Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. Indien de overeenkomst door de bewaarnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de bewaargever hem loon verschuldigd.

Dit betekent dat als de bewaarnemer de overeenkomst tot bewaarneming is aangegaan als onderdeel van zijn beroep of bedrijf, de bewaargever verplicht is hem daarvoor loon te betalen.

2. Indien loon verschuldigd is, doch de hoogte niet door partijen is bepaald, is de bewaargever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd.

Dit houdt in dat wanneer er loon betaald moet worden, maar de partijen de precieze hoogte van dit loon niet hebben afgesproken, de bewaargever het loon verschuldigd is dat op de gebruikelijke manier wordt berekend. Als er geen gebruikelijke berekeningswijze is (bij gebreke daarvan), dan moet de bewaargever een redelijk loon betalen.

3. De bewaargever moet aan de bewaarnemer de aan de bewaring verbonden onkosten vergoeden, voor zover deze niet in het loon zijn begrepen, alsook de schade die de bewaarnemer als gevolg van de bewaring heeft geleden.

Dit betekent dat de bewaargever verplicht is de onkosten die direct verband houden met de bewaring aan de bewaarnemer te vergoeden, mits deze onkosten niet al in het afgesproken loon zijn opgenomen. Bovendien moet de bewaargever ook de schade vergoeden die de bewaarnemer heeft opgelopen als een direct gevolg van de bewaring.