Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 2. Huurprijzen en andere vergoedingen
Paragraaf 1. Huurprijzen
Artikel 252b

Artikel 252b (Voorstel huurverlaging gedaald inkomen na eerdere verhoging)

Laatste versie

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 252a lid 6 kan een huurder ten aanzien van woonruimte die een zelfstandige woning vormt en ten aanzien waarvan een verhoging van de huurprijs op basis van artikel 252a lid 1 heeft plaatsgevonden, een voorstel als bedoeld in artikel 252 doen, strekkend tot verlaging van de huurprijs op de grond dat het huishoudinkomen, bedoeld in artikel 252a lid 2 onderdeel b, waarop een zodanige verhoging is gebaseerd, in het peiljaar is gedaald en daarmee:

1°. gelijk is aan of lager is dan het in artikel 14 lid 1 van de Wet op de huurtoeslag betrokken genoemde bedrag, of 2°. gelijk is aan of lager is dan het op grond van artikel 10 lid 2 onder a onder 1 dan wel onder 3 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte voor zijn huishouden toepasselijke bedrag.

2. Indien een voorstel als bedoeld in lid 1 wordt gedaan, verstrekt de huurder gegevens met betrekking tot de betrokken huishoudinkomens. Bij regeling van Onze Minister wordt bepaald welke gegevens de huurder verstrekt.

3. Indien een overeenkomst tot wijziging van de huurprijs tot stand komt naar aanleiding van een voorstel daartoe, dat niet voldoet aan lid 2, is de verlaging van de huurprijs op basis van een voorstel als bedoeld in lid 1 niet mogelijk, tenzij blijkt dat de verhuurder niet door het verzuim is benadeeld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 252a lid 6 kan een huurder ten aanzien van woonruimte die een zelfstandige woning vormt en ten aanzien waarvan een verhoging van de huurprijs op basis van artikel 252a lid 1 heeft plaatsgevonden, een voorstel als bedoeld in artikel 252 doen, strekkend tot verlaging van de huurprijs op de grond dat het huishoudinkomen, bedoeld in artikel 252a lid 2 onderdeel b, waarop een zodanige verhoging is gebaseerd, in het peiljaar is gedaald en daarmee:

Dit lid stelt dat, zonder afbreuk te doen aan wat in artikel 252a lid 6 is bepaald, een huurder van een zelfstandige woning waarvoor de huurprijs is verhoogd op basis van artikel 252a lid 1 (een inkomensafhankelijke huurverhoging), een voorstel mag doen zoals beschreven in artikel 252. Dit voorstel moet gericht zijn op het verlagen van de huurprijs. De reden voor dit voorstel moet zijn dat het huishoudinkomen (zoals gedefinieerd in artikel 252a lid 2 onderdeel b), dat de basis was voor de eerdere huurverhoging, in het peiljaar is gedaald en hierdoor:

1°. gelijk is aan of lager is dan het in artikel 14 lid 1 van de Wet op de huurtoeslag betrokken genoemde bedrag, of

----Dit betekent dat het gedaalde huishoudinkomen gelijk is aan, of lager is dan, het bedrag dat genoemd wordt in artikel 14 lid 1 van de Wet op de huurtoeslag, of

2°. gelijk is aan of lager is dan het op grond van artikel 10 lid 2 onder a onder 1 dan wel onder 3 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte voor zijn huishouden toepasselijke bedrag.

----Dit betekent dat het gedaalde huishoudinkomen gelijk is aan, of lager is dan, het bedrag dat voor zijn huishouden van toepassing is op basis van artikel 10 lid 2, onderdeel a, subonderdeel 1 of subonderdeel 3 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

2. Indien een voorstel als bedoeld in lid 1 wordt gedaan, verstrekt de huurder gegevens met betrekking tot de betrokken huishoudinkomens. Bij regeling van Onze Minister wordt bepaald welke gegevens de huurder verstrekt.

Dit lid bepaalt dat als een huurder een voorstel doet zoals beschreven in lid 1 (voor huurprijsverlaging), de huurder gegevens moet verstrekken over de betreffende huishoudinkomens. Een regeling van Onze Minister zal vaststellen welke specifieke gegevens de huurder moet aanleveren.

3. Indien een overeenkomst tot wijziging van de huurprijs tot stand komt naar aanleiding van een voorstel daartoe, dat niet voldoet aan lid 2, is de verlaging van de huurprijs op basis van een voorstel als bedoeld in lid 1 niet mogelijk, tenzij blijkt dat de verhuurder niet door het verzuim is benadeeld.

Dit lid stelt dat als er een overeenkomst wordt gesloten om de huurprijs te wijzigen naar aanleiding van een voorstel, maar dit voorstel voldoet niet aan de eisen van lid 2 (het verstrekken van de juiste gegevens), dan is een huurprijsverlaging op basis van een voorstel zoals bedoeld in lid 1 niet toegestaan. Een uitzondering hierop is als kan worden aangetoond dat de verhuurder geen nadeel heeft ondervonden door dit verzuim (het niet voldoen aan lid 2).