Artikel 514 (Definities betalingstransacties)
In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- authenticeren of authenticatie: volgen van een procedure die de betaaldienstverlener in staat stelt de identiteit van een betaaldienstgebruiker dan wel de validiteit van het gebruik van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, met inbegrip van de persoonlijke beveiligingsgegevens van de betaaldienstgebruiker;
- automatische afschrijving: betaaldienst waarbij de betaalrekening van de betaler wordt gedebiteerd en waarbij de betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betaaldienstverlener van de begunstigde of aan de betaaldienstverlener van de betaler verstrekte instemming;
- begunstigde: natuurlijke persoon of rechtspersoon die de beoogde ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;
- betaaldienst: bedrijfswerkzaamheid als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn;
- betaaldienstgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt;
- betaaldienstverlener: dienstverlener als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn en natuurlijk persoon of rechtspersoon waarop een vrijstelling krachtens artikel 2:3d van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is;
- betaalinstrument: gepersonaliseerd instrument of gepersonaliseerde instrumenten of het geheel van procedures, overeengekomen tussen betaaldienstgebruiker en betaaldienstverlener, waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betaalopdracht;
- betaalopdracht: door een betaler of begunstigde aan zijn betaaldienstverlener gegeven opdracht om een betalingstransactie uit te voeren;
- betaalrekening: op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;
- betaler: natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, hetzij bij ontbreken van een betaalrekening, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een betaalopdracht geeft;
- betalingstransactie: door of voor rekening van de betaler of door de betalingsbegunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de betalingsbegunstigde zijn;
- consument: niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een betaaldienstverlener een betaaldienst verleent of aan wie deze voornemens is een betaaldienst te verlenen;
- duurzame drager: hulpmiddel dat het de betaaldienstgebruiker mogelijk maakt de aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;
- elektronischgeldinstelling: elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
- geldmiddelen: chartaal geld, giraal geld of elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
- raamovereenkomst: overeenkomst die de uitvoering beheerst van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en die de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;
- referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag voor in rekening te brengen interesten wordt gehanteerd, en die afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd en door beide partijen kan worden geverifieerd;
- referentiewisselkoers: wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betaaldienstverlener beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd;
- richtlijn: Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG (richtlijn), 2009/110/EG (richtlijn) en 2013/36 (richtlijn)/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (richtlijn) en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (richtlijn) (PbEU 2015, L 337);
- unieke identificator: door de betaaldienstverlener aan de betaaldienstgebruiker medegedeelde combinatie van letters, nummers en symbolen, die de betaaldienstgebruiker dient te verstrekken om de andere bij een betalingstransactie betrokken betaaldienstgebruiker of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;
- valutadatum: referentietijdstip dat door een betaaldienstverlener wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;
- werkdag: dag waarop de betaaldienstverlener van de betaler of de betaaldienstverlener van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie open is voor de daarvoor vereiste werkzaamheden;
- betaalinitiatiedienst: een dienst voor het initiëren van een betaalopdracht, op verzoek van de betaaldienstgebruiker, met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener wordt aangehouden;
- rekeninginformatiedienst: een onlinedienst voor het verstrekken van geconsolideerde informatie over een of meer betaalrekeningen die de betaaldienstgebruiker bij een andere betaaldienstverlener of bij meer dan één betaaldienstverlener aanhoudt;
- rekeninghoudende betaaldienstverlener: een betaaldienstverlener die ten behoeve van een betaler een betaalrekening aanbiedt en beheert;
- betaalinitiatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 7, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;
- rekeninginformatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 8, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;
- overmaking: een betaaldienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde met een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betaaldienstverlener die de betaalrekening van de betaler beheert, op basis van een door de betaler gegeven opdracht;
- sterke cliëntauthenticatie: authenticatie met gebruikmaking van twee of meer factoren die worden aangemerkt als kennis (iets wat alleen de gebruiker weet), bezit (iets wat alleen de gebruiker heeft) en inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is) en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin, dat de compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en die zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;
- persoonlijke beveiligingsgegevens: voor doeleinden van authenticatie door de betaaldienstverlener aan een betaaldienstgebruiker verstrekte gepersonaliseerde kenmerken;
- gevoelige betaalgegevens: gegevens waarmee fraude kan worden gepleegd, waaronder persoonlijke beveiligingsgegevens. Voor de activiteiten van betaalinitiatiedienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners vormen de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer geen gevoelige betaalgegevens.
Uitleg in duidelijke taal
In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Dit betekent dat in deze titel (Titel 7b. Betalingstransactie) en de bepalingen die daarop gebaseerd zijn, de hieronder volgende termen de gespecificeerde betekenis hebben:
-
authenticeren of authenticatie: volgen van een procedure die de betaaldienstverlener in staat stelt de identiteit van een betaaldienstgebruiker dan wel de validiteit van het gebruik van een specifiek betaalinstrument te verifiëren, met inbegrip van de persoonlijke beveiligingsgegevens van de betaaldienstgebruiker;
-
Dit houdt in dat authenticeren of authenticatie het uitvoeren is van een procedure. Deze procedure stelt de betaaldienstverlener in staat om de identiteit van een betaaldienstgebruiker te controleren (verifiëren) of om te controleren (verifiëren) of een specifiek betaalinstrument geldig (valide) wordt gebruikt. Dit omvat mede de persoonlijke beveiligingsgegevens van de betaaldienstgebruiker.
-
automatische afschrijving: betaaldienst waarbij de betaalrekening van de betaler wordt gedebiteerd en waarbij de betalingstransactie wordt geïnitieerd door de begunstigde op basis van een door de betaler aan de begunstigde, aan de betaaldienstverlener van de begunstigde of aan de betaaldienstverlener van de betaler verstrekte instemming;
-
Dit definieert automatische afschrijving als een betaaldienst waarbij een bedrag van de betaalrekening van de betaler wordt afgehaald (gedebiteerd). De betalingstransactie wordt hierbij gestart (geïnitieerd) door de begunstigde. Dit gebeurt op basis van toestemming (instemming) die de betaler heeft gegeven aan de begunstigde, aan de betaaldienstverlener van de begunstigde, of aan de betaaldienstverlener van de betaler.
-
begunstigde: natuurlijke persoon of rechtspersoon die de beoogde ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;
-
Dit betekent dat een begunstigde een natuurlijk persoon of een rechtspersoon is die bedoeld is als de ontvanger van de geldmiddelen die bij een betalingstransactie betrokken zijn.
-
betaaldienst: bedrijfswerkzaamheid als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn;
-
Dit definieert betaaldienst als een bedrijfswerkzaamheid zoals omschreven in de bijlage bij de (eerder in dit artikel gedefinieerde) richtlijn.
-
betaaldienstgebruiker: natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler, begunstigde of beide van een betaaldienst gebruik maakt;
-
Dit betekent dat een betaaldienstgebruiker een natuurlijk persoon of een rechtspersoon is die gebruikmaakt van een betaaldienst, hetzij als betaler, hetzij als begunstigde, of in beide rollen.
-
betaaldienstverlener: dienstverlener als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn en natuurlijk persoon of rechtspersoon waarop een vrijstelling krachtens artikel 2:3d van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is;
-
Dit definieert betaaldienstverlener als een dienstverlener zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, van de (eerder in dit artikel gedefinieerde) richtlijn. Ook een natuurlijk persoon of rechtspersoon waarop een vrijstelling volgens artikel 2:3d van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is, valt hieronder.
-
betaalinstrument: gepersonaliseerd instrument of gepersonaliseerde instrumenten of het geheel van procedures, overeengekomen tussen betaaldienstgebruiker en betaaldienstverlener, waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betaalopdracht;
-
Dit betekent dat een betaalinstrument een gepersonaliseerd instrument, een set van gepersonaliseerde instrumenten, of een geheel van procedures is. Deze zijn overeengekomen tussen de betaaldienstgebruiker en de betaaldienstverlener en worden gebruikt om een betaalopdracht te starten (initiëren).
-
betaalopdracht: door een betaler of begunstigde aan zijn betaaldienstverlener gegeven opdracht om een betalingstransactie uit te voeren;
-
Dit definieert betaalopdracht als een opdracht die door een betaler of een begunstigde aan zijn of haar betaaldienstverlener wordt gegeven met het doel een betalingstransactie uit te voeren.
-
betaalrekening: op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;
-
Dit betekent dat een betaalrekening een rekening is die op naam staat van één of meerdere betaaldienstgebruikers en die gebruikt wordt voor het uitvoeren van betalingstransacties.
-
betaler: natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingstransactie vanaf die betaalrekening toestaat, hetzij bij ontbreken van een betaalrekening, een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een betaalopdracht geeft;
-
Dit definieert betaler als een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een betaalrekening bezit (houder is) en toestemming geeft voor een betalingstransactie vanaf die rekening. Indien er geen betaalrekening is, is de betaler een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een betaalopdracht geeft.
-
betalingstransactie: door of voor rekening van de betaler of door de betalingsbegunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de betalingsbegunstigde zijn;
-
Dit betekent dat een betalingstransactie een handeling is die gestart (geïnitieerd) wordt door of namens de betaler, of door de begunstigde van de betaling. Bij deze handeling worden geldmiddelen gestort (gedeponeerd), overgemaakt of opgenomen. Dit geldt ongeacht of er sprake is van verplichtingen tussen de betaler en de begunstigde die aan de transactie ten grondslag liggen.
