegenwoordigd.

Dit lid stelt dat er geen verplichting tot betaling ontstaat voor een natuurlijke persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit (een consument), in het geval van ongevraagde levering van zaken (waaronder financiële producten, water, gas, elektriciteit, stadsverwarming) of de ongevraagde verrichting van diensten, zoals omschreven in artikel 193i onderdeel f van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Wanneer een dergelijke natuurlijke persoon niet reageert op de ongevraagde levering of verstrekking, wordt dit niet als aanvaarding aangemerkt. Indien er desondanks toch een zaak wordt toegezonden zoals beschreven in de eerste zin van dit lid, dan is de bepaling uit lid 1 met betrekking tot de bevoegdheid om de zaak om niet te behouden, ook hier van toepassing (van overeenkomstige toepassing). Deze bepaling geldt ook als de verzender handelt via een vertegenwoordiger (ongeacht of de verzender wordt vertegenwoordigd).

3. Indien de ontvanger in de gevallen, bedoeld in de leden 1–2, de zaak terugzendt, komen de kosten hiervan voor rekening van de verzender.

Dit lid bepaalt dat als de ontvanger, in de situaties die in lid 1 en lid 2 zijn beschreven, de ongevraagd toegezonden zaak terugstuurt, de kosten hiervan voor rekening van de verzender komen.