Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 2. Huurprijzen en andere vergoedingen
Paragraaf 2. Andere vergoedingen
Artikel 258

Artikel 258 (Voorstel huurder vaststelling huurprijs en servicekosten)

Laatste versie

1. Indien de huurovereenkomst meer omvat dan het enkele gebruik van de woonruimte en bij die overeenkomst slechts de hoogte van de prijs en niet die van de huurprijs is vastgesteld, kan de huurder aan de verhuurder een voorstel doen tot vaststelling van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

2. Een voorstel als bedoeld in lid 1 moet ten minste twee maanden voor de voorgestelde dag van ingang van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten schriftelijk worden gedaan en dient te vermelden:

a. de geldende prijs; b. de voorgestelde huurprijs; c. het voorgestelde voorschot van kosten voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten, en d. de voorgestelde dag van ingang van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

3. Indien de verhuurder niet instemt met een voorstel als bedoeld in lid 1, kan de huurder tot uiterlijk zes weken na het tijdstip waarop dit voorstel had moeten ingaan, de huurcommissie verzoeken uitspraak te doen over de redelijkheid van het voorstel. De huurcommissie stelt de huurprijs vast en, voor zover nodig, het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

4. Indien een overeenkomst tot vaststelling van de huurprijs tot stand komt naar aanleiding van een voorstel daartoe, dat niet voldoet aan lid 1 en lid 2, aanhef en onder b, c of d, blijft de voordien geldende prijs verschuldigd, tenzij blijkt dat de verhuurder niet door het verzuim is benadeeld.

Details

[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht]

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien de huurovereenkomst meer omvat dan het enkele gebruik van de woonruimte en bij die overeenkomst slechts de hoogte van de prijs en niet die van de huurprijs is vastgesteld, kan de huurder aan de verhuurder een voorstel doen tot vaststelling van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

Dit betekent letterlijk: Als de huurovereenkomst niet alleen het gebruik van de woonruimte betreft, maar ook andere zaken, en in die overeenkomst wel de totale prijs is bepaald maar niet specifiek de huurprijs, dan heeft de huurder het recht om de verhuurder een voorstel te doen. Dit voorstel betreft de vaststelling van de huurprijs, het voorschot voor de kosten van nutsvoorzieningen die via een individuele meter worden afgerekend, en de servicekosten.

2. Een voorstel als bedoeld in lid 1 moet ten minste twee maanden voor de voorgestelde dag van ingang van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten schriftelijk worden gedaan en dient te vermelden:

Dit betekent letterlijk: Een dergelijk voorstel, zoals genoemd in het eerste lid, moet aan specifieke voorwaarden voldoen. Het moet schriftelijk worden ingediend, en wel minimaal twee maanden voordat de voorgestelde nieuwe huurprijs en het voorschot voor nutsvoorzieningen met individuele meter en servicekosten zouden moeten ingaan. Bovendien moet het voorstel de volgende informatie bevatten:

a. de geldende prijs;

Dit betekent letterlijk: de huidige totale prijs die betaald wordt.

b. de voorgestelde huurprijs;

Dit betekent letterlijk: de huurprijs die de huurder voorstelt.

c. het voorgestelde voorschot van kosten voor de nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten, en

Dit betekent letterlijk: het bedrag dat de huurder voorstelt als voorschot voor de kosten van nutsvoorzieningen die via een individuele meter worden gemeten, en voor de servicekosten.

d. de voorgestelde dag van ingang van de huurprijs en het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

Dit betekent letterlijk: de datum waarop de huurder voorstelt dat de nieuwe huurprijs en het nieuwe voorschot voor de kosten van nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten van kracht worden.

3. Indien de verhuurder niet instemt met een voorstel als bedoeld in lid 1, kan de huurder tot uiterlijk zes weken na het tijdstip waarop dit voorstel had moeten ingaan, de huurcommissie verzoeken uitspraak te doen over de redelijkheid van het voorstel. De huurcommissie stelt de huurprijs vast en, voor zover nodig, het voorschot van de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten.

Dit betekent letterlijk: Als de verhuurder het niet eens is met het voorstel van de huurder (zoals beschreven in lid 1), dan kan de huurder de huurcommissie vragen om een oordeel te geven over de redelijkheid van zijn voorstel. Dit verzoek aan de huurcommissie moet uiterlijk zes weken na de datum waarop het voorstel volgens de huurder had moeten ingaan, worden gedaan. De huurcommissie zal dan de huurprijs vaststellen en, indien nodig, ook het voorschot voor de kosten van nutsvoorzieningen met een individuele meter en de servicekosten bepalen.

4. Indien een overeenkomst tot vaststelling van de huurprijs tot stand komt naar aanleiding van een voorstel daartoe, dat niet voldoet aan lid 1 en lid 2, aanhef en onder b, c of d, blijft de voordien geldende prijs verschuldigd, tenzij blijkt dat de verhuurder niet door het verzuim is benadeeld.

Dit betekent letterlijk: Mocht er een overeenkomst worden gesloten over de vaststelling van de huurprijs op basis van een voorstel, maar dit voorstel voldeed niet aan de eisen gesteld in lid 1 en de specifieke punten b, c, of d van lid 2 (namelijk de voorgestelde huurprijs, het voorgestelde voorschot, of de voorgestelde ingangsdatum), dan blijft de oorspronkelijk geldende totale prijs van kracht. Een uitzondering hierop is als aangetoond kan worden dat de verhuurder geen nadeel heeft ondervonden van het feit dat het voorstel niet aan deze eisen voldeed.

Gerelateerde rechtspraak