Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 9. Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 668

Artikel 668 (Aanzegplicht einde arbeidsovereenkomst bepaalde tijd)

Laatste versie

1. De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:

a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.

2. Lid 1 is niet van toepassing, indien:

a. bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld; of b. de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan zes maanden.

3. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, aanhef en onderdeel a, in het geheel niet is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand. Indien de werkgever die verplichting niet tijdig is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. De vergoeding is verschuldigd vanaf een maand na de dag waarop de verplichting op grond van lid 1 is ontstaan. De vergoeding is niet langer verschuldigd, indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

4. De arbeidsovereenkomst wordt geacht voor dezelfde tijd, maar ten hoogste voor een jaar, op de vroegere voorwaarden te zijn voortgezet, indien:

a. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, wordt voortgezet en de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, onderdeel a of b, niet is nagekomen; of b. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 2, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet.

5. Lid 4, onderdeel b, geldt tevens wanneer in de gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet uitdrukkelijk zijn geregeld.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat voor de toepassing van lid 3 wordt verstaan onder loon.

Uitleg in duidelijke taal

1. De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:

Dit betekent dat de werkgever de werknemer schriftelijk moet informeren, en wel uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege (automatisch vanzelf) afloopt, over de volgende punten:

a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en

Dit houdt in dat de werkgever moet meedelen of de arbeidsovereenkomst wel of niet zal worden voortgezet; en

b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.

Dit betekent dat, indien de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet, de werkgever moet aangeven onder welke voorwaarden hij de arbeidsovereenkomst wil laten doorlopen.

2. Lid 1 is niet van toepassing, indien:

Het eerste lid van dit artikel geldt niet in de volgende situaties:

a. bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld; of

Dit is het geval wanneer bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is afgesproken dat deze eindigt op een moment dat niet als een specifieke datum op de kalender is vastgelegd (bijvoorbeeld voor de duur van een project of een specifieke klus); of

b. de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan zes maanden.

Dit betreft de situatie waarin de arbeidsovereenkomst is gesloten voor een duur van minder dan zes maanden.

3. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, aanhef en onderdeel a, in het geheel niet is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand. Indien de werkgever die verplichting niet tijdig is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. De vergoeding is verschuldigd vanaf een maand na de dag waarop de verplichting op grond van lid 1 is ontstaan. De vergoeding is niet langer verschuldigd, indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.

Wanneer de werkgever de verplichting zoals omschreven in lid 1, specifiek het informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst (onderdeel a), helemaal niet heeft vervuld, dan is hij de werknemer een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is gelijk aan het loonbedrag voor één maand. Als de werkgever deze verplichting niet op tijd (dus te laat) heeft vervuld, dan is hij de werknemer een vergoeding naar rato (een evenredig deel) verschuldigd. Deze vergoeding moet betaald worden vanaf één maand na de dag waarop de informatieplicht volgens lid 1 is ontstaan. De verplichting tot het betalen van deze vergoeding vervalt indien de werkgever failliet is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend, of als de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing is verklaard.

4. De arbeidsovereenkomst wordt geacht voor dezelfde tijd, maar ten hoogste voor een jaar, op de vroegere voorwaarden te zijn voortgezet, indien:

De arbeidsovereenkomst wordt beschouwd als voortgezet voor dezelfde duur als de voorgaande overeenkomst, met een maximum van één jaar, en onder de oorspronkelijke voorwaarden, in de volgende gevallen:

a. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, wordt voortgezet en de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, onderdeel a of b, niet is nagekomen; of

Dit geldt als de arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in lid 1, na afloop van de overeengekomen periode (zoals bedoeld in artikel 667, lid 1) wordt voortgezet, én de werkgever de verplichting om te informeren over het al dan niet voortzetten (lid 1, onderdeel a) of over de voorwaarden bij voortzetting (lid 1, onderdeel b) niet heeft nageleefd; of

b. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 2, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet.

Dit is van toepassing als de arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in lid 2 (dus een contract eindigend op een niet-kalenderdatum of korter dan zes maanden), na afloop van de overeengekomen periode (zoals bedoeld in artikel 667, lid 1) door zowel werkgever als werknemer zonder protest of bezwaar (zonder tegenspraak) wordt voortgezet.

5. Lid 4, onderdeel b, geldt tevens wanneer in de gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet uitdrukkelijk zijn geregeld.

De bepaling in lid 4, onderdeel b, is ook van toepassing in situaties waarvoor opzegging van de arbeidsovereenkomst vereist is, maar deze tijdige opzegging niet heeft plaatsgevonden, en waarbij de consequenties van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet expliciet (uitdrukkelijk) zijn vastgelegd.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat voor de toepassing van lid 3 wordt verstaan onder loon.

Door middel van een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) of op basis daarvan, wordt vastgesteld wat, voor de toepassing van de vergoedingsregeling in lid 3, precies onder 'loon' moet worden begrepen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2905 - Aanzegging als opzegging en overgangsrecht bij opvolgend werkgeverschap

ECLI:NL:HR:2017:290517 november 2017Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Een mededeling van een werkgever kan als opzegging gelden, zelfs als deze is bedoeld als aanzegging. Bij de beoordeling van opvolgend werkgeverschap (WWZ) voor werkgeverswisselingen vóór 1 juli 2015 geldt nog het oude 'zodanige banden'-criterium, ook voor de transitievergoeding.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1374

ECLI:NL:HR:2022:13747 oktober 2022Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA6755

ECLI:NL:HR:2007:BA675519 oktober 2007Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:632 - Berekening transitievergoeding: referteperiode bij ziekte en variabele beloning

ECLI:NL:HR:2019:63219 april 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter mag bij de berekening van het variabele loondeel voor de transitievergoeding niet zomaar afwijken van de wettelijk vastgestelde referteperiode. Dit is alleen toegestaan als onverkorte toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AF2166

ECLI:NL:HR:2002:AF216620 december 2002Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2757 - Uitzendovereenkomst, payrolling en opvolgend werkgeverschap: reikwijdte ketenregeling en Ragetlie-regel

ECLI:NL:HR:2016:27572 december 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een payrollconstructie valt onder de ruime definitie van de uitzendovereenkomst. Bij een directe overstap van de werknemer naar de inlener, moet deze inlener als opvolgend werkgever worden beschouwd. De voorgaande periode telt dan mee voor de ketenregeling en de Ragetlie-regel.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA5774

ECLI:NL:HR:2000:AA577412 mei 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1968:AC2286

ECLI:NL:HR:1968:AC228612 januari 1968Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1967:AB7143

ECLI:NL:HR:1967:AB71436 januari 1967Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Goederenrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2222 - Opzegtermijn bij opvolgend werkgeverschap: bedoeling wetgever prevaleert boven wettekst

ECLI:NL:HR:2018:222230 november 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij opvolgend werkgeverschap telt de duur van de eerdere arbeidsovereenkomst mee voor de opzegtermijn van de opvolgende overeenkomst, ook als beide voor onbepaalde tijd zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de duidelijke bedoeling van de wetgever hierin prevaleert boven de minder duidelijke wettekst.

Civiel RechtArbeidsrecht