Burgerlijk Wetboek Boek 7

1. De koper is verplicht de prijs te betalen.

Dit betekent dat de persoon die iets koopt, de verplichting heeft om de afgesproken prijs voor het gekochte te voldoen.

2. De betaling moet geschieden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. Bij een consumentenkoop kan de koper tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs worden verplicht.

Dit lid stelt dat de betaling dient te gebeuren op hetzelfde moment en op dezelfde locatie als waar het gekochte wordt overhandigd (aflevering). Wanneer het een koop betreft door een consument (een particulier die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf), kan de koper verplicht worden om maximaal de helft van de koopprijs vooraf te betalen.

3. Is voor de eigendomsoverdracht een notariële akte vereist, gevolgd door inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers, dan moet het verschuldigde ten tijde van de ondertekening van de akte tenminste uit de macht van de koper zijn gebracht en behoeft het pas na de inschrijving in de macht van de verkoper te worden gebracht.

Dit lid beschrijft de procedure wanneer voor de overdracht van eigendom een officiële akte van een notaris nodig is, die daarna ingeschreven moet worden in de daarvoor bedoelde openbare registers. In een dergelijk geval moet het bedrag dat betaald moet worden (het verschuldigde) op het moment van het ondertekenen van de notariële akte al niet meer direct beschikbaar zijn voor de koper (uit de macht van de koper zijn gebracht). Het geld hoeft pas na de inschrijving van de akte in de registers daadwerkelijk ter beschikking van de verkoper te komen (in de macht van de verkoper te worden gebracht).

4. Bij de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan, kan de koper die een natuurlijk persoon is en niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, niet worden verplicht tot vooruitbetaling van de koopprijs, behoudens dat kan worden bedongen dat hij ter verzekering van de nakoming van zijn verplichtingen een bedrag dat niet hoger is dan 10% van de koopprijs, in depot stort bij een notaris dan wel voor dit bedrag vervangende zekerheid stelt. Van het in de eerste zin bepaalde kan niet ten nadele van de koper worden afgeweken, behoudens bij een standaardregeling als bedoeld in artikel 214 van Boek 6. Het teveel betaalde geldt als onverschuldigd betaald.

Dit lid betreft de situatie waarin een natuurlijk persoon (geen bedrijf) een onroerende zaak koopt die bedoeld is om in te wonen, of een deel daarvan. Zo'n koper kan niet verplicht worden om de koopprijs vooruit te betalen. Een uitzondering hierop (behoudens) is dat afgesproken kan worden (bedongen) dat de koper, als garantie (ter verzekering) dat hij zijn verplichtingen zal nakomen, een bedrag van maximaal 10% van de koopprijs bij een notaris in bewaring geeft (in depot stort) of voor dit bedrag een andere vorm van zekerheid (vervangende zekerheid) stelt. Van de hoofdregel in de eerste zin mag niet worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de koper, tenzij er sprake is van een standaardregeling zoals omschreven in artikel 214 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Indien er toch meer vooruitbetaald is dan toegestaan, wordt het te veel betaalde bedrag beschouwd als onverschuldigd betaald.

5. Lid 4 is van overeenkomstige toepassing op de koop van deelnemings- of lidmaatschapsrechten die recht geven op het gebruik van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan.

Dit lid bepaalt dat de regels uit het vierde lid (lid 4) op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden voor de koop van rechten zoals deelnemingsrechten of lidmaatschapsrechten, wanneer deze rechten het gebruik van een onroerende zaak (of een deel daarvan) die voor bewoning bestemd is, mogelijk maken.

6. De tweede volzin van lid 2 en de leden 4–5 zijn niet van toepassing, wanneer de overeenkomst tevens voldoet aan de omschrijving van een overeenkomst als bedoeld in artikel 50a, onderdelen c, d of f.

Dit lid geeft aan dat de tweede zin van lid 2 (betreffende de vooruitbetaling bij consumentenkoop) en de bepalingen in lid 4 en lid 5 (betreffende vooruitbetaling en depot bij koop van voor bewoning bestemd onroerend goed) niet gelden indien de koopovereenkomst ook overeenkomt met de beschrijving van een overeenkomst zoals genoemd in artikel 50a, specifiek de onderdelen c, d, of f (deze verwijzen doorgaans naar specifieke typen overeenkomsten, zoals timesharing of bepaalde financiële diensten op afstand).