Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 2. Huurprijzen en andere vergoedingen
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 262

Artikel 262 (Uitspraak huurcommissie, rechterlijke vordering, geen hogere voorziening)

Laatste versie

1. Wanneer de huurcommissie op een verzoek van de huurder of verhuurder als bedoeld in de paragrafen 1 en 2 uitspraak heeft gedaan, worden zij geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht.

2. Tegen een beslissing krachtens dit artikel is geen hogere voorziening toegelaten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Wanneer de huurcommissie op een verzoek van de huurder of verhuurder als bedoeld in de paragrafen 1 en 2 uitspraak heeft gedaan, worden zij geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht.

Dit lid bepaalt dat wanneer de huurcommissie een uitspraak heeft gedaan naar aanleiding van een verzoek van de huurder of de verhuurder, zoals omschreven in de paragrafen 1 en 2 van deze afdeling, de huurder en verhuurder worden verondersteld (geacht) akkoord te zijn gegaan met de inhoud van die uitspraak. Deze veronderstelde overeenkomst geldt echter niet indien een van de partijen (huurder of verhuurder) binnen een termijn van acht weken na de verzending van een kopie (afschrift) van de uitspraak aan hen, de rechter heeft verzocht een beslissing te nemen over het specifieke punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was gevraagd.

2. Tegen een beslissing krachtens dit artikel is geen hogere voorziening toegelaten.

Dit lid stelt dat tegen een beslissing van de rechter, die genomen is op basis van een vordering zoals beschreven in lid 1 van dit artikel, geen beroep bij een hogere rechterlijke instantie (hogere voorziening, zoals hoger beroep of cassatie) mogelijk is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad43x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:657

ECLI:NL:HR:2021:65723 april 2021Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:53 - Huurcommissie: rechtstreeks naar kantonrechter na voorzittersuitspraak is toegestaan

ECLI:NL:HR:2024:5319 januari 2024Dit wetsartikel wordt 22 keer genoemd in deze uitspraak

Na een voorzittersuitspraak van de huurcommissie kan een partij kiezen: of binnen drie weken in verzet bij de huurcommissie, óf binnen acht weken rechtstreeks naar de kantonrechter. De verzetprocedure is geen verplichte tussenstap om toegang tot de rechter te krijgen.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:633 - Huurprijstoetsing: wat te doen als de WOZ-waarde van een woning ontbreekt?

ECLI:NL:HR:2022:63322 april 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien bij aanvang van de huur geen WOZ-waarde bekend is, is de minimum-WOZ-waarde uit het waarderingsstelsel ongeschikt. Een redelijke wetstoepassing vereist dat de relevante waarde op een andere objectieve en transparante wijze wordt bepaald, om recht te doen aan de wetsdoelen.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY2599

ECLI:NL:HR:2013:BY25998 februari 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1005 - Energielabel na aanvang huur telt mee bij toetsing huurprijs

ECLI:NL:HR:2023:100530 juni 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de toetsing van de aanvangshuurprijs (art. 7:249 BW) is de feitelijke energieprestatie op de ingangsdatum van de huur bepalend. Een energielabel dat pas na deze datum is vastgesteld, mag worden gebruikt, mits het tijdig beschikbaar is voor de beslissing van de huurcommissie of kantonrechter.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ5666

ECLI:NL:HR:2013:BZ566614 juni 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1962:109

ECLI:NL:HR:1962:1092 februari 1962Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:309

ECLI:NL:HR:2022:30925 februari 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1987:AG5571

ECLI:NL:HR:1987:AG557113 maart 1987Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak