Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 2. Huurprijzen en andere vergoedingen
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 264

Artikel 264 (Nietigheid beding onredelijk voordeel huur woonruimte)

Laatste versie

1. Elk in verband met de totstandkoming van een huurovereenkomst betreffende woonruimte gemaakt beding, niet de huurprijs betreffende, voorzover daarbij ten behoeve van een der partijen een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen, is nietig.

2. Elk in verband met de totstandkoming van een zodanige huurovereenkomst gemaakt beding, voorzover daarbij door of tegenover een derde enig niet redelijk voordeel wordt overeengekomen, is nietig.

Uitleg in duidelijke taal

1. Elk in verband met de totstandkoming van een huurovereenkomst betreffende woonruimte gemaakt beding, niet de huurprijs betreffende, voorzover daarbij ten behoeve van een der partijen een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen, is nietig.

Dit betekent letterlijk: Elk beding dat gemaakt is in verband met de totstandkoming van een huurovereenkomst betreffende woonruimte, en dat niet de huurprijs betreft, is nietig, voorzover daarbij ten behoeve van een der partijen een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen.

2. Elk in verband met de totstandkoming van een zodanige huurovereenkomst gemaakt beding, voorzover daarbij door of tegenover een derde enig niet redelijk voordeel wordt overeengekomen, is nietig.

Dit betekent letterlijk: Elk beding dat gemaakt is in verband met de totstandkoming van een zodanige huurovereenkomst (dat wil zeggen, een huurovereenkomst betreffende woonruimte zoals genoemd in lid 1), is nietig, voorzover daarbij door of tegenover een derde enig niet redelijk voordeel wordt overeengekomen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0683

ECLI:NL:HR:2010:BL068326 maart 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV1767

ECLI:NL:HR:2012:BV17676 april 2012Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1157 - Onredelijk voordeel bij servicekosten: Hoge Raad verduidelijkt tweestappentoets

ECLI:NL:HR:2021:115716 juli 2021Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verduidelijkt dat bij de beoordeling van administratiekosten (art. 7:264 BW) eerst gekeken moet worden of de prestatie de huurder een bate oplevert. Is dat zo, dan wordt de redelijkheid van de hoogte van de kosten beoordeeld. Kosten voor normale exploitatie zijn voor de verhuurder.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:808 - Servicekosten geliberaliseerde huur: contractsvrijheid begrensd door dwingend recht

ECLI:NL:HR:2020:80824 april 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Ook bij geliberaliseerde huur zijn afspraken over servicekosten niet onbeperkt. De in de huurovereenkomst afgesproken bedragen zijn voorschotten. De verhuurder moet jaarlijks afrekenen op basis van de werkelijke kosten, conform het dwingendrechtelijke stelsel van artikel 7:259 BW.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1957:19

ECLI:NL:HR:1957:1929 november 1957Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak