Terug naar bibliotheek
Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Titel 4. Huur
Afdeling 2. Verplichtingen van de verhuurder
Artikel 204

Artikel 204 (Definitie gebrek verplichtingen verhuurder)

Laatste versie

1. De verhuurder heeft met betrekking tot gebreken van de zaak de in deze afdeling omschreven verplichtingen.

2. Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.

3. Een feitelijke stoornis door derden zonder bewering van recht als bedoeld in artikel 211 en een bewering van recht zonder feitelijke stoornis zijn geen gebreken in de zin van lid 2.

Uitleg in duidelijke taal

1. De verhuurder heeft met betrekking tot gebreken van de zaak de in deze afdeling omschreven verplichtingen.

Dit lid stelt dat de verhuurder met betrekking tot gebreken van de zaak de verplichtingen heeft die in deze afdeling omschreven zijn.

2. Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.

Dit lid definieert een gebrek als: een staat of eigenschap van de zaak, of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid. Deze staat, eigenschap of omstandigheid heeft tot gevolg dat de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.

3. Een feitelijke stoornis door derden zonder bewering van recht als bedoeld in artikel 211 en een bewering van recht zonder feitelijke stoornis zijn geen gebreken in de zin van lid 2.

Dit lid specificeert dat een feitelijke stoornis door derden zonder bewering van recht als bedoeld in artikel 211, en een bewering van recht zonder feitelijke stoornis, geen gebreken zijn in de zin van lid 2.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad255x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1974 - Huurprijscorrectie coronacrisis: onvoorziene omstandigheid, geen gebrek

ECLI:NL:HR:2021:197424 december 2021Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De gedwongen sluiting van 290-bedrijfsruimte door overheidsmaatregelen tijdens de coronapandemie is geen gebrek (art. 7:204 BW), maar een onvoorziene omstandigheid (art. 6:258 BW). Dit rechtvaardigt een huurprijsvermindering, waarbij het nadeel in beginsel gelijk wordt verdeeld tussen huurder en verhuurder.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0683

ECLI:NL:HR:2010:BL068326 maart 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:493 - Geen verhuiskostenvergoeding bij verblijf in ingerichte wisselwoning

ECLI:NL:HR:2022:4931 april 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een huurder heeft geen recht op de wettelijke minimumbijdrage voor verhuis- en inrichtingskosten als de verhuurder tijdens een renovatie een redelijke en passende, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning ter beschikking stelt. Het doel van de vergoeding is dan al in natura voldaan.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM3980

ECLI:NL:HR:2010:BM39803 september 2010Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:284 - Einde hoofdhuur leidt niet automatisch tot tekortkoming van onderverhuurder

ECLI:NL:HR:2018:28423 februari 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het beëindigen van een hoofdhuurovereenkomst betekent niet automatisch dat de onderverhuurder tekortschiet jegens de onderhuurder. Van een tekortkoming is pas sprake als het feitelijke gebruik van het gehuurde door de onderhuurder wordt gestoord, bijvoorbeeld doordat de hoofdverhuurder de zaak opeist.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV7337

ECLI:NL:HR:2012:BV733727 april 2012Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BB8098

ECLI:NL:HR:2008:BB80981 februari 2008Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BX8442

ECLI:NL:HR:2012:BX844230 november 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2021:1346

ECLI:NL:HR:2021:134624 september 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2012:BX7481

ECLI:NL:HR:2012:BX748126 oktober 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak