Artikel 207 (Huurprijsvermindering door gebrek)
1. De huurder kan in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen van de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder of waarop het gebrek reeds in voldoende mate bekend was om tot maatregelen over te gaan, tot die waarop het gebrek is verholpen.
2. De huurder heeft geen aanspraak op huurvermindering terzake van gebreken die hij krachtens artikel 217 verplicht is te verhelpen, of voor het ontstaan waarvan hij jegens de verhuurder aansprakelijk is.
Uitleg in duidelijke taal
1. De huurder kan in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen van de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder of waarop het gebrek reeds in voldoende mate bekend was om tot maatregelen over te gaan, tot die waarop het gebrek is verholpen.
Dit betekent letterlijk dat de huurder, indien zijn huurgenot is verminderd als gevolg van een gebrek, een verlaging van de huurprijs kan vorderen die in verhouding staat tot (evenredig is aan) die vermindering. Deze vordering kan ingaan vanaf de dag dat de huurder de verhuurder correct (behoorlijk) op de hoogte heeft gesteld van het gebrek, of vanaf de dag dat het gebrek al zodanig bekend was bij de verhuurder dat deze maatregelen had moeten nemen. De vordering tot huurprijsvermindering loopt tot de dag waarop het gebrek is hersteld (verholpen).
2. De huurder heeft geen aanspraak op huurvermindering terzake van gebreken die hij krachtens artikel 217 verplicht is te verhelpen, of voor het ontstaan waarvan hij jegens de verhuurder aansprakelijk is.
Dit betekent letterlijk dat de huurder geen recht heeft op huurvermindering voor gebreken die hij zelf, op grond van (krachtens) artikel 217, verplicht is te repareren. Ook heeft de huurder geen recht op huurvermindering voor gebreken waarvan het ontstaan aan hem te wijten is en waarvoor hij dus aansprakelijk is ten opzichte van (jegens) de verhuurder.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:493 - Geen verhuiskostenvergoeding bij verblijf in ingerichte wisselwoning
Een huurder heeft geen recht op de wettelijke minimumbijdrage voor verhuis- en inrichtingskosten als de verhuurder tijdens een renovatie een redelijke en passende, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning ter beschikking stelt. Het doel van de vergoeding is dan al in natura voldaan.