Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 9. Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 682

Artikel 682 (Herstel of billijke vergoeding na opzegging)

Laatste versie

1. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is opgezegd met de toestemming, bedoeld in artikel 671a:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a of b; b. aan hem, bij een opzegging in strijd met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a, ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien herstel in redelijkheid niet mogelijk is vanwege een omstandigheid waarbij sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever; of c. aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel b, het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

2. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d of h:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669; of b. aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

3. De rechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen e of f, aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging:

a. in strijd is met artikel 669; of b. het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

4. Indien de werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 690, binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, dezelfde werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte door een ander laat verrichten en hij de voormalige werknemer niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden op de bij de werkgever gebruikelijke voorwaarden te hervatten, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of b. aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

5. Indien de werkgever, bedoeld in artikel 690, verzuimt om, indien binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, een vacature ontstaat voor dezelfde of vergelijkbare werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte voor de ontbinding, de voormalige werknemer in de gelegenheid te stellen als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij de derde, bedoeld in artikel 690, te worden voorgedragen, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of b. aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

6. Indien de kantonrechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt als bedoeld in lid 1, onderdeel a, of lid 2, onderdeel a, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst wordt hersteld en treft hij voorzieningen omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst.

7. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d, e, f of h, aan hem ten laste van de werkgever een vergoeding toekennen van ten hoogste de helft van de transitievergoeding, bedoeld in artikel 673, lid 2, indien de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel i.

8. Elk beding waarbij de bevoegdheid, bedoeld in de leden 1 tot en met 5 en 7, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig.

Uitleg in duidelijke taal

1. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is opgezegd met de toestemming, bedoeld in artikel 671a:

Dit betekent dat de kantonrechter, wanneer een werknemer wiens arbeidsovereenkomst is beëindigd (opgezegd) met de in artikel 671a genoemde toestemming (meestal van het UWV) een verzoek indient, de volgende beslissingen kan nemen:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a of b;

Dit houdt in dat de kantonrechter de werkgever kan verplichten (veroordelen) om de arbeidsovereenkomst weer in te stellen (herstellen) als de opzegging niet voldoet aan de eisen van artikel 669, lid 1 (vereiste van een redelijke grond) of lid 3, onderdeel a (bedrijfseconomische redenen) of b (langdurige arbeidsongeschiktheid).

b. aan hem, bij een opzegging in strijd met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a, ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien herstel in redelijkheid niet mogelijk is vanwege een omstandigheid waarbij sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever; of

Dit betekent dat de kantonrechter aan de werknemer een redelijke (billijke) vergoeding kan toewijzen die de werkgever moet betalen, als de opzegging in strijd is met artikel 669, lid 1 of lid 3, onderdeel a, en herstel van de arbeidsovereenkomst redelijkerwijs niet mogelijk is door een situatie waarin de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten.

c. aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 669, lid 3, onderdeel b, het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Dit houdt in dat de kantonrechter aan de werknemer een billijke vergoeding kan toewijzen die de werkgever moet betalen, als de opzegging vanwege omstandigheden zoals genoemd in artikel 669, lid 3, onderdeel b (langdurige arbeidsongeschiktheid), het resultaat is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

2. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d of h:

Dit betekent dat de kantonrechter, op verzoek van een werknemer zoals gespecificeerd in artikel 671, lid 1, onderdelen d (bijvoorbeeld opzegging tijdens proeftijd die nietig is) of h (andere gevallen van nietige of vernietigbare opzegging), de volgende beslissingen kan nemen:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen indien de opzegging in strijd is met artikel 669; of

Dit houdt in dat de kantonrechter de werkgever kan verplichten de arbeidsovereenkomst te herstellen als de opzegging niet voldoet aan de eisen van artikel 669 (vereiste van een redelijke grond).

b. aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Dit betekent dat de kantonrechter aan de werknemer een billijke vergoeding kan toewijzen die de werkgever moet betalen, als de opzegging het resultaat is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

3. De rechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen e of f, aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen indien de opzegging:

Dit betekent dat de rechter, op verzoek van een werknemer zoals gespecificeerd in artikel 671, lid 1, onderdelen e (opzegging door de curator in faillissement of de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling) of f (opzegging van de arbeidsovereenkomst met een bestuurder van een rechtspersoon), aan de werknemer een billijke vergoeding kan toewijzen die de werkgever moet betalen, indien de opzegging:

a. in strijd is met artikel 669; of

Dit houdt in dat de opzegging niet voldoet aan de eisen van artikel 669 (vereiste van een redelijke grond).

b. het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Dit betekent dat de opzegging het resultaat is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

4. Indien de werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 690, binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, dezelfde werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte door een ander laat verrichten en hij de voormalige werknemer niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden op de bij de werkgever gebruikelijke voorwaarden te hervatten, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

Dit betekent dat als een werkgever (die geen uitzendwerkgever is zoals bedoeld in artikel 690) binnen 26 weken na de datum van de rechterlijke beslissing tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van artikel 669, lid 3, onderdeel a (bedrijfseconomische redenen), dezelfde werkzaamheden die de ontslagen werknemer deed door iemand anders laat uitvoeren, en de werkgever de voormalige werknemer niet de kans heeft gegeven om zijn oude werkzaamheden onder de normale voorwaarden bij die werkgever te hervatten, de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of

De werkgever kan veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen vanaf de datum dat deze beëindigd was.

b. aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

Aan de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen die de werkgever moet betalen.

5. Indien de werkgever, bedoeld in artikel 690, verzuimt om, indien binnen 26 weken na de datum van de ontbindingsbeschikking op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, een vacature ontstaat voor dezelfde of vergelijkbare werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte voor de ontbinding, de voormalige werknemer in de gelegenheid te stellen als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij de derde, bedoeld in artikel 690, te worden voorgedragen, kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

Dit betekent dat als een werkgever zoals bedoeld in artikel 690 (een uitzendwerkgever) nalaat (verzuimt) om, wanneer er binnen 26 weken na de datum van de rechterlijke beslissing tot ontbinding op basis van artikel 669, lid 3, onderdeel a (bedrijfseconomische redenen) een vacature vrijkomt voor dezelfde of soortgelijke werkzaamheden als die de werknemer voor de ontbinding deed, de voormalige werknemer de kans te geven om als kandidaat te worden voorgesteld voor tewerkstelling (terbeschikkingstelling) bij de derde partij (de inlener) zoals bedoeld in artikel 690, de kantonrechter op verzoek van de werknemer:

a. de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van de dag waarop deze is geëindigd; of

De werkgever kan veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen vanaf de datum dat deze beëindigd was.

b. aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen.

Aan de werknemer een billijke vergoeding kan toekennen die de werkgever moet betalen.

6. Indien de kantonrechter een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst uitspreekt als bedoeld in lid 1, onderdeel a, of lid 2, onderdeel a, bepaalt hij op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst wordt hersteld en treft hij voorzieningen omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst.

Dit betekent dat als de kantonrechter beslist dat de werkgever de arbeidsovereenkomst moet herstellen, zoals genoemd in lid 1, onderdeel a, of lid 2, onderdeel a, de kantonrechter ook vaststelt per wanneer de arbeidsovereenkomst wordt hersteld en regelingen treft voor de juridische gevolgen van de periode waarin de arbeidsovereenkomst onderbroken was.

7. De kantonrechter kan op verzoek van een werknemer als bedoeld in artikel 671, lid 1, onderdelen d, e, f of h, aan hem ten laste van de werkgever een vergoeding toekennen van ten hoogste de helft van de transitievergoeding, bedoeld in artikel 673, lid 2, indien de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel i.

Dit betekent dat de kantonrechter, op verzoek van een werknemer zoals gespecificeerd in artikel 671, lid 1, onderdelen d, e, f of h, aan de werknemer een vergoeding kan toewijzen die de werkgever moet betalen. Deze vergoeding is maximaal de helft van de transitievergoeding zoals bedoeld in artikel 673, lid 2, en kan worden toegekend als de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd op basis van artikel 669, lid 3, onderdeel i (de cumulatiegrond).

8. Elk beding waarbij de bevoegdheid, bedoeld in de leden 1 tot en met 5 en 7, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig.

Dit betekent dat elke afspraak of voorwaarde (beding) waarmee de in de leden 1 tot en met 5 en 7 genoemde rechten van de werknemer om naar de kantonrechter te stappen worden weggenomen (uitgesloten) of ingeperkt (beperkt), ongeldig is (nietig).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad69x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS2030

ECLI:NL:HR:2005:AS203015 april 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:80 - Herstel arbeidsovereenkomst: transitievergoeding niet automatisch terugbetalen

ECLI:NL:HR:2019:8025 januari 2019Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Herstel van de arbeidsovereenkomst na een onterechte ontbinding leidt niet automatisch tot een plicht tot terugbetaling van de transitievergoeding. Een terugbetalingsplicht vereist een specifieke rechterlijke voorziening, die in samenhang met andere compensaties voor de onderbreking moet worden beoordeeld.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3241

ECLI:NL:HR:2017:324122 december 2017Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:106

ECLI:NL:HR:2019:10625 januari 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1720

ECLI:NL:HR:2019:17208 november 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BJ9069

ECLI:NL:HR:2009:BJ906911 december 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AS2032

ECLI:NL:HR:2005:AS203215 april 2005Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:418

ECLI:NL:HR:2020:41813 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2901

ECLI:NL:HR:2014:29013 oktober 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerzekeringsrecht, Arbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2003:AJ0534

ECLI:NL:HR:2003:AJ053421 november 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak