Artikel 176 (Schenking misbruik omstandigheden bewijslast)
lndien de schenker feiten stelt waaruit volgt dat de schenking door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen, rust bij een beroep op vernietigbaarheid de bewijslast van het tegendeel op de begiftigde, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
lndien de schenker feiten stelt waaruit volgt dat de schenking door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen, rust bij een beroep op vernietigbaarheid de bewijslast van het tegendeel op de begiftigde, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou zijn.
Dit artikel bepaalt dat wanneer de schenker feiten stelt waaruit blijkt dat de schenking door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen, de bewijslast van het tegendeel bij een beroep op vernietigbaarheid op de begiftigde rust. Concreet betekent dit dat de begiftigde moet aantonen dat er geen misbruik van omstandigheden heeft plaatsgevonden. Deze regel kent twee uitzonderingen: de bewijslast verschuift niet naar de begiftigde indien er een notariële akte van de schenking is opgemaakt, of indien een dergelijke verdeling van de bewijslast onder de gegeven omstandigheden in strijd zou zijn met de eisen van redelijkheid en billijkheid.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:1272
ECLI:NL:HR:2007:BA8445
ECLI:NL:HR:2020:1240 - Bewijslast bij schenking: strenge motiveringseis voor afwijking van hoofdregel
Een rechter die afwijkt van de bijzondere bewijslastverdeling van artikel 7:176 BW bij een schenking wegens misbruik van omstandigheden, moet dit oordeel specifiek en deugdelijk motiveren. Algemene verwijzingen naar de feiten, tijdsverloop of de administratie van de schenker zijn daartoe onvoldoende.