Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 1. Opdracht in het algemeen
Artikel 411

Artikel 411 (Loon bij voortijdige beëindiging opdracht)

Laatste versie

1. Indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend, is verstreken, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, heeft de opdrachtnemer recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Bij de bepaling hiervan wordt onder meer rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd.

2. In het in lid 1 bedoelde geval heeft de opdrachtnemer slechts recht op het volle loon, indien het einde van de overeenkomst aan de opdrachtgever is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht of de tijd waarvoor zij is verleend, is verstreken, en de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging of van het verstrijken van die tijd, heeft de opdrachtnemer recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Bij de bepaling hiervan wordt onder meer rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd.

Dit betekent dat als de overeenkomst stopt voordat de opdracht is voltooid of voordat de afgesproken periode waarvoor de opdracht is gegeven, voorbij is, en als het betalen van loon afhankelijk is van deze voltooiing of het verstrijken van die periode, de opdrachtnemer recht heeft op een deel van het loon dat naar redelijkheid wordt bepaald. Bij het vaststellen van dit deel wordt onder andere gekeken naar het werk dat de opdrachtnemer al heeft gedaan, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de reden waarom de overeenkomst is beëindigd.

2. In het in lid 1 bedoelde geval heeft de opdrachtnemer slechts recht op het volle loon, indien het einde van de overeenkomst aan de opdrachtgever is toe te rekenen en de betaling van het volle loon, gelet op alle omstandigheden van het geval, redelijk is. Op het bedrag van het loon worden de besparingen die voor de opdrachtnemer uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering gebracht.

Dit betekent dat in de situatie die in lid 1 is omschreven, de opdrachtnemer alleen recht heeft op het volledige loon als de beëindiging van de overeenkomst de schuld is van de opdrachtgever (aan hem is toe te rekenen) én als het betalen van het volledige loon, rekening houdend met alle omstandigheden, redelijk is. Eventuele besparingen die de opdrachtnemer maakt doordat de overeenkomst eerder stopt, worden van het loonbedrag afgetrokken.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad129x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:198 - Kinderopvangcontract: Opzegtermijn, Annuleringskosten en Gevolgen Oneerlijke Bedingen

ECLI:NL:HR:2023:19810 februari 2023Dit wetsartikel wordt 15 keer genoemd in deze uitspraak

Een kinderopvangovereenkomst is een overeenkomst van opdracht. Een opzegtermijn van maximaal één maand is in beginsel toegestaan. Een beding dat hiervan afwijkt is oneerlijk, moet buiten toepassing worden gelaten en mag niet door de rechter worden vervangen door aanvullend nationaal recht.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Europees Civiel Recht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2775

ECLI:NL:HR:2017:277527 oktober 2017Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR4481

ECLI:NL:HR:2005:AR448128 januari 2005Dit wetsartikel wordt 14 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Vastgoedrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF4626

ECLI:NL:HR:2003:AF462623 mei 2003Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC4590

ECLI:NL:HR:2008:BC45904 april 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2000:AA8253

ECLI:NL:HR:2000:AA825310 november 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Verbintenissenrecht