Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 9. Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 676

Artikel 676 (Opzegging tijdens proeftijd)

Laatste versie

1. Indien een proeftijd is bedongen, is ieder der partijen, zolang die tijd niet is verstreken, bevoegd de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen.

2. De werkgever die de arbeidsovereenkomst opzegt, geeft de werknemer op diens verzoek schriftelijk opgave van de reden van opzegging.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een proeftijd is bedongen, is ieder der partijen, zolang die tijd niet is verstreken, bevoegd de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen.

Dit betekent letterlijk: Wanneer er een proeftijd is afgesproken (bedongen), dan mag zowel de werkgever als de werknemer (ieder der partijen) de arbeidsovereenkomst direct beëindigen (met onmiddellijke ingang opzeggen), zolang de proeftijd nog loopt (niet is verstreken).

2. De werkgever die de arbeidsovereenkomst opzegt, geeft de werknemer op diens verzoek schriftelijk opgave van de reden van opzegging.

Dit betekent letterlijk: Als de werkgever degene is die de arbeidsovereenkomst opzegt, dan moet de werkgever, als de werknemer daarom vraagt (op diens verzoek), schriftelijk de reden voor de opzegging meedelen (opgave van de reden van opzegging).