Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 9. Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 673e

Artikel 673e (Compensatie transitievergoeding werkgever door UWV)

Laatste versie

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, verstrekt op verzoek van de werkgever die op grond van artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd was, een vergoeding, indien de arbeidsovereenkomst:

a. na de periode, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a, en lid 11:

1°. is beëindigd omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten; of 2°. van rechtswege is geëindigd en de werknemer op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, wegens ziekte of gebreken niet in staat was de bedongen arbeid te verrichten;

b. is geëindigd in verband met het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming en de werkgever, die minder dan een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal werknemers in dienst had:

1°. de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd bereikt of heeft bereikt; 2°. dit onderdeel is nog niet in werking getreden; 3°. is overleden.

2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is gelijk aan de vergoeding die de werkgever in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer heeft verstrekt, maar bedraagt niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673 aan de werknemer verschuldigd is, verhoogd met de kosten die op grond van artikel 673, lid 6, op dat bedrag in mindering mogen worden gebracht. De vergoeding, bedoeld in lid 1, onderdeel a, bedraagt tevens niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673, voor aftrek van de kosten, bedoeld in artikel 673, lid 6, aan de werknemer verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a. Artikel 670, lid 1, laatste zin, is van overeenkomstige toepassing op de termijn, bedoeld in de vorige zin.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de werkgever op grond van artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd zou zijn als de arbeidsovereenkomst, die bij overeenkomst is beëindigd, door opzegging of door ontbinding zou zijn beëindigd.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot lid 1, aanhef en onderdeel b.

5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen herziet het besluit tot toekennen van de vergoeding, indien de vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag is toegekend. De onverschuldigd betaalde vergoeding wordt teruggevorderd en kan vervolgens bij dwangbevel worden ingevorderd.

6. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen binnen dertien weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.

7. Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van de vergoeding, bedoeld in dit artikel.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, verstrekt op verzoek van de werkgever die op grond van artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd was, een vergoeding, indien de arbeidsovereenkomst:

Dit lid bepaalt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), zoals omschreven in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, een vergoeding geeft aan een werkgever. Dit gebeurt op verzoek van de werkgever die volgens artikel 673 verplicht was een transitievergoeding te betalen. De voorwaarde is dat de arbeidsovereenkomst op een bepaalde manier is geëindigd, zoals hieronder nader gespecificeerd:

a. na de periode, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a, en lid 11:

Dit sublid specificeert dat de arbeidsovereenkomst moet zijn geëindigd na de periode van twee jaar ziekte (zoals bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a) en na de periode genoemd in lid 11 van artikel 670 (verlenging loondoorbetalingsverplichting):

1°. is beëindigd omdat de werknemer wegens ziekte of gebreken niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten; of

Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst is gestopt omdat de werknemer door ziekte of gebreken de afgesproken werkzaamheden niet meer kon uitvoeren;

2°. van rechtswege is geëindigd en de werknemer op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, wegens ziekte of gebreken niet in staat was de bedongen arbeid te verrichten;

Dit houdt in dat de arbeidsovereenkomst automatisch (van rechtswege) is geëindigd, en dat de werknemer op dat moment door ziekte of gebreken de afgesproken werkzaamheden niet kon uitvoeren;

b. is geëindigd in verband met het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming en de werkgever, die minder dan een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen aantal werknemers in dienst had:

Dit sublid specificeert dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd omdat er arbeidsplaatsen zijn verdwenen doordat de onderneming haar activiteiten heeft gestopt. Dit geldt alleen als de werkgever minder werknemers in dienst had dan een aantal dat via een algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld, en als een van de volgende situaties van toepassing is op de werkgever:

1°. de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd bereikt of heeft bereikt;

Dit betekent dat de werkgever de pensioengerechtigde leeftijd, zoals genoemd in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt;

2°. dit onderdeel is nog niet in werking getreden;

Dit onderdeel van de wet is op dit moment nog niet van kracht;

3°. is overleden.

Dit betekent dat de werkgever is overleden.

2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is gelijk aan de vergoeding die de werkgever in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer heeft verstrekt, maar bedraagt niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673 aan de werknemer verschuldigd is, verhoogd met de kosten die op grond van artikel 673, lid 6, op dat bedrag in mindering mogen worden gebracht. De vergoeding, bedoeld in lid 1, onderdeel a, bedraagt tevens niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673, voor aftrek van de kosten, bedoeld in artikel 673, lid 6, aan de werknemer verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a. Artikel 670, lid 1, laatste zin, is van overeenkomstige toepassing op de termijn, bedoeld in de vorige zin.

Dit lid stelt dat de vergoeding die het UWV aan de werkgever verstrekt (zoals genoemd in lid 1) gelijk is aan de transitievergoeding die de werkgever aan de werknemer heeft betaald vanwege het beëindigen of niet verlengen van de arbeidsovereenkomst. Deze UWV-vergoeding is echter gemaximeerd tot het bedrag van de transitievergoeding die de werkgever volgens artikel 673 verschuldigd was, plus eventuele kosten die volgens artikel 673, lid 6, op die transitievergoeding in mindering gebracht mochten worden. Specifiek voor de situatie in lid 1, onderdeel a (langdurige ziekte), is de UWV-vergoeding ook gemaximeerd tot het bedrag van de transitievergoeding (vóór aftrek van kosten volgens artikel 673, lid 6) die verschuldigd zou zijn als de arbeidsovereenkomst zou eindigen direct na de tweejarige ziekteperiode (artikel 670, lid 1, onderdeel a). De laatste zin van artikel 670, lid 1 (over verlenging van de termijn bij een te late WIA-aanvraag) geldt ook voor deze tweejaarstermijn.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de werkgever op grond van artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd zou zijn als de arbeidsovereenkomst, die bij overeenkomst is beëindigd, door opzegging of door ontbinding zou zijn beëindigd.

Dit lid bepaalt dat de regels uit lid 1 en 2 ook gelden als de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden (bij overeenkomst) is beëindigd, terwijl de werkgever volgens artikel 673 een transitievergoeding verschuldigd zou zijn geweest als de overeenkomst door opzegging of ontbinding was geëindigd.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot lid 1, aanhef en onderdeel b.

Dit lid geeft aan dat er via een algemene maatregel van bestuur (een nadere uitwerking van de wet door de regering) verdere regels zullen worden opgesteld over de situatie beschreven in lid 1, aanhef (de algemene voorwaarde) en onderdeel b (beëindiging van de onderneming door een kleine werkgever).

5. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen herziet het besluit tot toekennen van de vergoeding, indien de vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag is toegekend. De onverschuldigd betaalde vergoeding wordt teruggevorderd en kan vervolgens bij dwangbevel worden ingevorderd.

Dit lid stelt dat het UWV een besluit om de vergoeding toe te kennen zal herzien als blijkt dat de vergoeding onterecht of voor een te hoog bedrag is gegeven. Als er onterecht betaald is, wordt dit bedrag teruggevraagd. Als de werkgever niet vrijwillig terugbetaalt, kan het UWV het bedrag via een dwangbevel (een officieel bevel tot betaling) innen.

6. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen binnen dertien weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.

Dit lid bepaalt dat het UWV, anders dan wat in artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht staat, binnen dertien weken moet beslissen op een bezwaarschrift. Deze termijn van dertien weken begint te lopen vanaf de dag nadat de termijn voor het indienen van dat bezwaarschrift voorbij is.

7. Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van de vergoeding, bedoeld in dit artikel.

Dit lid geeft aan dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via een ministeriële regeling nadere regels zal opstellen over hoe de vergoeding, zoals beschreven in dit artikel, aangevraagd moet worden.