Artikel 3 (Inschrijving koop registergoed (Vormerkung))
1. De koop van een registergoed kan worden ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3, tenzij op het tijdstip van de inschrijving levering van dat goed door de verkoper nog niet mogelijk zou zijn geweest wegens de in artikel 97 van Boek 3 vervatte uitsluiting van levering bij voorbaat van toekomstige registergoederen. Bij de koop van een tot woning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan kan, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, van het in de vorige zin bepaalde niet ten nadele van de koper worden afgeweken.
2. Gedurende de bedenktijd, bedoeld in artikel 2 lid 2, kan inschrijving slechts plaatsvinden indien de koopakte is opgesteld en medeondertekend door een in Nederland gevestigde notaris.
3. Tegen de koper wiens koop is ingeschreven kunnen niet worden ingeroepen:
a. een na de inschrijving van die koop tot stand gekomen vervreemding of bezwaring door de verkoper, tenzij deze vervreemding of bezwaring voortvloeit uit een eerder ingeschreven koop of plaatsvond uit hoofde van een recht op levering dat volgens artikel 298 van Boek 3 ging voor dat van de koper en dat de koper op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende of ten aanzien waarvan op dat tijdstip het proces-verbaal van een conservatoir beslag tot levering was ingeschreven; b. vervreemdingen of bezwaringen die plaatsvinden als vervolg op de onder a bedoelde vervreemding of bezwaring door de verkoper; c. een onderbewindstelling die na de inschrijving van de koop is tot stand gekomen of die, zo zij tevoren was tot stand gekomen, toen niet in de openbare registers was ingeschreven, dit laatste tenzij de koper haar op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende; d. een na de inschrijving van de koop tot stand gekomen verhuring of verpachting; e. een na de inschrijving van de koop ingeschreven beding als bedoeld in artikel 252 van Boek 6; f. een executoriaal of conservatoir beslag waarvan het proces-verbaal na de inschrijving van de koop is ingeschreven; g. een faillissement of surséance van betaling van de verkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven.
4. De inschrijving van de koop verliest de in lid 3 bedoelde werking met terugwerkende kracht, indien het goed niet binnen zes maanden na de inschrijving aan de koper geleverd is. In dat geval wordt bovendien de koop niet geacht kenbaar te zijn door raadpleging van de openbare registers.
5. Nadat de inschrijving haar werking heeft verloren, kan gedurende zes maanden geen koop tussen dezelfde partijen met betrekking tot hetzelfde goed worden ingeschreven.
6. Inschrijving van de koop vindt slechts plaats indien onder de koopakte een ondertekende en gedateerde verklaring van een notaris is opgenomen, die zijn naam, voornamen, standplaats en kwaliteit bevat en waarin verklaard wordt dat de leden 1, 2 en 5 niet aan inschrijving in de weg staan.
Uitleg in duidelijke taal
1. De koop van een registergoed kan worden ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3, tenzij op het tijdstip van de inschrijving levering van dat goed door de verkoper nog niet mogelijk zou zijn geweest wegens de in artikel 97 van Boek 3 vervatte uitsluiting van levering bij voorbaat van toekomstige registergoederen. Bij de koop van een tot woning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan kan, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, van het in de vorige zin bepaalde niet ten nadele van de koper worden afgeweken.
Dit lid bepaalt dat de overeenkomst tot koop van een registergoed kan worden ingeschreven in de openbare registers, zoals gespecificeerd in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3. Een uitzondering hierop is als levering van het registergoed door de verkoper op het moment van inschrijving nog niet mogelijk was, vanwege de bepaling in artikel 97 van Boek 3 die levering bij voorbaat van toekomstige registergoederen uitsluit. Voor de koop van een onroerende zaak die als woning dient, of een deel daarvan, geldt een dwingende bepaling: als de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt vanuit een beroep of bedrijf (een consument-koper), mag van de mogelijkheid tot inschrijving niet worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de koper.
2. Gedurende de bedenktijd, bedoeld in artikel 2 lid 2, kan inschrijving slechts plaatsvinden indien de koopakte is opgesteld en medeondertekend door een in Nederland gevestigde notaris.
Dit lid stelt dat gedurende de bedenktijd, zoals omschreven in artikel 2 lid 2 van dit boek, de inschrijving van de koop alleen kan gebeuren als de koopakte is opgesteld en medeondertekend door een notaris die in Nederland gevestigd is.
3. Tegen de koper wiens koop is ingeschreven kunnen niet worden ingeroepen:
Dit lid specificeert dat bepaalde handelingen of gebeurtenissen niet tegen een koper kunnen worden gebruikt (niet ingeroepen) als de koop van die koper is ingeschreven in de openbare registers. De volgende onderdelen sommen deze handelingen en gebeurtenissen op:
a. een na de inschrijving van die koop tot stand gekomen vervreemding of bezwaring door de verkoper, tenzij deze vervreemding of bezwaring voortvloeit uit een eerder ingeschreven koop of plaatsvond uit hoofde van een recht op levering dat volgens artikel 298 van Boek 3 ging voor dat van de koper en dat de koper op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende of ten aanzien waarvan op dat tijdstip het proces-verbaal van een conservatoir beslag tot levering was ingeschreven;
- deze vervreemding of bezwaring voortkomt uit een koop die al eerder was ingeschreven;
- of deze plaatsvond op basis van een recht op levering dat volgens artikel 298 van Boek 3 voorrang had op het recht van de koper, én de koper dit wist op het moment van inschrijving van zijn koop, óf op dat moment het proces-verbaal van een conservatoir beslag tot levering al was ingeschreven.
