Artikel 311 (Pachtovereenkomst definitie)
Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de andere partij, de pachter, een onroerende zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw en de pachter zich verbindt tot een tegenprestatie.
Uitleg in duidelijke taal
Pacht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verpachter, zich verbindt aan de andere partij, de pachter, een onroerende zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw en de pachter zich verbindt tot een tegenprestatie.
Dit artikel definieert pacht. Pacht is een overeenkomst. Bij deze overeenkomst verbindt de ene partij, de verpachter, zich jegens de andere partij, de pachter. De verpachter verbindt zich ertoe een onroerende zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken. Dit gebruik moet zijn ter uitoefening van de landbouw. De pachter daarentegen verbindt zich tot het leveren van een tegenprestatie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:2034 - Kwalificatie pachtovereenkomst: inhoud boven partijbedoeling
Voor de kwalificatie van een overeenkomst als pacht is niet de partijbedoeling, maar de inhoud beslissend. Voldoen de overeengekomen rechten en verplichtingen aan de wettelijke omschrijving van pacht (art. 7:311 BW), dan is er sprake van pacht, ongeacht de naam die partijen eraan geven.
ECLI:NL:HR:2018:874 - Gesplitste pacht- en bruikleenovereenkomst toch als hoevepacht gekwalificeerd
Twee aparte, aan elkaar gelieerde vennootschappen kunnen als 'dezelfde partij' worden gezien in de zin van art. 7:313 lid 3 BW. Dit is mogelijk om ontduiking van de dwingendrechtelijke bepalingen van hoevepacht tegen te gaan, met name tussen professionele partijen.