Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 3. Bemiddelingsovereenkomst
Artikel 426

Artikel 426 (Recht op loon tussenpersoon bemiddelingsovereenkomst)

Laatste versie

1. De tussenpersoon heeft recht op loon zodra door zijn bemiddeling de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de derde is tot stand gekomen.

2. Indien het recht op loon afhankelijk is gesteld van de uitvoering van de bemiddelde overeenkomst en deze overeenkomst niet wordt uitgevoerd, is de opdrachtgever het loon ook verschuldigd, tenzij de niet-uitvoering niet aan hem kan worden toegerekend.

Uitleg in duidelijke taal

1. De tussenpersoon heeft recht op loon zodra door zijn bemiddeling de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de derde is tot stand gekomen.

Dit lid bepaalt dat de tussenpersoon aanspraak heeft op loon vanaf het moment dat, als gevolg van zijn bemiddeling, de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de derde daadwerkelijk tot stand is gekomen.

2. Indien het recht op loon afhankelijk is gesteld van de uitvoering van de bemiddelde overeenkomst en deze overeenkomst niet wordt uitgevoerd, is de opdrachtgever het loon ook verschuldigd, tenzij de niet-uitvoering niet aan hem kan worden toegerekend.

Dit lid verduidelijkt dat, wanneer het recht op loon van de tussenpersoon gekoppeld is aan de daadwerkelijke uitvoering van de door bemiddeling tot stand gekomen overeenkomst, en deze overeenkomst uiteindelijk niet wordt uitgevoerd, de opdrachtgever in principe toch het loon verschuldigd is. Dit is echter niet het geval indien de niet-uitvoering van de overeenkomst niet aan de opdrachtgever te wijten is of hem niet kan worden toegerekend.