Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling
Artikel 465

Artikel 465 (Nakoming verplichtingen hulpverlener jegens vertegenwoordigers patiënt)

Laatste versie

1. De verplichtingen die voor de hulpverlener uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeien worden, indien de patiënt de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, door de hulpverlener nagekomen jegens de ouders die het gezag over de patiënt uitoefenen dan wel jegens zijn voogd.

2. Hetzelfde geldt indien de patiënt de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt, maar niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, tenzij zodanige patiënt meerderjarig is en onder curatele staat of ten behoeve van hem het mentorschap is ingesteld, in welke gevallen nakoming jegens de curator of de mentor geschiedt.

3. Indien een meerderjarige patiënt die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, niet onder curatele staat of ten behoeve van hem niet het mentorschap is ingesteld, worden de verplichtingen die voor de hulpverlener uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeien, door de hulpverlener nagekomen jegens de persoon die daartoe door de patiënt schriftelijk is gemachtigd in zijn plaats op te treden. Ontbreekt zodanige persoon, of treedt deze niet op, dan worden de verplichtingen nagekomen jegens de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, dan wel, indien ook zodanige persoon ontbreekt, jegens een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt, tenzij deze persoon dat niet wenst.

4. De hulpverlener komt zijn verplichtingen na jegens de in de leden 1 en 2 bedoelde wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt en de in lid 3 bedoelde personen, tenzij die nakoming niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener.

5. De persoon jegens wie de hulpverlener krachtens de leden 2 of 3 gehouden is de uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeiende verplichtingen na te komen, betracht de zorg van een goed vertegenwoordiger. Deze persoon is gehouden de patiënt zoveel mogelijk bij de vervulling van zijn taak te betrekken.

6. Verzet de patiënt zich tegen een verrichting van ingrijpende aard waarvoor een persoon als bedoeld in de leden 2 of 3 toestemming heeft gegeven, dan kan de verrichting slechts worden uitgevoerd indien zij kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De verplichtingen die voor de hulpverlener uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeien worden, indien de patiënt de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, door de hulpverlener nagekomen jegens de ouders die het gezag over de patiënt uitoefenen dan wel jegens zijn voogd.

Dit lid stelt dat als een patiënt jonger is dan twaalf jaar, de hulpverlener zijn verplichtingen, die uit deze afdeling (inzake geneeskundige behandeling) voortvloeien jegens de patiënt, nakomt jegens de ouders die het gezag over de patiënt uitoefenen. Als er geen ouders met gezag zijn, dan komt de hulpverlener de verplichtingen na jegens de voogd van de patiënt.

2. Hetzelfde geldt indien de patiënt de leeftijd van twaalf jaren heeft bereikt, maar niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, tenzij zodanige patiënt meerderjarig is en onder curatele staat of ten behoeve van hem het mentorschap is ingesteld, in welke gevallen nakoming jegens de curator of de mentor geschiedt.

Dit lid bepaalt dat dezelfde regel als in lid 1 geldt wanneer de patiënt twaalf jaar of ouder is, maar niet in staat wordt geacht om zijn eigen belangen met betrekking tot de behandeling redelijk te waarderen. In dat geval komt de hulpverlener zijn verplichtingen na jegens de ouders of voogd. Een uitzondering hierop is als zo'n patiënt meerderjarig is en onder curatele staat, of als er een mentorschap voor hem is ingesteld. In die specifieke gevallen worden de verplichtingen nagekomen jegens de curator of de mentor.

3. Indien een meerderjarige patiënt die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, niet onder curatele staat of ten behoeve van hem niet het mentorschap is ingesteld, worden de verplichtingen die voor de hulpverlener uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeien, door de hulpverlener nagekomen jegens de persoon die daartoe door de patiënt schriftelijk is gemachtigd in zijn plaats op te treden. Ontbreekt zodanige persoon, of treedt deze niet op, dan worden de verplichtingen nagekomen jegens de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, dan wel, indien ook zodanige persoon ontbreekt, jegens een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt, tenzij deze persoon dat niet wenst.

Dit lid beschrijft de situatie voor een meerderjarige patiënt die zijn belangen ter zake van de behandeling niet redelijk kan waarderen, en die niet onder curatele staat en voor wie geen mentorschap is ingesteld. In dit geval komen de hulpverlener zijn verplichtingen, die uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeien, na jegens de persoon die door de patiënt zelf schriftelijk is gemachtigd om namens hem op te treden. Als zo'n gemachtigde persoon ontbreekt, of als deze persoon niet optreedt, dan worden de verplichtingen nagekomen jegens de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere levensgezel van de patiënt, tenzij deze persoon dit niet wil. Indien ook zo'n persoon ontbreekt, worden de verplichtingen nagekomen jegens een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt, tenzij deze persoon dit niet wil.

4. De hulpverlener komt zijn verplichtingen na jegens de in de leden 1 en 2 bedoelde wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt en de in lid 3 bedoelde personen, tenzij die nakoming niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener.

Dit lid stelt dat de hulpverlener zijn verplichtingen nakomt jegens de wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt zoals genoemd in lid 1 (ouders/voogd voor <12-jarigen) en lid 2 (ouders/voogd/curator/mentor voor 12+ wilsonbekwamen), en jegens de personen genoemd in lid 3 (gemachtigde, partner, familie voor meerderjarige wilsonbekwamen). Een uitzondering hierop is wanneer het nakomen van deze verplichtingen jegens die personen niet in overeenstemming is met de zorg die van een goed hulpverlener verwacht mag worden.

5. De persoon jegens wie de hulpverlener krachtens de leden 2 of 3 gehouden is de uit deze afdeling jegens de patiënt voortvloeiende verplichtingen na te komen, betracht de zorg van een goed vertegenwoordiger. Deze persoon is gehouden de patiënt zoveel mogelijk bij de vervulling van zijn taak te betrekken.

Dit lid bepaalt dat de persoon jegens wie de hulpverlener verplicht is om de verplichtingen uit deze afdeling na te komen (dus de vertegenwoordigers genoemd in lid 2 en lid 3), de zorg van een goed vertegenwoordiger moet betrachten. Dit betekent dat zij zorgvuldig moeten handelen. Bovendien is deze persoon verplicht om de patiënt zoveel als mogelijk te betrekken bij de uitoefening van zijn taken als vertegenwoordiger.

6. Verzet de patiënt zich tegen een verrichting van ingrijpende aard waarvoor een persoon als bedoeld in de leden 2 of 3 toestemming heeft gegeven, dan kan de verrichting slechts worden uitgevoerd indien zij kennelijk nodig is teneinde ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen.

Dit lid regelt wat er gebeurt als de patiënt zich verzet tegen een ingrijpende medische verrichting, terwijl een persoon zoals genoemd in lid 2 (wettelijk vertegenwoordiger van een wilsonbekwame 12+ jarige) of lid 3 (vertegenwoordiger van een meerderjarige wilsonbekwame patiënt) hiervoor toestemming heeft gegeven. In dat geval mag de verrichting alleen worden uitgevoerd als deze overduidelijk (kennelijk) noodzakelijk is om ernstig nadeel voor de patiënt te voorkomen.