Artikel 666 (Uitzonderingen werknemersrechten overgang onderneming)
De artikelen 662 tot en met 665 en 670 lid 8 zijn niet van toepassing op de overgang van een onderneming indien: a. de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort; of b. de werkgever een entiteit is als bedoeld in artikel 3A:2 of artikel 3A:78 van de Wet op het financieel toezicht en ten aanzien van die werkgever het instrument van overgang van de onderneming, het instrument van de overbruggingsinstelling of het instrument van afsplitsing van activa, bedoeld in artikel 3A:28, 3A:37, 3A:41, 3A:104, 3A:112, onderscheidenlijk 3A:117 van de Wet op het financieel toezicht wordt toegepast.
Uitleg in duidelijke taal
De artikelen 662 tot en met 665 en 670 lid 8 zijn niet van toepassing op de overgang van een onderneming indien:
Deze bepaling stelt dat de artikelen 662 tot en met 665 en artikel 670, lid 8, niet van toepassing zijn op de overgang van een onderneming onder de volgende voorwaarden:
a. de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort; of
Dit betekent dat de genoemde artikelen niet van toepassing zijn indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de onderneming tot de boedel behoort; of
b. de werkgever een entiteit is als bedoeld in artikel 3A:2 of artikel 3A:78 van de Wet op het financieel toezicht en ten aanzien van die werkgever het instrument van overgang van de onderneming, het instrument van de overbruggingsinstelling of het instrument van afsplitsing van activa, bedoeld in artikel 3A:28, 3A:37, 3A:41, 3A:104, 3A:112, onderscheidenlijk 3A:117 van de Wet op het financieel toezicht wordt toegepast.
Dit houdt in dat de genoemde artikelen eveneens niet van toepassing zijn wanneer de werkgever een entiteit is als bedoeld in artikel 3A:2 of artikel 3A:78 van de Wet op het financieel toezicht, en ten aanzien van die werkgever een van de volgende instrumenten wordt toegepast: het instrument van overgang van de onderneming, het instrument van de overbruggingsinstelling, of het instrument van afsplitsing van activa. Deze instrumenten zijn bedoeld in de artikelen 3A:28, 3A:37, 3A:41, 3A:104, 3A:112, respectievelijk 3A:117 van de Wet op het financieel toezicht.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AY3782
ECLI:NL:HR:2020:954 - Hoge Raad vraagt CJEU om uitleg over werknemersrechten bij Heiploeg pre-pack
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Kernvraag is of een Nederlandse pre-pack, gericht op liquidatie met maximale opbrengst en behoud van werkgelegenheid, onder de faillissementsuitzondering van Richtlijn 2001/23/EG valt, waardoor werknemersbescherming bij overgang van onderneming niet geldt.
ECLI:NL:HR:2020:753 - Pre-pack en overgang van onderneming: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of een Nederlandse pre-pack, die een doorstart voorbereidt na een onafwendbaar faillissement, valt onder de uitzondering op werknemersbescherming bij overgang van onderneming, specifiek of deze gericht is op liquidatie en onder adequaat overheidstoezicht staat.