b. vervreemdingen of bezwaringen die plaatsvinden als vervolg op de onder a bedoelde vervreemding of bezwaring door de verkoper;
Dit betekent dat ook vervreemdingen of bezwaringen die een direct gevolg zijn van een onder a genoemde vervreemding of bezwaring door de verkoper (die dus zelf al niet tegen de koper ingeroepen kon worden), evenmin tegen de koper kunnen worden ingeroepen.
c. een onderbewindstelling die na de inschrijving van de koop is tot stand gekomen of die, zo zij tevoren was tot stand gekomen, toen niet in de openbare registers was ingeschreven, dit laatste tenzij de koper haar op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende;
Dit betreft een onderbewindstelling (een maatregel waarbij het beheer over goederen aan een bewindvoerder wordt opgedragen) die is ingesteld ná de inschrijving van de koop. Ook een onderbewindstelling die al vóór de inschrijving was ingesteld maar toen niet in de openbare registers was ingeschreven, kan niet worden ingeroepen, tenzij de koper op het moment van inschrijving van de koop wist van deze onderbewindstelling.
d. een na de inschrijving van de koop tot stand gekomen verhuring of verpachting;
Dit betekent dat een verhuring of verpachting van het registergoed die door de verkoper is aangegaan nádat de koop van de koper is ingeschreven, niet tegen de koper kan worden ingeroepen.
e. een na de inschrijving van de koop ingeschreven beding als bedoeld in artikel 252 van Boek 6;
Dit betreft een kwalitatieve verplichting zoals bedoeld in artikel 252 van Boek 6 (een beding dat overgaat op rechtsopvolgers) die is ingeschreven ná de inschrijving van de koop. Ook deze kan niet tegen de koper worden ingeroepen.
f. een executoriaal of conservatoir beslag waarvan het proces-verbaal na de inschrijving van de koop is ingeschreven;
Dit betekent dat een executoriaal beslag (beslag ter uitvoering van een vonnis) of een conservatoir beslag (beslag om rechten veilig te stellen) waarvan het proces-verbaal is ingeschreven ná de inschrijving van de koop, niet tegen de koper kan worden ingeroepen.
g. een faillissement of surséance van betaling van de verkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven.
Dit betreft een faillissement van de verkoper, een surséance van betaling (uitstel van betaling) van de verkoper, of de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien van de verkoper. Indien deze insolventieprocedures zijn uitgesproken ná de dag waarop de koop van de koper is ingeschreven, kunnen zij niet tegen de koper worden ingeroepen.
4. De inschrijving van de koop verliest de in lid 3 bedoelde werking met terugwerkende kracht, indien het goed niet binnen zes maanden na de inschrijving aan de koper geleverd is. In dat geval wordt bovendien de koop niet geacht kenbaar te zijn door raadpleging van de openbare registers.
Dit lid bepaalt dat de beschermende werking van de inschrijving van de koop, zoals beschreven in lid 3, met terugwerkende kracht vervalt als het registergoed niet binnen zes maanden na de inschrijving aan de koper is geleverd. Als dit gebeurt, wordt de koop bovendien niet langer beschouwd als kenbaar via de openbare registers.
5. Nadat de inschrijving haar werking heeft verloren, kan gedurende zes maanden geen koop tussen dezelfde partijen met betrekking tot hetzelfde goed worden ingeschreven.
Dit lid stelt dat nadat de inschrijving van de koop haar beschermende werking heeft verloren (zoals beschreven in lid 4), er gedurende een periode van zes maanden geen nieuwe koopovereenkomst tussen dezelfde koper en verkoper met betrekking tot hetzelfde registergoed kan worden ingeschreven.
6. Inschrijving van de koop vindt slechts plaats indien onder de koopakte een ondertekende en gedateerde verklaring van een notaris is opgenomen, die zijn naam, voornamen, standplaats en kwaliteit bevat en waarin verklaard wordt dat de leden 1, 2 en 5 niet aan inschrijving in de weg staan.
Dit lid stelt als voorwaarde voor de inschrijving van de koop dat de koopakte een verklaring van een notaris moet bevatten. Deze verklaring moet door de notaris zijn ondertekend en gedateerd, en moet zijn naam, voornamen, standplaats (vestigingsplaats) en kwaliteit (beroepstitel) vermelden. In deze verklaring moet de notaris bevestigen dat de bepalingen van lid 1 (over de mogelijkheid tot inschrijving), lid 2 (over inschrijving tijdens bedenktijd) en lid 5 (over de termijn na verlies van werking) geen belemmering vormen voor de inschrijving.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RBNHO:2024:763 - Rechtbank Noord-Holland - 17 januari 2024
ECLI:NL:HR:2009:BG5850 - Hoge Raad - 5 februari 2009
ECLI:NL:HR:2010:BN1252 - Vormerkung: derdenbeslag onder koper valt niet onder bescherming art. 7:3 BW - 7 oktober 2010
De bescherming van artikel 7:3 BW (Vormerkung) voor de koper van een registergoed is limitatief. Een na de inschrijving van de koop gelegd derdenbeslag onder de koper op de koopsom valt hier niet onder en kan dus wel tegen de koper worden ingeroepen.
ECLI:NL:HR:2013:BZ9959 - Vormerkung biedt geen bescherming tegen derdenbeslag op de koopsom - 11 juli 2013
De Vormerkung (art. 7:3 BW) beschermt een koper van een registergoed tegen de in lid 3 limitatief opgesomde rechtsfeiten. Een conservatoir derdenbeslag op de koopsom onder de koper behoort hier niet toe en kan dus niet op grond van de Vormerkung worden opgeheven.