Burgerlijk Wetboek Boek 7

a. de door de werknemer aan de werkgever verschuldigde schadevergoeding;

Dit betekent dat verrekening is toegestaan met de schadevergoeding die de werknemer aan de werkgever moet betalen.

b. de boetes, door de werknemer volgens artikel 650 aan de werkgever verschuldigd, mits door deze een schriftelijk bewijs wordt afgegeven, die het bedrag vermeldt van iedere boete alsmede de tijd waarop en de reden waarom zij is opgelegd, met opgave van de overtreden bepaling van een schriftelijk aangegane overeenkomst;

Dit houdt in dat verrekening is toegestaan met boetes die de werknemer volgens artikel 650 aan de werkgever verschuldigd is. Voorwaarde hiervoor is dat de werkgever een schriftelijk bewijs verstrekt waarop het bedrag van elke boete, het tijdstip en de reden van oplegging staan vermeld, inclusief de specifieke bepaling van een schriftelijke overeenkomst die is overtreden.

c. de voorschotten op het loon, door de werkgever in geld aan de werknemer verstrekt, mits daarvan schriftelijk blijkt;

Dit betekent dat verrekening is toegestaan met voorschotten op het loon die de werkgever in geld aan de werknemer heeft gegeven, op voorwaarde dat hiervan schriftelijk bewijs bestaat.

d. het bedrag van hetgeen op het loon te veel is betaald;

Dit houdt in dat verrekening is toegestaan met het bedrag dat te veel aan loon is uitbetaald.

e. de huurprijs van een woning of een andere ruimte, een stuk grond of van werktuigen, machines en gereedschappen, door de werknemer in eigen bedrijf gebruikt, en die bij schriftelijke overeenkomst door de werkgever aan de werknemer zijn verhuurd.

Dit betekent dat verrekening is toegestaan met de huurprijs voor een woning, andere ruimte, een stuk grond, of voor werktuigen, machines en gereedschappen die de werknemer in zijn eigen bedrijf gebruikt en die de werkgever via een schriftelijke overeenkomst aan de werknemer heeft verhuurd.

2. Verrekening heeft geen plaats op het deel van het loon tot het bedrag, bedoeld in artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, tenzij vooraf schriftelijk met de werknemer is overeengekomen dat verrekening met een vordering als bedoeld in lid 1, onderdeel c, plaatsvindt. Indien het bedrag, bedoeld in de vorige zin, lager is dan het deel van het loon waarop beslag onder de werkgever niet geldig kan zijn, vindt slechts verrekening plaats op het deel van het loon waarop beslag op het loon wel geldig zou zijn. Ter zake van hetgeen de werkgever krachtens lid 1, onderdeel b, zou kunnen vorderen, mag door hem bij elke voldoening van het loon niet meer worden verrekend dan een tiende gedeelte van het in geld vastgestelde loon dat alsdan zou moeten worden voldaan, met dien verstande dat geen verrekening plaats heeft op het deel van het loon tot het bedrag bedoeld in de vorige zinnen.

Dit lid stelt dat verrekening niet mag plaatsvinden op het deel van het loon tot aan het bedrag zoals genoemd in artikel 7 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (de beslagvrije voet gerelateerd aan het minimumloon). Een uitzondering hierop is als er vooraf schriftelijk met de werknemer is afgesproken dat verrekening plaatsvindt met een vordering zoals bedoeld in lid 1, onderdeel c (voorschotten op het loon). Als het bedrag van het minimumloon lager is dan het deel van het loon waarop geen beslag gelegd mag worden (de algemene beslagvrije voet), dan mag verrekening alleen plaatsvinden op het deel van het loon dat wél voor beslag vatbaar is. Voor vorderingen op grond van lid 1, onderdeel b (boetes), mag de werkgever bij elke loonbetaling niet meer verrekenen dan een tiende van het in geld vastgestelde loon dat op dat moment betaald moet worden. Daarbij geldt dat er geen verrekening mag plaatsvinden op het deel van het loon tot aan het eerdergenoemde beschermde bedrag (minimumloon of beslagvrije voet).

3. Hetgeen de werkgever uit hoofde van een op het loon gelegd beslag inhoudt, komt in mindering op het voor verrekening toegelaten maximum.

Dit lid bepaalt dat bedragen die de werkgever inhoudt vanwege een beslaglegging op het loon, worden afgetrokken van het maximale bedrag dat de werkgever mag verrekenen.

4. Een beding waardoor de werkgever een ruimere bevoegdheid tot verrekening zou krijgen, is vernietigbaar, met dien verstande dat de werknemer bevoegd is tot vernietiging ter zake van elke afzonderlijke verrekeningsverklaring van de werkgever die van de geldigheid van het beding uitgaat.

Dit lid stelt dat een afspraak (beding) die de werkgever meer rechten tot verrekening geeft dan wettelijk is toegestaan, door de werknemer vernietigd kan worden. Dit betekent dat de werknemer het recht heeft om elke specifieke verrekening die de werkgever doet op basis van zo'n ongeldig beding, ongedaan te maken.