-
consument: niet in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep handelende natuurlijke persoon aan wie een betaaldienstverlener een betaaldienst verleent of aan wie deze voornemens is een betaaldienst te verlenen;
-
Dit definieert consument als een natuurlijk persoon die niet handelt in het kader van zijn of haar bedrijf of beroep. Het is een persoon aan wie een betaaldienstverlener een betaaldienst levert of van plan is een betaaldienst te leveren.
-
duurzame drager: hulpmiddel dat het de betaaldienstgebruiker mogelijk maakt de aan hem persoonlijk gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;
-
Dit betekent dat een duurzame drager een middel is waarmee een betaaldienstgebruiker aan hem of haar persoonlijk gerichte informatie kan opslaan. De opslag moet zodanig zijn dat de informatie gedurende een passende periode (toereikend voor het doel van de informatie) kan worden bekeken (geraadpleegd) en dat de opgeslagen informatie onveranderd kan worden weergegeven (gereproduceerd).
-
elektronischgeldinstelling: elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
-
Dit definieert elektronischgeldinstelling als een instelling zoals omschreven in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
-
geldmiddelen: chartaal geld, giraal geld of elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
-
Dit betekent dat geldmiddelen contant geld (chartaal geld), geld op een rekening (giraal geld) of elektronisch geld omvatten, zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
-
raamovereenkomst: overeenkomst die de uitvoering beheerst van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en die de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;
-
Dit definieert raamovereenkomst als een overeenkomst die regels stelt voor de uitvoering van losse (afzonderlijke) en elkaar opvolgende betalingstransacties. Deze overeenkomst kan ook de verplichtingen en voorwaarden bevatten voor het openen van een betaalrekening.
-
referentierentevoet: de rentevoet die als berekeningsgrondslag voor in rekening te brengen interesten wordt gehanteerd, en die afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd en door beide partijen kan worden geverifieerd;
-
Dit betekent dat de referentierentevoet de rentevoet is die gebruikt wordt als basis voor de berekening van te betalen rente (interesten). Deze rentevoet moet afkomstig zijn van een bron die openbaar toegankelijk is (door het publiek kan worden geraadpleegd) en die door beide betrokken partijen gecontroleerd (geverifieerd) kan worden.
-
referentiewisselkoers: wisselkoers die als berekeningsgrondslag wordt gehanteerd bij een valutawissel en die door de betaaldienstverlener beschikbaar wordt gesteld of afkomstig is van een bron die door het publiek kan worden geraadpleegd;
-
Dit definieert referentiewisselkoers als de wisselkoers die als basis voor berekening wordt gebruikt bij het wisselen van valuta. Deze wisselkoers wordt beschikbaar gesteld door de betaaldienstverlener of is afkomstig van een openbaar toegankelijke bron (door het publiek kan worden geraadpleegd).
-
richtlijn: Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG (richtlijn), 2009/110/EG (richtlijn) en 2013/36 (richtlijn)/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (richtlijn) en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (richtlijn) (PbEU 2015, L 337);
-
Dit betekent dat met richtlijn wordt verwezen naar Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt. Deze richtlijn wijzigt de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU, alsmede Verordening (EU) nr. 1093/2010, en trekt Richtlijn 2007/64/EG in (gepubliceerd in PbEU 2015, L 337).
-
unieke identificator: door de betaaldienstverlener aan de betaaldienstgebruiker medegedeelde combinatie van letters, nummers en symbolen, die de betaaldienstgebruiker dient te verstrekken om de andere bij een betalingstransactie betrokken betaaldienstgebruiker of zijn betaalrekening ondubbelzinnig te identificeren;
-
Dit definieert unieke identificator als een combinatie van letters, nummers en symbolen die door de betaaldienstverlener aan de betaaldienstgebruiker wordt gegeven. De betaaldienstgebruiker moet deze combinatie verstrekken om de andere betaaldienstgebruiker die bij een betalingstransactie betrokken is, of diens betaalrekening, zonder twijfel (ondubbelzinnig) te kunnen identificeren.
-
valutadatum: referentietijdstip dat door een betaaldienstverlener wordt gebruikt voor de berekening van de interesten op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt gedebiteerd of gecrediteerd;
-
Dit betekent dat de valutadatum een referentiemoment (tijdstip) is dat een betaaldienstverlener gebruikt om de rente (interesten) te berekenen op de geldmiddelen waarmee een betaalrekening wordt verminderd (gedebiteerd) of vermeerderd (gecrediteerd).
-
werkdag: dag waarop de betaaldienstverlener van de betaler of de betaaldienstverlener van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie open is voor de daarvoor vereiste werkzaamheden;
-
Dit definieert werkdag als een dag waarop de betaaldienstverlener van de betaler of de betaaldienstverlener van de begunstigde, die betrokken is bij het uitvoeren van een betalingstransactie, geopend is om de noodzakelijke (vereiste) werkzaamheden daarvoor te verrichten.
-
betaalinitiatiedienst: een dienst voor het initiëren van een betaalopdracht, op verzoek van de betaaldienstgebruiker, met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener wordt aangehouden;
-
Dit betekent dat een betaalinitiatiedienst een dienst is die, op verzoek van de betaaldienstgebruiker, een betaalopdracht start (initieert) voor een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener loopt (wordt aangehouden).
-
rekeninginformatiedienst: een onlinedienst voor het verstrekken van geconsolideerde informatie over een of meer betaalrekeningen die de betaaldienstgebruiker bij een andere betaaldienstverlener of bij meer dan één betaaldienstverlener aanhoudt;
-
Dit definieert rekeninginformatiedienst als een onlinedienst die samengevoegde (geconsolideerde) informatie verstrekt over één of meerdere betaalrekeningen. Deze rekeningen houdt de betaaldienstgebruiker aan bij een andere betaaldienstverlener of bij verschillende betaaldienstverleners.
-
rekeninghoudende betaaldienstverlener: een betaaldienstverlener die ten behoeve van een betaler een betaalrekening aanbiedt en beheert;
-
Dit betekent dat een rekeninghoudende betaaldienstverlener een betaaldienstverlener is die voor een betaler een betaalrekening beschikbaar stelt (aanbiedt) en deze ook beheert.
-
betaalinitiatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 7, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;
-
Dit definieert betaalinitiatiedienstverlener als een betaaldienstverlener die de bedrijfsactiviteiten uitvoert zoals genoemd in bijlage I, punt 7, van de (eerder in dit artikel gedefinieerde) richtlijn.
-
rekeninginformatiedienstverlener: een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 8, van de richtlijn, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent;
-
Dit betekent dat een rekeninginformatiedienstverlener een betaaldienstverlener is die de bedrijfsactiviteiten uitvoert zoals genoemd in bijlage I, punt 8, van de (eerder in dit artikel gedefinieerde) richtlijn.
-
overmaking: een betaaldienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde met een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betaaldienstverlener die de betaalrekening van de betaler beheert, op basis van een door de betaler gegeven opdracht;
-
Dit definieert overmaking als een betaaldienst waarbij de betaalrekening van een begunstigde wordt verhoogd (gecrediteerd) met een betalingstransactie of een serie betalingstransacties. Deze transacties zijn afkomstig van een betaalrekening van een betaler en worden uitgevoerd door de betaaldienstverlener die de rekening van de betaler beheert, op basis van een opdracht van de betaler.
-
sterke cliëntauthenticatie: authenticatie met gebruikmaking van twee of meer factoren die worden aangemerkt als kennis (iets wat alleen de gebruiker weet), bezit (iets wat alleen de gebruiker heeft) en inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is) en die onderling onafhankelijk zijn, in die zin, dat de compromittering van één ervan geen afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van de andere en die zodanig is opgezet dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens wordt beschermd;
-
Dit betekent dat sterke cliëntauthenticatie een vorm van authenticatie is die gebruikmaakt van twee of meer elementen (factoren). Deze factoren zijn gecategoriseerd als: kennis (iets dat alleen de gebruiker weet, zoals een wachtwoord), bezit (iets dat alleen de gebruiker heeft, zoals een telefoon of token), en een inherente eigenschap (iets wat de gebruiker is, zoals een vingerafdruk). Deze factoren moeten onafhankelijk van elkaar zijn, wat inhoudt dat als één factor gecompromitteerd raakt, de betrouwbaarheid van de andere factoren niet wordt aangetast. Bovendien moet de authenticatie zo zijn ontworpen dat de vertrouwelijkheid van de authenticatiegegevens beschermd is.
-
persoonlijke beveiligingsgegevens: voor doeleinden van authenticatie door de betaaldienstverlener aan een betaaldienstgebruiker verstrekte gepersonaliseerde kenmerken;
-
Dit definieert persoonlijke beveiligingsgegevens als gepersonaliseerde kenmerken die door de betaaldienstverlener aan een betaaldienstgebruiker worden gegeven met het doel van authenticatie.
-
gevoelige betaalgegevens: gegevens waarmee fraude kan worden gepleegd, waaronder persoonlijke beveiligingsgegevens. Voor de activiteiten van betaalinitiatiedienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners vormen de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer geen gevoelige betaalgegevens.
-
Dit betekent dat gevoelige betaalgegevens gegevens zijn die gebruikt kunnen worden om fraude te plegen, en dit omvat ook persoonlijke beveiligingsgegevens. Echter, voor de werkzaamheden (activiteiten) van betaalinitiatiedienstverleners en rekeninginformatiedienstverleners worden de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer niet beschouwd als gevoelige betaalgegevens.