Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 2. Lastgeving
Artikel 422

Artikel 422 (Beëindigingsgronden en gevolgen lastgeving)

Laatste versie

1. Lastgeving eindigt, behalve door opzegging overeenkomstig artikel 408, door:

a. de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de lastgever of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met dien verstande dat de dood of de ondercuratelestelling de overeenkomst doet eindigen op het tijdstip waarop de lasthebber daarvan kennis krijgt; b. de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de lasthebber of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

2. Van artikel 408 lid 1 voor zover van toepassing op lastgeving, en van lid 1 onder a kan niet worden afgeweken. Voor zover de overeenkomst strekt tot het verrichten van een rechtshandeling in het belang van de lasthebber of van een derde, kan echter worden bepaald dat zij niet door de lastgever kan worden opgezegd, of dat zij niet eindigt door de dood of de ondercuratelestelling van de lastgever. Artikel 74 leden 1, tweede zin, 2 en 4 van Boek 3 is van overeenkomstige toepassing.

3. Eindigt de lastgeving door de dood of de ondercuratelestelling van de lastgever, dan is de lasthebber niettemin verplicht al datgene te doen wat de omstandigheden in het belang van de wederpartij eisen.

4. Eindigt de lastgeving door de dood van de lasthebber, dan zijn diens erfgenamen, indien zij kennis dragen van de erfopvolging en van de lastgeving, verplicht al datgene te doen wat de omstandigheden in het belang van de wederpartij eisen. Een overeenkomstige verplichting rust op degenen in wier dienst of met wie de lasthebber een beroep of bedrijf uitoefende.

Uitleg in duidelijke taal

1. Lastgeving eindigt, behalve door opzegging overeenkomstig artikel 408, door:

Dit lid stelt dat een overeenkomst van lastgeving, naast de mogelijkheid van beëindiging door opzegging zoals geregeld in artikel 408, ook op andere gespecificeerde wijzen ten einde komt.

a. de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de lastgever of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met dien verstande dat de dood of de ondercuratelestelling de overeenkomst doet eindigen op het tijdstip waarop de lasthebber daarvan kennis krijgt;

Dit onderdeel specificeert dat de lastgeving eindigt door: het overlijden (de dood), het onder curatele stellen (de ondercuratelestelling), het bankroet (het faillissement) van de lastgever, of wanneer de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen op de lastgever van toepassing wordt verklaard. Een belangrijke voorwaarde (met dien verstande dat) hierbij is dat bij overlijden of ondercuratelestelling van de lastgever, de overeenkomst pas eindigt op het moment dat de lasthebber hiervan op de hoogte raakt (kennis krijgt).

b. de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de lasthebber of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.

Dit onderdeel voegt toe dat de lastgeving eveneens eindigt door: het overlijden (de dood), het onder curatele stellen (de ondercuratelestelling), het bankroet (het faillissement) van de lasthebber, of wanneer de schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen op de lasthebber van toepassing wordt verklaard.

2. Van artikel 408 lid 1 voor zover van toepassing op lastgeving, en van lid 1 onder a kan niet worden afgeweken. Voor zover de overeenkomst strekt tot het verrichten van een rechtshandeling in het belang van de lasthebber of van een derde, kan echter worden bepaald dat zij niet door de lastgever kan worden opgezegd, of dat zij niet eindigt door de dood of de ondercuratelestelling van de lastgever. Artikel 74 leden 1, tweede zin, 2 en 4 van Boek 3 is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat van artikel 408 lid 1 (dat over opzegging gaat), voor zover dat artikel op lastgeving van toepassing is, en van lid 1 onder a van dit huidige artikel (betreffende de beëindiging door dood, ondercuratelestelling, faillissement of schuldsanering van de lastgever) niet mag worden afgeweken. Echter, indien de lastgevingsovereenkomst bedoeld is (strekt tot) om een rechtshandeling te verrichten die in het belang is van de lasthebber zelf of van een derde partij, dan kan wel worden afgesproken (bepaald) dat de lastgever de overeenkomst niet kan opzeggen, of dat de overeenkomst niet eindigt door de dood of ondercuratelestelling van de lastgever. Verder wordt gesteld dat artikel 74, leden 1 (tweede zin), 2 en 4 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek op overeenkomstige wijze van toepassing zijn.

3. Eindigt de lastgeving door de dood of de ondercuratelestelling van de lastgever, dan is de lasthebber niettemin verplicht al datgene te doen wat de omstandigheden in het belang van de wederpartij eisen.

Dit lid stelt dat indien de lastgeving eindigt als gevolg van het overlijden of de ondercuratelestelling van de lastgever, de lasthebber desondanks (niettemin) verplicht blijft om alles te doen wat de situatie (de omstandigheden) vereist in het belang van de andere contractspartij (de wederpartij).

4. Eindigt de lastgeving door de dood van de lasthebber, dan zijn diens erfgenamen, indien zij kennis dragen van de erfopvolging en van de lastgeving, verplicht al datgene te doen wat de omstandigheden in het belang van de wederpartij eisen. Een overeenkomstige verplichting rust op degenen in wier dienst of met wie de lasthebber een beroep of bedrijf uitoefende.

Dit lid bepaalt dat indien de lastgeving eindigt door het overlijden van de lasthebber, diens erfgenamen verplicht zijn om alles te doen wat de omstandigheden vereisen in het belang van de wederpartij. Deze verplichting geldt voor de erfgenamen alleen als zij op de hoogte zijn (kennis dragen) van zowel de erfopvolging als van de lastgevingsovereenkomst. Een vergelijkbare (overeenkomstige) verplichting geldt ook voor de personen in wiens dienst de lasthebber werkzaam was, of met wie de lasthebber een beroep of bedrijf uitoefende.