Artikel 623 (Betalingstermijn loon en afwijking)
1. De werkgever is verplicht het in geld naar tijdruimte vastgestelde loon te voldoen telkens na afloop van het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, met dien verstande dat het tijdvak voor voldoening niet korter is dan één week en niet langer is dan één maand.
2. Het tijdvak na afloop waarvan het loon moet worden voldaan, kan bij schriftelijke overeenkomst worden verlengd, maar niet langer dan tot een maand wanneer het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, een week of korter is, en tot niet langer dan tot een kwartaal wanneer het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, een maand of langer is.
3. Slechts aan de werknemer komt de bevoegdheid toe om ter vernietiging van een beding dat afwijkt van dit artikel, een beroep op de vernietigingsgrond te doen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werkgever is verplicht het in geld naar tijdruimte vastgestelde loon te voldoen telkens na afloop van het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, met dien verstande dat het tijdvak voor voldoening niet korter is dan één week en niet langer is dan één maand.
Dit lid stelt dat de werkgever de plicht heeft om het loon, dat in geld is vastgesteld en berekend per tijdseenheid (naar tijdruimte), te betalen. Deze betaling (voldoen) moet plaatsvinden na het verstrijken van elke periode waarover het loon volgens de arbeidsovereenkomst berekend wordt. Daarbij geldt de voorwaarde (met dien verstande) dat de periode waarbinnen de betaling moet plaatsvinden (het tijdvak voor voldoening) niet korter mag zijn dan één week en niet langer dan één maand.
2. Het tijdvak na afloop waarvan het loon moet worden voldaan, kan bij schriftelijke overeenkomst worden verlengd, maar niet langer dan tot een maand wanneer het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, een week of korter is, en tot niet langer dan tot een kwartaal wanneer het tijdvak waarover het loon op grond van de overeenkomst moet worden berekend, een maand of langer is.
- Als de periode waarover het loon berekend wordt (het loonberekeningstijdvak) een week of korter is, mag de betalingsperiode (het tijdvak voor voldoening) niet langer worden dan één maand.
- Als het loonberekeningstijdvak een maand of langer is, mag de betalingsperiode niet langer worden dan een kwartaal (drie maanden).
3. Slechts aan de werknemer komt de bevoegdheid toe om ter vernietiging van een beding dat afwijkt van dit artikel, een beroep op de vernietigingsgrond te doen.
Dit lid stelt dat uitsluitend de werknemer het recht (de bevoegdheid) heeft om een bepaling (beding) in een overeenkomst die afwijkt van de regels in dit artikel, ongeldig te laten verklaren (vernietiging). De werknemer kan zich hiervoor beroepen op de reden die de wet aangeeft voor ongeldigverklaring (vernietigingsgrond).