Artikel 668 (Aanzegplicht einde arbeidsovereenkomst bepaalde tijd)
1. De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:
a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.
2. Lid 1 is niet van toepassing, indien:
a. bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld; of b. de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan zes maanden.
3. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, aanhef en onderdeel a, in het geheel niet is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand. Indien de werkgever die verplichting niet tijdig is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. De vergoeding is verschuldigd vanaf een maand na de dag waarop de verplichting op grond van lid 1 is ontstaan. De vergoeding is niet langer verschuldigd, indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.
4. De arbeidsovereenkomst wordt geacht voor dezelfde tijd, maar ten hoogste voor een jaar, op de vroegere voorwaarden te zijn voortgezet, indien:
a. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, wordt voortgezet en de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, onderdeel a of b, niet is nagekomen; of b. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 2, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet.
5. Lid 4, onderdeel b, geldt tevens wanneer in de gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet uitdrukkelijk zijn geregeld.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat voor de toepassing van lid 3 wordt verstaan onder loon.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werkgever informeert de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:
Dit betekent dat de werkgever de werknemer schriftelijk moet informeren, en wel uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege (automatisch vanzelf) afloopt, over de volgende punten:
a. over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst; en
Dit houdt in dat de werkgever moet meedelen of de arbeidsovereenkomst wel of niet zal worden voortgezet; en
b. bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten.
Dit betekent dat, indien de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet, de werkgever moet aangeven onder welke voorwaarden hij de arbeidsovereenkomst wil laten doorlopen.
2. Lid 1 is niet van toepassing, indien:
Het eerste lid van dit artikel geldt niet in de volgende situaties:
a. bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld; of
Dit is het geval wanneer bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is afgesproken dat deze eindigt op een moment dat niet als een specifieke datum op de kalender is vastgelegd (bijvoorbeeld voor de duur van een project of een specifieke klus); of
b. de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor een periode korter dan zes maanden.
Dit betreft de situatie waarin de arbeidsovereenkomst is gesloten voor een duur van minder dan zes maanden.
3. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, aanhef en onderdeel a, in het geheel niet is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon voor één maand. Indien de werkgever die verplichting niet tijdig is nagekomen, is hij aan de werknemer een vergoeding naar rato verschuldigd. De vergoeding is verschuldigd vanaf een maand na de dag waarop de verplichting op grond van lid 1 is ontstaan. De vergoeding is niet langer verschuldigd, indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.
Wanneer de werkgever de verplichting zoals omschreven in lid 1, specifiek het informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst (onderdeel a), helemaal niet heeft vervuld, dan is hij de werknemer een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is gelijk aan het loonbedrag voor één maand. Als de werkgever deze verplichting niet op tijd (dus te laat) heeft vervuld, dan is hij de werknemer een vergoeding naar rato (een evenredig deel) verschuldigd. Deze vergoeding moet betaald worden vanaf één maand na de dag waarop de informatieplicht volgens lid 1 is ontstaan. De verplichting tot het betalen van deze vergoeding vervalt indien de werkgever failliet is verklaard, aan hem surseance van betaling is verleend, of als de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing is verklaard.
4. De arbeidsovereenkomst wordt geacht voor dezelfde tijd, maar ten hoogste voor een jaar, op de vroegere voorwaarden te zijn voortgezet, indien:
De arbeidsovereenkomst wordt beschouwd als voortgezet voor dezelfde duur als de voorgaande overeenkomst, met een maximum van één jaar, en onder de oorspronkelijke voorwaarden, in de volgende gevallen:
a. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 1, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, wordt voortgezet en de werkgever de verplichting, bedoeld in lid 1, onderdeel a of b, niet is nagekomen; of
Dit geldt als de arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in lid 1, na afloop van de overeengekomen periode (zoals bedoeld in artikel 667, lid 1) wordt voortgezet, én de werkgever de verplichting om te informeren over het al dan niet voortzetten (lid 1, onderdeel a) of over de voorwaarden bij voortzetting (lid 1, onderdeel b) niet heeft nageleefd; of
b. de arbeidsovereenkomst, bedoeld in lid 2, na het verstrijken van de tijd, bedoeld in artikel 667, lid 1, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet.
Dit is van toepassing als de arbeidsovereenkomst, zoals genoemd in lid 2 (dus een contract eindigend op een niet-kalenderdatum of korter dan zes maanden), na afloop van de overeengekomen periode (zoals bedoeld in artikel 667, lid 1) door zowel werkgever als werknemer zonder protest of bezwaar (zonder tegenspraak) wordt voortgezet.
5. Lid 4, onderdeel b, geldt tevens wanneer in de gevallen waarin opzegging nodig is, tijdige opzegging achterwege blijft en de gevolgen van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet uitdrukkelijk zijn geregeld.
De bepaling in lid 4, onderdeel b, is ook van toepassing in situaties waarvoor opzegging van de arbeidsovereenkomst vereist is, maar deze tijdige opzegging niet heeft plaatsgevonden, en waarbij de consequenties van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet expliciet (uitdrukkelijk) zijn vastgelegd.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat voor de toepassing van lid 3 wordt verstaan onder loon.
Door middel van een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) of op basis daarvan, wordt vastgesteld wat, voor de toepassing van de vergoedingsregeling in lid 3, precies onder 'loon' moet worden begrepen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:2905 - Aanzegging als opzegging en overgangsrecht bij opvolgend werkgeverschap
Een mededeling van een werkgever kan als opzegging gelden, zelfs als deze is bedoeld als aanzegging. Bij de beoordeling van opvolgend werkgeverschap (WWZ) voor werkgeverswisselingen vóór 1 juli 2015 geldt nog het oude 'zodanige banden'-criterium, ook voor de transitievergoeding.
ECLI:NL:HR:2022:1374
ECLI:NL:HR:2007:BA6755
ECLI:NL:HR:2019:632 - Berekening transitievergoeding: referteperiode bij ziekte en variabele beloning
De rechter mag bij de berekening van het variabele loondeel voor de transitievergoeding niet zomaar afwijken van de wettelijk vastgestelde referteperiode. Dit is alleen toegestaan als onverkorte toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
ECLI:NL:HR:2002:AF2166
ECLI:NL:HR:2016:2757 - Uitzendovereenkomst, payrolling en opvolgend werkgeverschap: reikwijdte ketenregeling en Ragetlie-regel
Een payrollconstructie valt onder de ruime definitie van de uitzendovereenkomst. Bij een directe overstap van de werknemer naar de inlener, moet deze inlener als opvolgend werkgever worden beschouwd. De voorgaande periode telt dan mee voor de ketenregeling en de Ragetlie-regel.
ECLI:NL:HR:2000:AA5774
ECLI:NL:HR:1968:AC2286
ECLI:NL:HR:1967:AB7143
ECLI:NL:HR:2018:2222 - Opzegtermijn bij opvolgend werkgeverschap: bedoeling wetgever prevaleert boven wettekst
Bij opvolgend werkgeverschap telt de duur van de eerdere arbeidsovereenkomst mee voor de opzegtermijn van de opvolgende overeenkomst, ook als beide voor onbepaalde tijd zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de duidelijke bedoeling van de wetgever hierin prevaleert boven de minder duidelijke wettekst.