Artikel 59 (Oneerlijke handelspraktijken reclame krediet)
1. Een kredietgever die in reclame voor kredietovereenkomsten, overeenkomsten betreffende effectenkrediet niet daaronder begrepen, artikel 4 van de Richtlijn betreffende de in reclame op te nemen standaardinformatie niet in acht neemt, verricht een oneerlijke handelspraktijk als bedoeld in de artikel 193b van Boek 6.
2. Een kredietgever verricht een oneerlijke handelspraktijk als bedoeld in artikel 193b van Boek 6, indien hij in reclame voor overeenkomsten betreffende effectenkrediet:
a. niet vermeld dat een doorlopend krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van een effectenportefeuille, en de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde daarvan, of b. artikel 4 leden 1, 2 onderdeel a, 3 of 4 van de Richtlijn betreffende de in reclame voor kredietovereenkomsten op te nemen standaardinformatie niet in acht neemt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een kredietgever die in reclame voor kredietovereenkomsten, overeenkomsten betreffende effectenkrediet niet daaronder begrepen, artikel 4 van de Richtlijn betreffende de in reclame op te nemen standaardinformatie niet in acht neemt, verricht een oneerlijke handelspraktijk als bedoeld in de artikel 193b van Boek 6.
Dit betekent letterlijk: Een kredietgever die, bij het maken van reclame voor kredietovereenkomsten (waarbij overeenkomsten betreffende effectenkrediet zijn uitgezonderd), artikel 4 van de Richtlijn over de standaardinformatie die in reclame moet worden opgenomen niet naleeft (niet in acht neemt), verricht een oneerlijke handelspraktijk zoals bedoeld in artikel 193b van Boek 6.
2. Een kredietgever verricht een oneerlijke handelspraktijk als bedoeld in artikel 193b van Boek 6, indien hij in reclame voor overeenkomsten betreffende effectenkrediet:
Dit betekent letterlijk: Een kredietgever verricht een oneerlijke handelspraktijk, zoals bedoeld in artikel 193b van Boek 6, indien hij in reclame voor overeenkomsten betreffende effectenkrediet:
a. niet vermeld dat een doorlopend krediet wordt verleend of toegezegd tegen onderpand van een effectenportefeuille, en de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde daarvan, of
Dit houdt in: als hij niet vermeldt dat een doorlopend krediet wordt verstrekt (verleend) of toegezegd met als onderpand een effectenportefeuille, en dat de kredietlimiet afhankelijk is van de waarde van die portefeuille, of
b. artikel 4 leden 1, 2 onderdeel a, 3 of 4 van de Richtlijn betreffende de in reclame voor kredietovereenkomsten op te nemen standaardinformatie niet in acht neemt.
Dit houdt in: als hij artikel 4, leden 1, 2 onderdeel a, 3 of 4 van de Richtlijn betreffende de in reclame voor kredietovereenkomsten op te nemen standaardinformatie niet naleeft (niet in acht neemt).