Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 5. Pacht
Afdeling 4. Duur van de pachtovereenkomst
Artikel 325

Artikel 325 (Duur pachtovereenkomst, goedkeuring en verlenging)

Laatste versie

1. De pachtovereenkomst geldt voor een bepaalde tijd. Deze tijd bedraagt twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land.

2. Een pachtovereenkomst kan voor een langere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld.

3. Een pachtovereenkomst kan voor een kortere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. De kortere duur behoeft de goedkeuring van de grondkamer, welke hetzij vóór het aangaan van de overeenkomst, hetzij bij de toetsing daarvan kan worden verleend.

4. De grondkamer verleent haar goedkeuring aan de kortere duur alleen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval en indien de algemene belangen van de landbouw daardoor niet worden geschaad. Zij vermeldt in haar beschikking de reden van haar goedkeuring. Als bijzondere omstandigheden worden niet beschouwd beperkingen, aan de verpachter door derden opgelegd.

5. De pachtovereenkomst die geldt voor de duur van ten minste twaalf jaren voor een hoeve en ten minste zes jaren voor los land, wordt telkens van rechtswege met zes jaren verlengd.

6. Heeft de grondkamer een kortere termijn goedgekeurd, dan vindt geen verlenging van rechtswege plaats, maar kan de rechter op vordering van de pachter de overeenkomst verlengen voor een door de rechter vast te stellen periode op de grond dat de bijzondere omstandigheden, bedoeld in lid 4 zich niet hebben voorgedaan en zich ook niet meer kunnen voordoen. De vordering moet worden ingesteld binnen een daartoe door de grondkamer in haar beschikking vastgestelde termijn. Op de verlengde overeenkomst is lid 5 van toepassing.

7. Heeft de grondkamer een termijn van een jaar of korter goedgekeurd, dan vindt geen verlenging plaats.

Uitleg in duidelijke taal

1. De pachtovereenkomst geldt voor een bepaalde tijd. Deze tijd bedraagt twaalf jaren voor een hoeve en zes jaren voor los land.

Dit lid stelt dat een pachtovereenkomst een vastgestelde looptijd heeft. Voor een hoeve (een boerderij met bijbehorende grond) is deze duur twaalf jaar, en voor los land (afzonderlijke percelen grond) is dit zes jaar.

2. Een pachtovereenkomst kan voor een langere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld.

Dit lid geeft aan dat het mogelijk is een pachtovereenkomst af te sluiten voor een periode die langer is dan de standaardtermijnen genoemd in lid 1. Een voorwaarde hiervoor is dat er een concrete einddatum voor de overeenkomst wordt bepaald.

3. Een pachtovereenkomst kan voor een kortere duur worden aangegaan, mits een bepaalde datum van beëindiging is vastgesteld. De kortere duur behoeft de goedkeuring van de grondkamer, welke hetzij vóór het aangaan van de overeenkomst, hetzij bij de toetsing daarvan kan worden verleend.

Dit lid bepaalt dat een pachtovereenkomst ook voor een kortere periode dan de standaardtermijnen kan worden gesloten. Ook hierbij geldt de voorwaarde dat een specifieke einddatum wordt vastgelegd. Bovendien vereist een dergelijke kortere duur de goedkeuring van de grondkamer. Deze goedkeuring kan worden gegeven voordat de overeenkomst wordt gesloten, of tijdens de beoordeling (toetsing) van de overeenkomst door de grondkamer.

4. De grondkamer verleent haar goedkeuring aan de kortere duur alleen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval en indien de algemene belangen van de landbouw daardoor niet worden geschaad. Zij vermeldt in haar beschikking de reden van haar goedkeuring. Als bijzondere omstandigheden worden niet beschouwd beperkingen, aan de verpachter door derden opgelegd.

Dit lid specificeert dat de grondkamer haar goedkeuring voor een kortere pachtduur uitsluitend geeft als er sprake is van bijzondere omstandigheden in de specifieke situatie, én als de algemene belangen van de landbouw hierdoor geen schade ondervinden. De grondkamer moet de redenen voor haar goedkeuring vermelden in haar officiële beslissing (beschikking). Beperkingen die door derden aan de verpachter zijn opgelegd, gelden niet als bijzondere omstandigheden.

5. De pachtovereenkomst die geldt voor de duur van ten minste twaalf jaren voor een hoeve en ten minste zes jaren voor los land, wordt telkens van rechtswege met zes jaren verlengd.

Dit lid stelt dat een pachtovereenkomst die is aangegaan voor een periode van minimaal twaalf jaar (voor een hoeve) of minimaal zes jaar (voor los land), automatisch (van rechtswege) wordt verlengd met zes jaar telkens wanneer de lopende termijn afloopt.

6. Heeft de grondkamer een kortere termijn goedgekeurd, dan vindt geen verlenging van rechtswege plaats, maar kan de rechter op vordering van de pachter de overeenkomst verlengen voor een door de rechter vast te stellen periode op de grond dat de bijzondere omstandigheden, bedoeld in lid 4 zich niet hebben voorgedaan en zich ook niet meer kunnen voordoen. De vordering moet worden ingesteld binnen een daartoe door de grondkamer in haar beschikking vastgestelde termijn. Op de verlengde overeenkomst is lid 5 van toepassing.

Dit lid behandelt de situatie waarin de grondkamer een kortere pachttermijn heeft goedgekeurd. In dat geval vindt er geen automatische verlenging (van rechtswege) plaats. De pachter kan echter de rechter verzoeken (een vordering instellen) om de overeenkomst te verlengen voor een periode die de rechter zal bepalen. Dit is mogelijk indien de bijzondere omstandigheden (zoals genoemd in lid 4, die de kortere duur rechtvaardigden) zich niet hebben voorgedaan en ook niet meer kunnen voordoen. De pachter moet dit verzoek indienen binnen de termijn die de grondkamer in haar goedkeuringsbeschikking heeft vastgesteld. Als de rechter de overeenkomst verlengt, is lid 5 (over automatische verlenging met zes jaar) vervolgens van toepassing op deze verlengde overeenkomst.

7. Heeft de grondkamer een termijn van een jaar of korter goedgekeurd, dan vindt geen verlenging plaats.

Dit lid stelt dat als de grondkamer een pachttermijn van één jaar of korter heeft goedgekeurd, er in het geheel geen verlenging van de overeenkomst plaatsvindt.