Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 11. Bijzondere bepalingen ter zake van de uitzendovereenkomst
Artikel 690

Artikel 690 (Definitie uitzendovereenkomst)

Laatste versie

De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde.

Uitleg in duidelijke taal

De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde.

Dit artikel definieert de uitzendovereenkomst. Het beschrijft de uitzendovereenkomst als de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever (het uitzendbureau) ter beschikking wordt gesteld van een derde (de inlener). Dit gebeurt in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever. De werknemer verricht arbeid voor de derde krachtens een door deze derde aan de werkgever verstrekte opdracht. Deze arbeid wordt verricht onder toezicht en leiding van de derde.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad88x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BU9889

ECLI:NL:HR:2012:BU988924 februari 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2356

ECLI:NL:HR:2016:23564 november 2016Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3019

ECLI:NL:HR:2015:30199 oktober 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2757 - Uitzendovereenkomst, payrolling en opvolgend werkgeverschap: reikwijdte ketenregeling en Ragetlie-regel

ECLI:NL:HR:2016:27572 december 2016Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

Een payrollconstructie valt onder de ruime definitie van de uitzendovereenkomst. Bij een directe overstap van de werknemer naar de inlener, moet deze inlener als opvolgend werkgever worden beschouwd. De voorgaande periode telt dan mee voor de ketenregeling en de Ragetlie-regel.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:426 - Uitzendbeding bij ziekte: fictief verzoek inlener in CAO is nietig

ECLI:NL:HR:2023:42617 maart 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een CAO-bepaling die stelt dat een uitzendovereenkomst bij ziekmelding eindigt door een fictief beëindigingsverzoek van de inlener, is nietig. Voor een rechtsgeldig einde van de uitzendovereenkomst op grond van het uitzendbeding is een daadwerkelijk verzoek van de inlener vereist.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO6755

ECLI:NL:HR:2011:BO675517 juni 2011Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2496

ECLI:NL:HR:2016:24964 november 2016Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:413 - Nakoming cao-vordering door vakbond: de wens van de werknemer is niet altijd vereist

ECLI:NL:HR:2021:41319 maart 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vakbond kan nakoming vorderen van cao-verplichtingen. Een veroordeling van de werkgever hoeft alleen afhankelijk te worden gesteld van de wens van de werknemer als de cao een individuele keuzemogelijkheid biedt. Dat de werknemer er recht op moet hebben, is vanzelfsprekend.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:312

ECLI:NL:HR:2020:31221 februari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:887

ECLI:NL:HR:2023:8879 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak