Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 5. Huur van woonruimte
Onderafdeling 1. Algemeen
Artikel 232

Artikel 232 (Toepasselijkheid afdeling huur woonruimte)

Laatste versie

1. Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op huur van woonruimte.

2. Deze afdeling is niet van toepassing op huur welke een gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is.

3. De artikelen 206 lid 3, 270, 271 lid 5, 272, 273, 274, 275, 276, 277 en 281 zijn gedurende negen maanden na het ingaan van de overeenkomst niet van toepassing op huur van woonruimte die niet een zelfstandige woning vormt en deel uitmaakt van een woning waarin de verhuurder zijn hoofdverblijf heeft en waarin niet eerder aan dezelfde huurder deze of andere woonruimte is verhuurd geweest.

Uitleg in duidelijke taal

1. Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op huur van woonruimte.

Dit betekent dat de bepalingen in deze specifieke afdeling (Afdeling 5. Huur van woonruimte) enkel en alleen gelden voor overeenkomsten die betrekking hebben op de huur van woonruimte.

2. Deze afdeling is niet van toepassing op huur welke een gebruik van woonruimte betreft dat naar zijn aard slechts van korte duur is.

Dit betekent dat de bepalingen van deze afdeling niet gelden voor huurovereenkomsten waarbij het gebruik van de woonruimte, gelet op de objectieve aard van dat gebruik, bedoeld is om slechts voor een korte periode te duren.

3. De artikelen 206 lid 3, 270, 271 lid 5, 272, 273, 274, 275, 276, 277 en 281 zijn gedurende negen maanden na het ingaan van de overeenkomst niet van toepassing op huur van woonruimte die niet een zelfstandige woning vormt en deel uitmaakt van een woning waarin de verhuurder zijn hoofdverblijf heeft en waarin niet eerder aan dezelfde huurder deze of andere woonruimte is verhuurd geweest.

Dit betekent dat de specifiek genoemde artikelen (206 lid 3, 270, 271 lid 5, 272, 273, 274, 275, 276, 277 en 281) gedurende de eerste negen maanden nadat de huurovereenkomst is gestart, niet gelden voor de huur van woonruimte indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • de gehuurde woonruimte vormt niet een zelfstandige woning (bijvoorbeeld een kamer met gedeelde voorzieningen);
  • de gehuurde woonruimte maakt deel uit van een woning waarin de verhuurder zijn hoofdverblijf heeft (de verhuurder woont er dus zelf ook);
  • en er is niet eerder aan dezelfde huurder deze specifieke woonruimte of een andere woonruimte in die woning verhuurd geweest.