Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 661 (Werknemersaansprakelijkheid schade opzet bewuste roekeloosheid)
1. De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald.
2. Afwijking van lid 1 en van artikel 170 lid 3 van Boek 6 ten nadele van de werknemer is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de werknemer te dier zake verzekerd is.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald.
Dit lid bepaalt het volgende: De werknemer die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst schade veroorzaakt aan de werkgever, of aan een derde persoon voor wie de werkgever verplicht is die schade te vergoeden, is voor die specifieke schade (te dier zake) in beginsel niet aansprakelijk tegenover de werkgever. Dit geldt niet (tenzij) indien de schade het gevolg is van de opzet of de bewuste roekeloosheid van de werknemer. Verder stelt dit lid dat uit de specifieke omstandigheden van een situatie, mede rekening houdend met de aard van de arbeidsovereenkomst, een andere uitkomst kan volgen dan wat in de direct voorgaande zin is bepaald.
2. Afwijking van lid 1 en van artikel 170 lid 3 van Boek 6 ten nadele van de werknemer is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de werknemer te dier zake verzekerd is.
Dit lid stelt dat het afwijken van de regel in lid 1 van dit artikel, en van de regel in artikel 170, derde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, op een manier die nadelig is voor de werknemer, uitsluitend (slechts) is toegestaan als dit is vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst. Bovendien is een dergelijke afwijking uitsluitend (slechts) toegestaan voor zover de werknemer voor de betreffende schade (te dier zake) verzekerd is.