Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 7. Opdracht
Afdeling 1. Opdracht in het algemeen
Artikel 405

Artikel 405 (Loon opdrachtnemer beroep bedrijf hoogtebepaling)

Laatste versie

1. Indien de overeenkomst door de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de opdrachtgever hem loon verschuldigd.

2. Indien loon is verschuldigd doch de hoogte niet door partijen is bepaald, is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de overeenkomst door de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan, is de opdrachtgever hem loon verschuldigd.

Dit betekent dat als de opdrachtnemer de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, de opdrachtgever verplicht is hem loon te betalen.

2. Indien loon is verschuldigd doch de hoogte niet door partijen is bepaald, is de opdrachtgever het op de gebruikelijke wijze berekende loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon verschuldigd.

Dit betekent dat indien er loon verschuldigd is, maar de hoogte ervan niet door de partijen is vastgesteld, de opdrachtgever het loon verschuldigd is dat op de gebruikelijke wijze wordt berekend. Als een dergelijke gebruikelijke wijze ontbreekt (bij gebreke daarvan), dan is de opdrachtgever een redelijk loon verschuldigd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BG1680

ECLI:NL:HR:2008:BG168019 december 2008Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2901 - Famed/Kreikamp q.q.: Ontstaan vordering voor voltooide deelprestaties binnen DBC-traject

ECLI:NL:HR:2017:290117 november 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vordering tot betaling van loon voor een geneeskundige behandeling ontstaat na verrichting van identificeerbare en op geld waardeerbare deelprestaties. De publiekrechtelijke DBC-systematiek, die de declaratie regelt, staat niet in de weg aan het tussentijds ontstaan van deze civielrechtelijke vorderingen vóór faillissement.

Civiel RechtInsolventierecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht, Gezondheidsrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:3140 - Uitleg aanbiedingsplicht: waarde van geweigerde opdrachten en onbegrijpelijkheid oordeel hof

ECLI:NL:HR:2017:314015 december 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt over de nakoming van een contractuele aanbiedingsplicht. De waarde van aangeboden maar geweigerde werkzaamheden mag worden vastgesteld op basis van de door derden gerealiseerde omzet. Het oordeel van het hof wordt vernietigd wegens een onbegrijpelijke uitleg van de processtukken.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2992

ECLI:NL:HR:2016:299223 december 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2014:1198

ECLI:NL:HR:2014:119823 mei 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2012:BV1439

ECLI:NL:HR:2012:BV14399 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak