Artikel 653a (Nevenwerkzaamhedenbeding en benadelingsverbod)
1. Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.
2. De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.
Dit lid stelt dat een afspraak (beding) in een arbeidsovereenkomst, waarmee de werkgever de werknemer verbiedt of beperkingen oplegt met betrekking tot het verrichten van arbeid voor anderen buiten de werktijden die bij die werkgever gelden, ongeldig (nietig) is. Dit is echter niet het geval indien een dergelijk beding gerechtvaardigd kan worden op basis van een objectieve reden.
2. De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.
Dit lid bepaalt dat het de werkgever niet is toegestaan de werknemer nadeel te berokkenen vanwege het feit dat de werknemer de rechten die hem op grond van dit artikel toekomen, uitoefent, zowel binnen als buiten een juridische procedure (in of buiten rechte). Dit geldt eveneens indien de werknemer in dit verband bijstand heeft verleend aan een ander of een klacht hieromtrent heeft ingediend.