Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 10. Arbeidsovereenkomst
Afdeling 3. Vakantie en verlof
Artikel 643

Artikel 643 (Verlof bijwonen vergaderingen publiekrechtelijke organen)

Laatste versie

1. De werknemer kan verlangen dat de werkgever hem verlof zonder behoud van loon verleent voor het als lid bijwonen van vergaderingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van vertegenwoordigende organen van publiekrechtelijke lichamen die bij rechtstreekse verkiezing worden samengesteld, uitgezonderd echter de Tweede Kamer der Staten-Generaal, alsmede van commissies uit deze organen. Deze bepaling vindt mede toepassing op de werknemer die deel uitmaakt van een met algemeen bestuur belast orgaan van een waterschap.

2. Indien daarover tussen de werkgever en de werknemer geen overeenstemming bestaat, stelt de rechter op verzoek van de meest gerede partij vast in welke mate dit verlof behoort te worden verleend. De rechter beoordeelt in hoever, gezien het belang dat de werknemer aan de in lid 1 bedoelde vergaderingen kan deelnemen, in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd dat de werknemer afwezig is. De beschikking van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad.

3. De leden 1 en 2 vinden overeenkomstige toepassing op gedeputeerden, wethouders en leden van het dagelijks bestuur van een waterschap, wier functie niet als een volledige wordt bezoldigd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald, welke gedeputeerdenfuncties en wethoudersfuncties voor de toepassing van dit artikel als volledig bezoldigd worden aangemerkt.

4. Dit artikel blijft buiten toepassing ten aanzien van die groepen werknemers voor wie uit hoofde van verlening van rijksvergoeding bij of krachtens de wet een andere regeling is vastgesteld.

Uitleg in duidelijke taal

1. De werknemer kan verlangen dat de werkgever hem verlof zonder behoud van loon verleent voor het als lid bijwonen van vergaderingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van vertegenwoordigende organen van publiekrechtelijke lichamen die bij rechtstreekse verkiezing worden samengesteld, uitgezonderd echter de Tweede Kamer der Staten-Generaal, alsmede van commissies uit deze organen. Deze bepaling vindt mede toepassing op de werknemer die deel uitmaakt van een met algemeen bestuur belast orgaan van een waterschap.

Dit betekent dat de werknemer van de werkgever kan eisen dat hem verlof wordt gegeven zonder dat zijn loon wordt doorbetaald. Dit verlof is bedoeld om als lid vergaderingen bij te wonen van:

  • de Eerste Kamer der Staten-Generaal;
  • vertegenwoordigende organen van publiekrechtelijke lichamen die via rechtstreekse verkiezingen zijn samengesteld (met uitzondering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal);
  • en commissies die deel uitmaken van deze organen. Deze regel geldt ook voor de werknemer die lid is van een orgaan dat het algemeen bestuur van een waterschap voert.

2. Indien daarover tussen de werkgever en de werknemer geen overeenstemming bestaat, stelt de rechter op verzoek van de meest gerede partij vast in welke mate dit verlof behoort te worden verleend. De rechter beoordeelt in hoever, gezien het belang dat de werknemer aan de in lid 1 bedoelde vergaderingen kan deelnemen, in redelijkheid van de werkgever kan worden gevergd dat de werknemer afwezig is. De beschikking van de rechter is uitvoerbaar bij voorraad.

Als de werkgever en de werknemer het niet eens worden over dit verlof, dan bepaalt de rechter hoeveel verlof verleend moet worden. Dit gebeurt op verzoek van de partij die het het meest dringend acht (de meest gerede partij). De rechter kijkt daarbij naar hoe belangrijk het voor de werknemer is om aan de in lid 1 genoemde vergaderingen deel te nemen, en of het redelijk is om van de werkgever te verwachten dat de werknemer afwezig is. De beslissing (beschikking) van de rechter kan meteen worden uitgevoerd, ook als er nog beroep mogelijk is (uitvoerbaar bij voorraad).

3. De leden 1 en 2 vinden overeenkomstige toepassing op gedeputeerden, wethouders en leden van het dagelijks bestuur van een waterschap, wier functie niet als een volledige wordt bezoldigd. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald, welke gedeputeerdenfuncties en wethoudersfuncties voor de toepassing van dit artikel als volledig bezoldigd worden aangemerkt.

De regels uit lid 1 en lid 2 gelden op een vergelijkbare manier voor gedeputeerden, wethouders en leden van het dagelijks bestuur van een waterschap, op voorwaarde dat hun functie niet volledig betaald (bezoldigd) wordt. Via een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) wordt vastgesteld welke functies van gedeputeerden en wethouders voor dit artikel als volledig betaald worden gezien.

4. Dit artikel blijft buiten toepassing ten aanzien van die groepen werknemers voor wie uit hoofde van verlening van rijksvergoeding bij of krachtens de wet een andere regeling is vastgesteld.

Dit artikel geldt niet voor groepen werknemers voor wie er al een andere wettelijke regeling bestaat die te maken heeft met het ontvangen van een vergoeding van het Rijk (rijksvergoeding). Als zo'n andere regeling bij of krachtens de wet is vastgesteld, is dit artikel niet van toepassing.