Artikel 260 (Geschil nutsvoorzieningen servicekosten huurcommissie)
1. Indien de huurder en verhuurder geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over een betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten, kan de huurder of verhuurder de huurcommissie verzoeken uitspraak daarover te doen.
2. Het verzoek heeft betrekking op niet meer dan één tijdvak van ten hoogste twaalf maanden voor elke kostensoort waarop het verzoek betrekking heeft. Het verzoek kan worden gedaan tot uiterlijk vierentwintig maanden nadat de in artikel 259 lid 2 genoemde termijn voor het verstrekken van het overzicht door de verhuurder is verstreken.
3. Bij het verzoek neemt de verhuurder de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de servicekosten op in een bij ministeriële regeling vastgesteld formulier.
Details
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2025. Zie het overzicht van wijzigingen]
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de huurder en verhuurder geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over een betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten, kan de huurder of verhuurder de huurcommissie verzoeken uitspraak daarover te doen.
Dit betekent dat wanneer de huurder en de verhuurder geen overeenstemming bereiken over de betalingsverplichting van de huurder voor kosten van nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten, de huurder of de verhuurder de huurcommissie kan verzoeken om daarover een uitspraak te doen.
2. Het verzoek heeft betrekking op niet meer dan één tijdvak van ten hoogste twaalf maanden voor elke kostensoort waarop het verzoek betrekking heeft. Het verzoek kan worden gedaan tot uiterlijk vierentwintig maanden nadat de in artikel 259 lid 2 genoemde termijn voor het verstrekken van het overzicht door de verhuurder is verstreken.
Dit houdt in dat het verzoek betrekking mag hebben op maximaal één tijdvak van ten hoogste twaalf maanden voor elke soort kosten waarop het verzoek betrekking heeft. Het verzoek kan ingediend worden tot uiterlijk vierentwintig maanden nadat de termijn, die in artikel 259 lid 2 genoemd wordt voor het verstrekken van het overzicht door de verhuurder, is verstreken.
3. Bij het verzoek neemt de verhuurder de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de servicekosten op in een bij ministeriële regeling vastgesteld formulier.
Dit betekent dat de verhuurder, wanneer hij een verzoek indient, de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de servicekosten moet opnemen in een formulier dat is vastgesteld bij ministeriële regeling.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:657
ECLI:NL:HR:2020:808 - Servicekosten geliberaliseerde huur: contractsvrijheid begrensd door dwingend recht
Ook bij geliberaliseerde huur zijn afspraken over servicekosten niet onbeperkt. De in de huurovereenkomst afgesproken bedragen zijn voorschotten. De verhuurder moet jaarlijks afrekenen op basis van de werkelijke kosten, conform het dwingendrechtelijke stelsel van artikel 7:259 BW.
ECLI:NL:HR:2024:53 - Huurcommissie: rechtstreeks naar kantonrechter na voorzittersuitspraak is toegestaan
Na een voorzittersuitspraak van de huurcommissie kan een partij kiezen: of binnen drie weken in verzet bij de huurcommissie, óf binnen acht weken rechtstreeks naar de kantonrechter. De verzetprocedure is geen verplichte tussenstap om toegang tot de rechter te krijgen.