Artikel 304 (Nadere huurprijsvaststelling bedrijfsruimte deskundigenadvies)
1. Een vordering tot nadere huurprijsvaststelling is slechts ontvankelijk, indien deze vergezeld gaat van een advies omtrent de nadere huurprijs, opgesteld door een of meer door partijen gezamenlijk benoemde ter zake deskundigen.
2. Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de benoeming van een deskundige, benoemt de rechter deze op verzoek van de meest gerede partij. Indien een zodanig verzoek wordt gedaan, geldt de dag van dat verzoek voor de toepassing van artikel 303 leden 1, 2 en 4 als de dag waarop de vordering tot nadere vaststelling van de huurprijs is ingesteld.
3. De kosten van het advies zijn proceskosten als bedoeld in artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; de artikelen 187, 188, 191 en 244 van dat wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een vordering tot nadere huurprijsvaststelling is slechts ontvankelijk, indien deze vergezeld gaat van een advies omtrent de nadere huurprijs, opgesteld door een of meer door partijen gezamenlijk benoemde ter zake deskundigen.
Dit betekent letterlijk: Een eis (vordering) om de huurprijs opnieuw vast te stellen (nadere huurprijsvaststelling) kan alleen in behandeling worden genomen (is slechts ontvankelijk) als bij deze eis een advies over de nieuwe huurprijs is gevoegd. Dit advies moet zijn opgesteld door één of meer deskundigen die hiervoor gekwalificeerd zijn (ter zake deskundigen) en die door beide partijen (huurder en verhuurder) gezamenlijk zijn aangewezen.
2. Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de benoeming van een deskundige, benoemt de rechter deze op verzoek van de meest gerede partij. Indien een zodanig verzoek wordt gedaan, geldt de dag van dat verzoek voor de toepassing van artikel 303 leden 1, 2 en 4 als de dag waarop de vordering tot nadere vaststelling van de huurprijs is ingesteld.
Dit betekent letterlijk: Als de partijen het niet eens worden (geen overeenstemming bereiken) over wie als deskundige wordt aangewezen (benoeming), dan zal de rechter een deskundige aanwijzen. Dit gebeurt op verzoek van de partij die het meest gebaat is bij een snelle procedure (meest gerede partij). Wanneer een dergelijk verzoek (zodanig verzoek) bij de rechter wordt ingediend, dan wordt de datum van dat verzoek, voor de toepassing van artikel 303 leden 1, 2 en 4, beschouwd als de datum waarop de eis tot nadere vaststelling van de huurprijs is ingediend.
3. De kosten van het advies zijn proceskosten als bedoeld in artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; de artikelen 187, 188, 191 en 244 van dat wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk: De kosten die voor het deskundigenadvies worden gemaakt, vallen onder de proceskosten zoals gedefinieerd in artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De artikelen 187, 188, 191 en 244 van datzelfde wetboek zijn op een vergelijkbare manier van toepassing (van overeenkomstige toepassing).